-
1 aanwenden
v. apply, use, exert, practice -
2 arbeiden
v. labor, work, exert oneself; make an effort, toil -
3 inspannen
v. exert, strain, make an effort -
4 uitoefen
v. exert -
5 druk uitoefenen
• to exert pressure -
6 inspannen
• to clamp• to exert oneself• to make an effort -
7 uitoefenen
• to exert -
8 aandrang uitoefenen op
aandrang uitoefenen opVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aandrang uitoefenen op
-
9 aandrang
♦voorbeelden:op aandrang van mijn vader doe ik het • I'm doing it at my father's urging -
10 aanwenden
♦voorbeelden:zijn gezag/zijn invloed aanwenden • use one's authority, exert one's influencealle beschikbare middelen aanwenden • use all available means/resources -
11 al zijn krachten inspannen
al zijn krachten inspannen————————al zijn krachten inspannenexert all one's energies/strength, use all one's powersVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > al zijn krachten inspannen
-
12 beijveren
〈wederkerend werkwoord; zich beijveren〉 -
13 druk uitoefenen (op)
druk uitoefenen (op)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > druk uitoefenen (op)
-
14 druk
druk1〈de〉1 [het duwen] pressure2 [stuwende kracht] pressure4 [oplage] edition♦voorbeelden:een druk op de knop is voldoende • just press the button2 zijwaartse/opwaartse druk • lateral/upwards pressurede druk verhogen (op), onder hogere druk zetten • increase the pressure (on)de druk verlagen • ease the pressureonder de druk der omstandigheden handelen • be forced by circumstances to do something(tweede,) onveranderde druk • second editionin druk verschijnen • appear in print————————druk24 [intensief] busy♦voorbeelden:een druk leven hebben • lead a busy lifehet druk hebben • be busyzich niet druk maken • remain calmII 〈 bijwoord〉1 [intensief] busily♦voorbeelden:druk bezig zijn (met iets) • be very busy (with/doing something)een druk bezocht college • a well-attended lecturehij is druk aan het werk • he is busy workingdruk in de weer zijn • be on the go, bustle (about) -
15 duchtig
♦voorbeelden:zich duchtig weren • exert oneself to the utmoster iemand duchtig van langs geven • give someone a good thrashing -
16 inspannen
2 [met betrekking tot trekdieren] harness3 [met betrekking tot voertuigen] harness the horses♦voorbeelden:al zijn krachten inspannen • make every effortzijn ogen inspannen • strain one's eyeszich inspannen voor iets/iemand • make an effort for something/someonezich moeten inspannen om wakker te blijven • have to struggle to stay awake -
17 invloed
♦voorbeelden:1 een goede/verkeerde invloed hebben • have a good/bad influencegrote invloed hebben op • carry much weight withdit beleid heeft grote invloed op de resultaten • this policy strongly influences the resultszijn invloed laten gelden/aanwenden • exert/use one's influenceweinig/geen invloed ondervinden van • be hardly affected/unaffected byinvloed uitoefenen op iemand • influence someoneonder de invloed van • under the influence ofonder iemands invloed staan • be influenced by someoneeen man van invloed • an influential man -
18 kracht
2 [vermogen om invloed uit te oefenen] power(s)3 [geestelijk/zedelijk vermogen] strength5 [macht om iets uit te werken] force♦voorbeelden:1 aan het eind van zijn krachten zijn • be totally exhausted, have no strength leftmet zijn laatste krachten • with a final effortmet vereende krachten • with combined effortsmet vernieuwde kracht • with renewed effortsal zijn krachten inspannen • exert all one's energies/strength, use all one's powerszijn krachten meten met iemand • pit one's strength against someonezijn krachten nemen met de dag af • he is fading by the dayzijn krachten sparen/verspillen • conserve/waste one's energyin kracht afnemen 〈 van wind〉 • abate, drop(weer) op krachten komen • regain one's strengthuit zijn krachten groeien • outgrow oneselfgeen kracht meer hebben (in zijn armen) • lose all the strength (in one's arms)2 de stille kracht • unseen/hidden powers(aan) argumenten/eisen kracht bijzetten (door …) • enforce arguments/claims (with/by …)zijn krachten wijden aan iets • devote one's efforts towards