-
1 er(gens) gauw bij zijn
er(gens) gauw bij zijn -
2 iets er(gens) bij halen
iets er(gens) bij halenmêler qc. à qc. -
3 ik kan er(gens) niet bij
ik kan er(gens) niet bij -
4 lieden
gens -
5 mensen
gens -
6 lui
gens, paresseux -
7 volk
gens, nation, peuple -
8 bij
bij1〈de〉♦voorbeelden:————————bij21 [bij kennis] conscient2 [gelijk] à jour3 [van alles op de hoogte] à la page♦voorbeelden:het koren staat er best bij • le blé promet une riche moissonom en(de) bij • environten naasten bij • à peu de chose près————————bij3〈 voorzetsel〉1 [in de nabijheid van; m.b.t. een raken aan, bereiken] près de3 [m.b.t. een meevoeren] avec4 [voor, in tegenwoordigheid van] à⇒ auprès de5 [gedurende, onder] par⇒ à6 [gelijktijdig met] à⇒ lors de7 [in geval van] en cas de8 [wegens; m.b.t. een omstandigheid, in eden en verzekeringen] par♦voorbeelden:1 iets bij de hand hebben • avoir qc. sous la mainbij een kruispunt komen • arriver à un carrefourbij het raam • à la fenêtrebij het stadhuis • près de l'hôtel de villebij de wind zeilen • naviguer près du vent〈 figuurlijk〉 iets er(gens) bij halen • mêler qc. à qc.ik woon hier vlak bij • j'habite tout près d'icihet is bij zessen • il est près de six heuresdat is bij de boeren zo de gewoonte • c'est la coutume chez les paysansbij familie logeren • loger chez des parentsiets bij zich hebben • avoir qc. sur soizij had haar dochter bij zich • elle était avec sa filleinlichtingen bij een loket inwinnen • se renseigner à un guichetbij zichzelf zeggen • se dire (tout bas)bij tijden • de temps en tempsbij het vallen van de nacht • à la tombée de la nuit6 bij deze bekentenis bloosde hij • à cet aveu, il rougitbij een glas wijn iets bespreken • discuter de qc. autour d'un verre de vin10 wat is hij nu bij een dichter als Achterberg? • que vaut-il à côté d'un poète comme Achterberg?de kamer is 6 bij 5 • la pièce mesure 6 mètres sur 511 iets bij het gewicht verkopen • vendre qc. au poidsbij paren • deux par deuxde mensen kwamen bij duizenden toelopen • les gens vinrent par milliers¶ wat drink je bij het eten? • que bois-tu en mangeant?heb je iets bij de koffie? • as-tu qc. à servir avec le café?bij een mening blijven • persister dans une opinionsoort bij soort leggen • trierik was niet bij de vergadering • je n'ai pas assisté à la réunionbij elkaar zijn het er 20 • il y en a 20 en touthet er niet bij laten • ne pas en rester làik ben er toch zeker zelf bij • je suis majeur et vaccinéer mag nog wel wat bij • un peu plus ne fera pas de torter moet geld bij • il va falloir ajouter de l'argent -
9 lieden
-
10 slag
I 〈de〉♦voorbeelden:de slagen van het noodlot • les coups du destineen harde slag • un coup violentdat was een harde slag voor hem • c'était un coup dur pour luihij viel met een zware slag tegen de grond • il est tombé lourdement sur le solde klok gaf vier slagen • l'horloge a sonné quatre coupsmet één slag sloeg hij het aan stukken • il l'a brisé d'un seul coupmet elke slag van de hamer • à chaque coup de marteaude deur met een slag dichtdoen • claquer la porteop slag van tienen • à dix heures sonnantesmijn pendule is van slag • ma pendule décomptezonder slag of stoot • sans coup férirde slag bij Nieuwpoort • la bataille de Nieuport6 de slag van iets kwijtraken • perdre la main (pour faire qc.)de slag te pakken krijgen • prendre le coupeen slag maken • faire un pli12 iets een halve slag omdraaien • faire faire un demi-tour à qc.¶ iets met de Franse slag doen • faire qc. à la va-viteeen slag naar iets slaan • deviner qc.zijn slag slaan • réussir son coupaan de slag gaan • se mettre au travaildat boek maakte hem met één slag beroemd • ce livre l'a rendu célèbre d'un seul coupeen slag om de arm houden • se ménager une porte de sortiehij was op slag dood • il est mort sur le coupII 〈 het〉♦voorbeelden:mensen van hetzelfde slag • gens de la même espèce -
11 soort
♦voorbeelden:Frankrijk heeft veel soorten kaas • la France a de nombreuses variétés de fromageons soort mensen • les gens comme nouseen soort van sleutel • une espèce de clefeen raar soort mensen • des gens d'une curieuse espècesoort bij soort • par genrein zijn soort • en son genredie is enig in zijn soort • il n'a pas son pareilik heb ze in alle soorten en maten • j'en ai de toutes (les) sortes et dans toutes les taillesmet alle soorten van genoegen • avec le plus grand plaisir〈 spreekwoord〉 soort zoekt soort • qui se ressemble, s'assemble -
12 volk
♦voorbeelden:het Nederlandse volk • le peuple néerlandaiseen raar volk • des gens bizarreseen vredelievend volk • un peuple pacifiqueeen man uit het volk • un homme du peuple(goed) volk! • il y a quelqu'un? -
13 buurt
-
14 lui
-
15 mens
-
16 't is groots volk
't is groots volk -
17 (personen of zaken) niet (goed) uit elkaar kunnen houden
Deens-Russisch woordenboek > (personen of zaken) niet (goed) uit elkaar kunnen houden
-
18 aanhangen
1 [toegedaan zijn] adhérer à2 [door hangen bevestigen] accrocher♦voorbeelden:het volk hangt nieuwe leiders aan • le peuple soutient de nouveaux chefseen partij aanhangen • adhérer à un partidit standpunt wordt door velen aangehangen • beaucoup de gens partagent ce point de vue -
19 assimilatie van kleurlingen
assimilatie van kleurlingen -
20 assimilatie
♦voorbeelden:
См. также в других словарях:
gens — 1. (jan ; l s se lie : des jan z aimables ; quelques personnes font sentir l s : des jans ; mais c est une mauvaise prononciation) s. pl. 1° Nom collectif signifiant en général un certain nombre de personnes ; dans ce sens, gens est, suivant l… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
gens — Gens. Personnes. En cette signification il n a point de singulier. Il est masculin quand l adjectif le suit, & feminin quand il le precede. Voilà des gens bien fins, ce sont de fines gens. ce sont des gens fort dangereux, de fort dangereuses gens … Dictionnaire de l'Académie française
GENS — (émulateur) Gens … Wikipédia en Français
Gens — Gens … Википедия
Gens — (j[e^]nz), n.; pl. {Gentes} (j[e^]n t[=e]z). [L. See {Gentle}, a.] (Rom. Hist.) 1. A clan or family connection, embracing several families of the same stock, who had a common name and certain common religious rites; a subdivision of the Roman… … The Collaborative International Dictionary of English
Gens — Gens, 1) (röm. Ant.), Stamm, Geschlecht; begriff die einen gemeinschaftlichen Geschlechtsnamen (Nomen) führenden Personen (Gentīles). Die Gentilen waren entweder vollberechtigte od. untergeordnete, wie Clienten u. Freigelassene, welche nur… … Pierer's Universal-Lexikon
gens — gèns s.f.inv., lat. TS stor. in Roma antica, gruppo di famiglie appartenenti a un unico ceppo {{line}} {{/line}} ETIMO: lat. gens, cfr. gignĕre generare … Dizionario italiano
Gens — die; , G’entes [...te:s] <aus lat. gens, Gen. gentis »Geschlechtsverband, Sippe«> altröm. Familienverband … Das große Fremdwörterbuch
gens — 1847, in reference to ancient Rome, tribe, clan, house (of families having a name and certain religious rites in common and a presumed common origin), from L. gens (gen. gentis) race, clan, nation (see GENUS (Cf. genus)) … Etymology dictionary
gens — gȅns m DEFINICIJA 1. pov. u antičkom Rimu zajednica više obitelji povezanih imenom, podrijetlom, tradicijom i kulturom 2. sociol. prvobitan oblik društveno ekonomske organizacije u primitivnoj zajednici, temelji se na krvnom srodstvu i… … Hrvatski jezični portal
Gens [1] — Gens (lat.), die Genossenschaft derer, die durch gemeinsame Abstammung miteinander verbunden sind. Zu Rom bildeten die Gentes die Unterabteilungen der Kurien und den eigentlichen Stamm des römischen Volkes; an sie, die Patres oder Patricii,… … Meyers Großes Konversations-Lexikon