Перевод: с английского на нидерландский

с нидерландского на английский

С нидерландского на:
Английский
С английского на:
Нидерландский

dreigen

Толкование Перевод

1 shake a stick at

dreigen

English-Dutch dictionary > shake a stick at
2 hold over

hold over

I 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 aanhouden

2 verdagen ⇒ uitstellen

II 〈werkwoord + voorzetsel〉

1 dreigen met

♦voorbeelden:

1 hold someone's past over him • iemand met zijn verleden achtervolgen

hold something over someone • iemand dreigen/chanteren met iets

English-Dutch dictionary > hold over
3 lour

v. dreigen, er dreigend uitzien, donker en bedreigend zijn (lucht, enz.); wenkbrauwen fronsen, voorhoofd fronsen; minder en minder maken; lager maken

lour

, 〈 Amerikaans-Engels spelling voornamelijk〉 lower [ lauə]

1 dreigen ⇒ er dreigend uitzien 〈 lucht, weer〉

2 nors/dreigend kijken

♦voorbeelden:

2 lour at/(up)on someone • iemand nors aankijken

English-Dutch dictionary > lour
4 menace

n. bedreiging; gevaar; storing
--------
v. dreigen, in gevaar brengen, riskeren

menace¹

[ mennis] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 (be)dreiging

2 lastpost ⇒ gevaar

♦voorbeelden:

1 filled with menace • vol dreiging

a menace to peace • een bedreiging van de vrede

————————

menace²

〈 werkwoord〉

1 (be)dreigen

English-Dutch dictionary > menace
5 threaten

v. bedreigen; in gevaar brengen

threaten

[ θretn]

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 dreigen (te gebeuren)

2 er dreigend uitzien

♦voorbeelden:

1   danger threatened • er dreigde gevaar

2   the weather threatens • de lucht ziet er dreigend uit

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 bedreigen ⇒ een dreigement uiten tegen

2 bedreigen ⇒ een gevaar vormen voor

3 dreigen (met)

♦voorbeelden:

1   the boys were threatened with punishment • de jongens werden met straffen bedreigd

2   peace is threatened • de vrede is in gevaar

3   they threatened to kill him • ze dreigden hem te doden

English-Dutch dictionary > threaten
6 brew

n. brouwsel, aftreksel
--------
v. bierbrouwen; broeien

brew¹

[ broe:] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 brouwsel ⇒ bier, aftreksel

♦voorbeelden:

1 I like a strong brew • ik houd van sterke thee

————————

brew²

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 bierbrouwen

2 trekken 〈 van thee〉

3 broeien ⇒ dreigen, op komst zijn

♦voorbeelden:

3 something's brewing • er broeit iets

¶ brew up • thee zetten

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 brouwen 〈 bier〉 ⇒ zetten 〈 thee〉

2 brouwen ⇒ uitbroeden

English-Dutch dictionary > brew
7 hold something over someone

hold something over someone

iemand dreigen/chanteren met iets

English-Dutch dictionary > hold something over someone
8 impend

v. afhangen van, dichtbij zijn; bang maken

impend

[ impend]

1 dreigen ⇒ ophanden zijn

♦voorbeelden:

1 serious dangers impend over us all • ons allen hangen grote gevaren boven het hoofd

English-Dutch dictionary > impend
9 overhang

n. overhangend gedeelte
--------
v. uitsteken; hangen over/boven

overhang¹

〈 zelfstandig naamwoord〉

1 overhang(end gedeelte) ⇒ uitsteeksel

2 〈 luchtvaart〉 overhang

————————

overhang²

I 〈 onovergankelijk en overgankelijk werkwoord〉

1 overhangen ⇒ uitsteken

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 boven het hoofd hangen ⇒ voor de deur staan, dreigen

English-Dutch dictionary > overhang
10 sabre-rattling

sabre-rattling

1 sabelgekletter ⇒ (het dreigen met) militair geweld

English-Dutch dictionary > sabre-rattling
11 stick

n. stok; stuk; stam
--------
v. plakken; steken; blijven steken; volhouden; vastplakken; neerzetten

stick¹

[ stik]

I 〈 telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 stok ⇒ tak; stuk hout; trommelstok; dirigeerstok

2 staf ⇒ stok(je)

3 staaf(je) ⇒ reep(je), stuk

4 roede ⇒ stok, knuppel

5 stick ⇒ hockeystick; (polo)hamer

6 stengel ⇒ steel 〈 selderie〉

7 hek ⇒ hindernis, horde 〈 bij wedren〉

8 〈 informeel〉 figuur ⇒ snuiter; 〈 in het bijzonder〉 droogstoppel

♦voorbeelden:

3   a stick of chalk • een krijtje

4   〈 figuurlijk〉 the big stick • de stok achter de deur, machtsvertoon

5   〈 figuurlijk〉 wield the big stick • dreigen

8   you clever old stick! • jij oude slimmerik!