something4 drijvende kracht (achter) • moving force/spirit (behind)op eigen kracht • on one's own, by oneselfnieuwe krachten verzamelen • gain fresh strength(de) kracht geven om … • give the strength to …daarin ligt zijn kracht • that's his strengthzijn krachten verzamelen • gather (all) one's strength, summon up all one's strengthin de kracht van zijn leven • in one's primehet vergt veel van mijn krachten • it's a great drain on my energy5 de kracht van een betoog • the strength/cogency of an argumentde wet heeft geen terugwerkende kracht • the Act does not apply retroactivelyvan kracht zijn/worden • be/become valid/effectiveniet (meer) van kracht • invalid, ineffectual(weer) van kracht doen worden • bring (back) into effect/operation6 een ervaren kracht • an experienced worker/employee7 neer-/opwaartse kracht • downward/upward pressurevolle kracht vooruit • full steam/speed aheadop volle/halve kracht (werken) • operate at full/half speed/power -
19 uitoefenen
-
20 weren
♦voorbeelden:II 〈wederkerend werkwoord; zich weren〉1 [zich verdedigen] resist, combat2 [zijn best doen] exert oneself
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Exert — Ex*ert , v. t. [imp. & p. p. {Exerted}; p. pr. & vb. n. {Exerting}.] [L. exertus, exsertus, p. p. of exerere, exserere, to thrust out; ex out + serere to join or bind together. See {Series}, and cf. {Exsert}.] 1. To thrust forth; to emit; to push … The Collaborative International Dictionary of English
exert — exért adj. m., pl. exérţi; f. sg. exértă, pl. exérte Trimis de siveco, 10.08.2004. Sursa: Dicţionar ortografic EXÉRT, Ă adj. (bot.; despre unele organe) Ieşit în afară. [< … Dicționar Român
exert — ► VERB 1) apply or bring to bear (a force, influence, or quality). 2) (exert oneself) make a physical or mental effort. DERIVATIVES exertion noun. ORIGIN Latin exserere put forth … English terms dictionary
exert — [eg zʉrt′, igzʉrt′] vt. [L exsertare, freq. of exserere, to stretch out, put forth < ex , out + serere, to join, fasten together: see SERIES] 1. to put forth or use energetically; put into action or use [to exert strength, influence, etc.] 2.… … English World dictionary
exert — I verb apply, bring into operation, bring into play, bring to bear, contendere, employ, exercise, expend, intendere, make use of, manipulate, operate, put forth, put in action, set to work, spend, strain, strive, try, use, utilize, wield, work II … Law dictionary
exert — 1660s, thrust forth, push out, from L. exertus/exsertus, pp. of exerere/exserere thrust out, put forth, from ex out (see EX (Cf. ex )) + serere attach, join (see SERIES (Cf. series)). Meaning put into … Etymology dictionary
exert — [v] make use of apply, apply oneself, bring into play*, bring to bear*, dig*, employ, endeavor, exercise, expend, give all one’s got*, give best shot*, labor, make effort, peg away*, plug*, ply, pour it on*, push, put forth, put out, strain,… … New thesaurus
exert — 01. She s an excellent player, so she hardly even had to [exert] herself to beat me. 02. Many athletes report feeling pleasant drug like sensations as a result of extreme [exertion]. 03. He was completely soaked with sweat from the [exertion] of… … Grammatical examples in English
exert */ — UK [ɪɡˈzɜː(r)t] / US [ɪɡˈzɜrt] verb [transitive] Word forms exert : present tense I/you/we/they exert he/she/it exerts present participle exerting past tense exerted past participle exerted formal 1) to use influence, authority, or power in order … English dictionary
exert — ex|ert [ ıg zɜrt ] verb transitive FORMAL * 1. ) to use influence, authority, or power in order to affect or achieve something: exert influence/pressure/control: A well funded national organization would be able to exert more influence in… … Usage of the words and phrases in modern English
exert — verb (T) 1 exert pressure/control/influence to use your power, influence etc in order to have a particular effect: Photography has exerted a profound influence on art in this century. 2 exert yourself to make a strong physical or mental effort:… … Longman dictionary of contemporary English