Перевод: со всех языков на нидерландский

с нидерландского на все языки

С нидерландского на:
Все языки
Со всех языков на:
Все языки
Английский
Нидерландский
Русский
Французский

een+lening+sluiten

Толкование Перевод

1 делать заём

v
gener. een lening aangaan, een lening sluiten

Russisch-Nederlands Universal Dictionary > делать заём
2 Aufnahme

Aufnahme

〈v.; Aufnahme, Aufnahmen〉

1 begin, het beginnen ⇒ opening

2 opneming, opname ⇒ onderbrenging

3 opname ⇒ ontvangst; reactie

4 receptie 〈 van een hotel〉 opname 〈 van een ziekenhuis〉

5 opneming ⇒ toelating

6 opneming, het sluiten

7 opneming, opname 〈 ook fotografie〉 ⇒ registratie

♦voorbeelden:

1    die Aufnahme von Verhandlungen • het aanknopen van onderhandelingen

2    die Aufnahme in den Spielplan • de opname, opneming in het repertoire

3    gastliche Aufnahme finden • gastvrij opgenomen, ontvangen worden

(eine) begeisterte Aufnahme finden • enthousiaste reacties krijgen

die Aufnahme in der Familie • de opname, het onthaal in het gezin

5    die Aufnahme in dem, in das Gymnasium • de toelating tot het gymnasium

6    die Aufnahme einer Anleihe • het sluiten van een lening

7    die Aufnahme eines Geländes • de opmeting van een terrein

die Aufnahme eines Protokolls • het schrijven van de notulen

die Aufnahme eines Unfalls • de protocollering van een ongeval

die Aufnahme eines Konzerts • de opname van een concert

die Aufnahme eines Ausdrucks in eine Sprache • het overnemen van een uitdrukking in een taal

die Aufnahme eines Wortes in ein Wörterbuch • de opneming van een woord in een woordenboek

¶    die Aufnahme der Feuchtigkeit • de opneming van het vocht

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Aufnahme
3 Darlehen

Darlehen

〈o.; Darlehens, Darlehen〉

1 lening, geleend bedrag ⇒ krediet, voorschot

♦voorbeelden:

1 ein ungesichertes Darlehen • een blanco krediet

ein Darlehen abschließen • een lening aangaan, sluiten

als Darlehen geben • te leen geven

als Darlehen erhalten • in leen ontvangen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Darlehen
4 aufnehmen

aufnehmen

1 (op)nemen ⇒ oprapen

2 opnemen ⇒ beginnen

3 opnemen ⇒ ontvangen, onderdak verlenen

4 opnemen ⇒ toelaten, aannemen

5 opnemen ⇒ (kunnen) bevatten

6 opnemen ⇒ onthouden, begrijpen

7 opnemen ⇒ tot zich nemen

8 (op)nemen ⇒ lenen

9 opnemen ⇒ reageren op

10 opnemen ⇒ optekenen, opmeten

11 opnemen ⇒ fotograferen, filmen

♦voorbeelden:

1    〈 sport en spel〉 den Ball aufnehmen • de bal aannemen

die Küche aufnehmen • de keuken dweilen

Maschen aufnehmen • steken opnemen

ein Kind auf den Arm aufnehmen • een kind op de arm nemen

etwas vom Boden aufnehmen • iets van de grond oprapen

2    eine Arbeit aufnehmen • een werk opnemen, beginnen

den Kampf aufnehmen • de strijd aanbinden

die Verfolgung aufnehmen • de achtervolging inzetten

4    einen Punkt in die Tagesordnung aufnehmen • een punt op de agenda zetten

5    der Bus nimmt fünfzig Personen auf • de bus biedt plaats aan vijftig personen

6    〈 onovergankelijk werkwoord〉 der Schüler nimmt gut auf • de leerling leert gemakkelijk

7    Sauerstoff aufnehmen • zuurstof opnemen

8    eine Anleihe aufnehmen • een lening aangaan, sluiten

9    ein Buch günstig aufnehmen • een boek gunstig ontvangen

der Film wurde mit Begeisterung vom Publikum aufgenommen • het publiek reageerde enthousiast op de film

10 〈 juridisch〉 die Geschworenenliste aufnehmen • de lijst van gezworenen samenstellen

ein Protokoll aufnehmen • een proces-verbaal opmaken

einen Unfall aufnehmen • een ongeval protocolleren

〈 juridisch〉 eine Urkunde aufnehmen • een akte verlijden

11 etwas auf Platte aufnehmen • iets op de plaat opnemen

¶    es mit jemandem aufnehmen (können) • het tegen iemand kunnen opnemen

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > aufnehmen
5 Anleihe

Anleihe

〈v.〉

1 lening

2 ontlening

♦voorbeelden:

1 eine Anleihe aufnehmen, machen • een lening aangaan, sluiten

2 diese Anleihe hat er bei Böll gemacht • dat heeft hij aan Böll ontleend

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > Anleihe
6 die Aufnahme einer Anleihe

die Aufnahme einer Anleihe

het sluiten van een lening

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > die Aufnahme einer Anleihe
7 ein Darlehen abschließen

ein Darlehen abschließen

een lening aangaan, sluiten

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ein Darlehen abschließen
8 eine Anleihe aufnehmen

eine Anleihe aufnehmen

een lening aangaan, sluiten

Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > eine Anleihe aufnehmen
9 contracter

contracter [kõtraaktee]

I    〈 overgankelijk werkwoord〉

1 〈 schuld, verplichting, verbintenis, verbond〉 aangaan ⇒ 〈 verplichting, verantwoordelijkheid〉 op zich nemen ⇒ 〈 verzekering〉 afsluiten ⇒ 〈 lening, huwelijk〉 sluiten

2 〈 gewoonte〉 aannemen ⇒ 〈 ziekte〉 oplopen

3 (doen) samentrekken ⇒ 〈 spieren〉 spannen ⇒ 〈 gezicht〉 verstarren

4 〈vooral passief; van personen〉 in een toestand van spanning brengen

♦voorbeelden:

3    l'émotion contracte sa gorge • de emotie knijpt hem de keel dicht

4    être contracté • nerveus, gespannen zijn

II se contracter 〈 wederkerend werkwoord〉

1 zich samentrekken ⇒ inkrimpen, zich spannen, verstarren 〈 van gezicht〉

1. v
1) (af)sluiten [contract]

2) aangaan [verplichting]

3) op zich nemen [verantwoordelijkheid]

4) oplopen [ziekte]

5) aannemen [gewoonte]

6) (doen) samentrekken [spieren]

7) spannen [spieren]
2. se contracter
v

1) zich samentrekken

2) verstarren [gezicht]

Dictionnaire français-néerlandais > contracter

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

een+lening+sluiten

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: со всех языков на нидерландский

een+lening+sluiten

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: