-
1 eer
eer1〈de〉♦voorbeelden:〈 Algemeen Zuid-Nederlands〉 eer van iets halen • tirer gloire de qc.de eer aan zichzelf houden • sauver la facedat is, komt mijn eer te na • il y va de mon honneurde eer redden • sauver l'honneuriemands eer en goede naam stelen • compromettre la réputation de qn.iemand in zijn eer herstellen • réhabiliter qn.in eer en aanzien leven • être estimé et honoré de touseen gebruik in ere houden • respecter une traditioniets in ere herstellen • remettre qc. en honneurin eer en deugd • en tout bien tout honneurnaar eer en geweten handelen • agir en son âme et conscience2 iemand de laatste eer bewijzen • rendre les derniers honneurs à qn.een diner eer aandoen • faire honneur à un dînerer is geen eer aan te behalen • on y perd sa peineiemand eer bewijzen • rendre hommage à qn.met wie heb ik de eer (te spreken)? • à qui ai-je l'honneur (de parler)?ik heb de eer u te melden • j'ai l'honneur de vous annoncergeen eer van iets hebben • ne tirer aucune satisfaction de qc.zich iets tot een eer rekenen • s'honorer de qc.het zal me een eer zijn … • je me ferai (un) honneur de …ter ere van • en l'honneur detot iemands eer • à l'honneur de qn.dat strekt u tot eer • cela vous honorevoor de eer bedanken • décliner l'honneurere zij God • Dieu soit loué————————eer2〈 voegwoord〉♦voorbeelden:spreek niet eer hij klaar is • ne parlez pas avant qu'il (n')ait fini -
2 eer
-
3 eer
de préférence, honneur, le mieux, mieux, plutôt, volontiers -
4 eer van iets halen
eer van iets halentirer gloire de qc. -
5 's lands wijs, 's lands eer
's lands wijs, 's lands eer -
6 als bewijs van eer
als bewijs van eer -
7 bezint eer ge begint
bezint eer ge begint -
8 daarmee bewijs je hem te veel eer
daarmee bewijs je hem te veel eerDeens-Russisch woordenboek > daarmee bewijs je hem te veel eer
-
9 dat is, komt mijn eer te na
dat is, komt mijn eer te na -
10 dat strekt u tot eer
dat strekt u tot eer -
11 de eer aan zichzelf houden
de eer aan zichzelf houden -
12 de eer redden
de eer redden -
13 de twijfelachtige eer hebben om …
de twijfelachtige eer hebben om …avoir le triste privilège de …Deens-Russisch woordenboek > de twijfelachtige eer hebben om …
-
14 denk goed na eer u een beslissing neemt
denk goed na eer u een beslissing neemtDeens-Russisch woordenboek > denk goed na eer u een beslissing neemt
-
15 dit gedrag strekt u tot eer
dit gedrag strekt u tot eer -
16 een diner eer aandoen
een diner eer aandoen -
17 er een eer in stellen
er een eer in stellentenir à honneur de 〈+ onbepaalde wijs〉 -
18 er is geen eer aan te behalen
er is geen eer aan te behalen -
19 geen eer van iets hebben
geen eer van iets hebbenne tirer aucune satisfaction de qc. -
20 hem was de eer voorbehouden …
hem was de eer voorbehouden …c'est à lui que revenait l'honneur de …
См. также в других словарях:
-eer — is a suffix first recorded in the 17c, replacing an earlier (French) form ier. One of its first occurrences is in mountaineer (first used in Shakespeare s The Tempest, 1610, in the meaning ‘one who lives in the mountains’). In more recent use, it … Modern English usage
EER — may refer to: Energy efficiency ratio, or COP, a measure to assess heat pumps and air conditioners Energy efficiency rating, a score out of six stars applied to housing in the Australian Capital Territory East of England Regiment, a British army… … Wikipedia
-eer — suffix meaning one who (operates, produces, deals in); anglicized form of Fr. ier, from L. arius, iarius; Cf. ARY (Cf. ary) … Etymology dictionary
-eer — [ir] [Fr ier < L arius] suffix 1. forming nouns a) a person or thing that has to do with [auctioneer, mountaineer] b) a person who writes, makes, etc.: sometimes used derogatorily [pamphleteer, profiteer] 2. forming verbs to have to do with… … English World dictionary
EER — abbrev. energy efficiency ratio … English World dictionary
eer — fac·tion·eer; fic·tion·eer; foun·tain·eer; hack·but·eer; jav·e·lin·eer; mis·sil·eer; muf·fin·eer; mu·ni·tion·eer; pag·eant·eer; pi·geon·eer; pis·tol·eer; pon·ton·eer; rev·o·lu·tion·eer·ing; un·ion·eer; car·a·van·eer; EER; auc·tion·eer;… … English syllables
EER — an abbreviation for energy efficiency rating, a U.S. measure of the efficiency of an air conditioner. The EER is computed as the cooling capacity of the unit (in Btu per hour) divided by the electric power consumed (in watts) at a temperature… … Dictionary of units of measurement
EER — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Sigles d’une seule lettre Sigles de deux lettres > Sigles de trois lettres Sigles de quatre lettres … Wikipédia en Français
EER — extended echo ranging … Military dictionary
-eer — noun suffix Etymology: Middle French ier, from Latin arius more at ary one that is concerned with professionally, conducts, or produces < auctioneer > < pamphleteer > often in words with derogatory meaning < profiteer > … New Collegiate Dictionary
EER — See energy efficiency ratio. * * * … Universalium