Перевод: с немецкого на все языки

со всех языков на немецкий

Со всех языков на:
Немецкий
С немецкого на:
Нидерландский

fruiten

Толкование Перевод

1 bräunen

bräunen

I 〈onovergankelijk werkwoord; ook sich bräunen〉

1 bruinen, bruin worden

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 bruinen ⇒ bruin maken

2 bruineren ⇒ bruin braden, fruiten

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > bräunen
2 einbrennen

einbrennen

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 inbranden

2 bruin braden, fruiten 〈 van meel〉

3 met gefruit meel bereiden

II sich einbrennen 〈 wederkerend werkwoord〉

1 diep gegrift, (in)geprent worden

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > einbrennen
3 schwitzen

schwitzen

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 zweten, transpireren

2 zweten, uitslaan

3 beslaan

♦voorbeelden:

1 jemanden ins Schwitzen bringen • iemand doen zweten

ins Schwitzen kommen 〈 ook figuurlijk〉 • het er warm van krijgen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 zweten ⇒ afscheiden

2 〈 culinaria〉 fruiten

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > schwitzen

См. также в других словарях:

fruiten — … Useful english dictionary

Пометить текст и поделиться
Искать во всех словарях
Искать в переводах
Искать в Интернете

Поделиться ссылкой на выделенное