-
21 pluk
n. gathering, picking, pick, tuft -
22 samenkomst
n. meet, gathering, Congress, convention, interview, jamboree, get together, assembly, assemblage -
23 samenscholing
n. gathering -
24 samenzijn
n. gathering, being together--------v. be together -
25 sprokkeling
n. gathering of dead wood, wood picking -
26 sprokkelmaand
n. February (traditionally the wood-gathering month in The Netherlands) -
27 verstrooid
adj. distracted, absentminded, absent, abstracted, preoccupied, wool gathering, vague, interpenetrative, diffuse--------adv. absently, vaguely -
28 verstrooidheid
n. absentmindedness, absence of mind, preoccupation, wool gathering -
29 verzameling
n. collection, assemblage, gathering, assembly, compilation, concourse, rally, muster, nest -
30 gegevensverzameling
• data acquisition• data collection• data gathering• data set• fileNederlands-Engels Technisch Woordenboek > gegevensverzameling
-
31 bijeenkomst
♦voorbeelden:een politieke bijeenkomst • a political meeting -
32 de onweerswolken pakten zich samen boven Europa
de onweerswolken pakten zich samen boven EuropaVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de onweerswolken pakten zich samen boven Europa
-
33 een gezellig samenzijn
een gezellig samenzijnVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gezellig samenzijn
-
34 een spiritistische bijeenkomst
een spiritistische bijeenkomsta spiritualist gathering, a seanceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een spiritistische bijeenkomst
-
35 er komt een lelijke lucht opzetten
er komt een lelijke lucht opzettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er komt een lelijke lucht opzetten
-
36 er kwam een loodzware lucht aanzetten
er kwam een loodzware lucht aanzettenlowering/louring clouds were gathering, the sky became heavy and threateningVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > er kwam een loodzware lucht aanzetten
-
37 ettergezwel
-
38 familiereünie
familiereünie, familiebijeenkomst -
39 hangen
1 [neerwaarts gestrekt/boven de grond gehouden worden] hang3 [met een bocht verlopen] sag4 [overhellen] lean (over) ⇒ hang (over), 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 loll, 〈 met betrekking tot lusteloze persoon〉 slouch, 〈 niets doen〉 hang around6 [vast (blijven) zitten] stick/cling (to) ⇒ 〈 met kleding〉 be/get stuck (in)7 [zweven] hang8 [onbeslist zijn] hang ⇒ be up in the air/undecided♦voorbeelden:de zeilen hangen slap • the sails are slack/hanging (loose)het schilderij hangt scheef • the painting is (hanging) crookedzijn kamer hangt vol posters • his room is hung with postersde sleutel hangt aan de spijker • the key is (hanging) on the nailaan het plafond hangen • hang/swing/be suspended from the ceilingaan het spit hangen • be on the spit3 het koord hangt slap • the rope is sagging/slackde teugels laten hangen • loosen/drop the reins4 hij hangt ieder weekend aan/in de bar • he hangs out Bat the pub/in bars every weekendhij hing op zijn stoel • he lay slouched/sprawled in a chair, he lolled in his chairhang niet zo tegen die kast • stop leaning against the cupboardmet hangen en wurgen • by the skin of one's teethdaarvoor zal hij hangen! • he'll hang/swing for it!er is niet veel van mijn Latijn blijven hangen • very little of my Latin has stuckde naald blijft hangen • the needle is stuck〈 figuurlijk〉 hij hangt erg aan zijn oudste zoon • he's very fond of/attached to his eldest son〈 figuurlijk〉 ze hangen erg aan elkaar • they are devoted to/wrapped up in each otherze bleef met haar japon aan een spijker hangen • her dress caught/snagged on a nailzij hangt altijd om hem heen • she's always hanging/hovering about himhij bleef in de vierde klas hangen op zijn wiskunde • he was kept down in the fourth form because of his mathsde wolken hangen laag • the clouds are (hanging) lowhet hangt erom • it's up in the air9 naar iets hangen (en verlangen) • crave (for) something, have a longing/craving for something¶ hij zal moeten hangen • he's in for it/for the high jumphij hangt • he's lumbered/stuck (with it)II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [bevestigen] hang (up)2 [met betrekking tot personen, ophangen] hang♦voorbeelden:zijn jas aan de kapstok hangen • hang one's coat on the peg -
40 ik zie de bui al hangen
ik zie de bui al hangenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > ik zie de bui al hangen
См. также в других словарях:
Gathering — Gath er*ing, a. Assembling; collecting; used for gathering or concentrating. [1913 Webster] {Gathering board} (Bookbinding), a table or board on which signatures are gathered or assembled, to form a book. Knight. {Gathering coal}, a lighted coal… … The Collaborative International Dictionary of English
Gathering — Gathering, früher bekannt unter Gathering of Developers bzw. der Kurzform GodGames, war eine Tochtergesellschaft von Take 2 Interactive mit Sitz in New York, USA. Gathering wurde zum Jahreswechsel 1997/98 von Mike Wilson und Harry Miller mit dem… … Deutsch Wikipedia
Gathering — of Developers Ancien logo de l éditeur Dates clés janvier 1998 : création mai 2000: rachat par Take Two Interactive septembre 2004: Take Two n uti … Wikipédia en Français
gathering — UK US /ˈgæðərɪŋ/ noun [C] MEETINGS ► a meeting in which many people come together as a group: »There will be a gathering of world leaders in Canada next month … Financial and business terms
Gathering — Gath er*ing, n. 1. The act of collecting or bringing together. [1913 Webster] 2. That which is gathered, collected, or brought together; as: (a) A crowd; an assembly; a congregation. (b) A charitable contribution; a collection. (c) A tumor or… … The Collaborative International Dictionary of English
Gathering — Gathering. См. Собирание. (Источник: «Металлы и сплавы. Справочник.» Под редакцией Ю.П. Солнцева; НПО Профессионал , НПО Мир и семья ; Санкт Петербург, 2003 г.) … Словарь металлургических терминов
gathering — I noun accumulation, aggregate, aggregation, amassment, assemblage, assembly, caucus, chamber, collection, company, compilation, concentration, conclave, conference, confluence, conflux, congregation, convention, convergence, convocation,… … Law dictionary
gathering — a meeting, mid 12c., from late O.E. gaderung, prp. of GATHER (Cf. gather) … Etymology dictionary
gathering — collection, assemblage, assembly, congregation (see under GATHER vb) Analogous words: *crowd, throng, press, horde, mob, rout, crush: accumulation (see corresponding verb ACCUMULATE) … New Dictionary of Synonyms
gathering — [n] assemblage, accumulation acquisition, affair, aggregate, aggregation, association, band, body, bunch, caucus, clambake*, collection, company, concentration, conclave, concourse, conference, congregation, congress, convention, convocation,… … New thesaurus
gathering — ► NOUN ▪ an assembly of people … English terms dictionary