→ dirty dirty/, thick thick/, wrong wrong/

II 〈 niet-telbaar zelfstandig naamwoord〉

1 het afranselen 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ afranseling

♦voorbeelden:

1   〈 voornamelijk figuurlijk〉 get/take (a lot of) stick • er (f) van langs krijgen

     give someone some stick • iemand een pak slaag geven

III 〈 meervoud〉

1 〈 informeel〉(schamele) inboedel/huisraad

2 〈the; Amerikaans-Engels; informeel〉 rimboe ⇒ afgelegen gebied

♦voorbeelden:

1   sticks of furniture • schamele meubelstukken

————————

stick²

〈 stuck, stuck [ stuk]〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 klem zitten ⇒ vastzitten

2 blijven steken ⇒ (blijven) vastzitten

3 plakken 〈 ook figuurlijk〉 ⇒ (vast)kleven; 〈 informeel〉 blijven

♦voorbeelden:

2   〈 figuurlijk〉 stick in the mud • blijven steken, niet met zijn tijd meegaan

3   it will always stick in my mind • dat zal me altijd bijblijven

     〈 informeel〉 stick together • bij elkaar blijven

     〈 figuurlijk〉 stick about/around • rondhangen, in de buurt blijven

     〈 informeel〉 stick by one's old friends • zijn oude vrienden trouw blijven

     〈 informeel〉 stick to it! • volhouden!

     stick to the point • bij het onderwerp blijven

     stick to one's principles • trouw blijven aan zijn principes

→ stick at stick at/, stick out stick out/, stick up stick up/

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 (vast)steken ⇒ (vast)prikken, bevestigen; opprikken

2 doodsteken ⇒ neersteken

3 〈 informeel〉 steken ⇒ zetten, leggen

4 (vast)kleven ⇒ vastlijmen/plakken

5 〈alleen ontkennend; informeel〉 pruimen ⇒ uitstaan, verdragen

♦voorbeelden:

3   stick it in your pocket • stop/doe het in je zak

5   I can't stick him • ik heb de pest aan hem

→ stick out stick out/, stick up stick up/

English-Dutch dictionary > stick
12 wag one's finger at someone

wag one's finger at someone

iemand met de vinger dreigen

English-Dutch dictionary > wag one's finger at someone
13 wag

n. grappenmaker, schalk; kwispelen (staart)
--------
v. waggelen, wiebelen; kwispelen (v. staart)

wag¹

[ wæg] 〈 zelfstandig naamwoord〉

1 waggeling ⇒ kwispeling, wiebeling

2 〈 informeel〉 grappenmaker ⇒ snaak

————————

wag²

〈 wagged〉

I 〈 onovergankelijk werkwoord〉

1 waggelen ⇒ wiebelen, schommelen 〈 bij het lopen〉

2 kwispelen

3 bedrijvig zijn

♦voorbeelden:

1 set the tongues wagging • de tongen in beweging brengen

II 〈 overgankelijk werkwoord〉

1 schudden 〈 hoofd〉 ⇒ heen en weer bewegen

2 kwispelen 〈 staart〉

♦voorbeelden:

1 wag one's finger at someone • iemand met de vinger dreigen

English-Dutch dictionary > wag
14 wield the big stick

wield the big stick

dreigen

English-Dutch dictionary > wield the big stick
15 barking dogs do not bite

blaffende honden bijten niet,dreigen zonder bedoeling

English-Dutch dictionary > barking dogs do not bite

См. также в других словарях:

dreigen — Vsw dringen, drohen … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
De Vlaamse Leeuw — English: The Flemish Lion Regional anthem of Flanders Lyrics Hippoliet Van Peene, 1847 Music Karel Miry Adopted 1973 … Wikipedia
Nakheel Tower — Artist s rendering of Nakheel Tower at night. Former names Al Burj General information Status … Wikipedia
De Vlaamse Leeuw — (ndl.), zu deutsch „Der flämische Löwe“, ist der Name der Nationalhymne Flanderns. Am 6. Juli 1973 wurde sie per Dekret zur Hymne erhoben. Hippoliet van Peene (1811–1864) verfasste den Text, Karel Miry (1823–1899) komponierte die Melodie.… … Deutsch Wikipedia
Vlaamse Leeuw — Le Vlaamse Leeuw est depuis 1985 l hymne officiel de la Communauté flamande. Sommaire 1 Origine et Histoire 2 Musique 3 Texte de l hymne en néerlandais 4 … Wikipédia en Français
Башня Накхил — Башня Нахиль Местонахождение Дубай … Википедия
Бурдж-Халифа — Местонахождение … Википедия
Brabants Dagblad — Type Daily newspaper Format 43 cm x 28 cm (since 2007) Owner Wegener Editor Annemieke Besseling Founded 1771/1959[1] … Wikipedia
De Vlaamse Leeuw — El Vlaamse Leeuw es el himno de Flandes, que es una región de Bélgica. La letra de el Vlaamse Leeuw (en flamenco/holandés) es la siguiente: Zij zullen hem niet temmen, de fiere Vlaamse Leeuw, Al dreigen zij zijn vrijheid met kluisters en… … Wikipedia Español
drohen — Vsw std. (8. Jh.), mhd. drōn, Nebenform zu dröuwen, ahd. drewen Stammwort. Aus wg. * þraw ja Vsw. drohen , auch in ae. þrēan, þrēagan. Die neuhochdeutsche Form ist lautlich von umgebungsbedingten Varianten, hauptsächlich dem Substantiv mhd. drō,… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Draugen — (auch dreigen = vertrauen, auf etwas rechnen, sich auf etwas spitzen). Wo me sik up drüget, dat eame entflüget. (Westf.) … Deutsches Sprichwörter-Lexikon

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

dreigen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Словари и энциклопедии на Академике

Перевод: с английского на нидерландский

dreigen

См. также в других словарях:

Поделиться ссылкой на выделенное

Прямая ссылка: