-
1 dies
-
2 dies gilt sinngemäß
-
3 dies ist ein Zeugnis ihres klugen Handelns
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > dies ist ein Zeugnis ihres klugen Handelns
-
4 dies und jenes
-
5 dies zeitigt Früchte
-
6 der Film deutete dies nur zart an
de film gaf, duidde dit slechts vaag aanWörterbuch Deutsch-Niederländisch > der Film deutete dies nur zart an
-
7 über dies und das reden
-
8 Gründungstag
-
9 Jahrestag
-
10 Zeugnis
Zeugnis〈o.; Zeugnisses, Zeugnisse〉1 getuigenis, getuigenverklaring ⇒ 〈 figuurlijk〉 bewijs, teken2 rapport, getuigschrift3 schriftelijke verklaring, attest♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 dies ist ein Zeugnis ihres klugen Handelns • dit is een bewijs van haar verstandig handelenZeugnis ablegen • getuigen2 〈 figuurlijk〉 ich kann ihr nur das beste Zeugnis ausstellen • ik kan alleen maar goeds over haar zeggengute Zeugnisse vorlegen, vorweisen • goede getuigschriften, referenties overleggen -
11 ander
ander♦voorbeelden:1 ein anderes Mal • een ander(e), volgende keeranderer Meinung sein • een andere mening toegedaan zijnjemanden eines anderen belehren • iemand op de hoogte brengen van de ware toestand, toedrachtsich eines anderen besinnen • van mening veranderenein Wort gab das andere • van het ene woord kwam het anderees ist ein anderer • het is iemand andersvieles andere mehr • nog veel meereiner hinter, nach dem ander(e)n • de ene na de andereeins ins andere gerechnet • door elkaar genomenein Mal über das andere (Mal) • keer op keer, telkens weereinen Tag um den anderen • om de andere dagvon einem Tag zum anderen • van de ene dag op de anderezum andern • ten tweedeeins kam zum anderen • het ene bracht het andere meedie einen …, die anderen … • sommigen …, anderen …alles andere als • allesbehalveauf die eine oder andere Art • op de een of andere manierund anderes mehr • en wat dies meer zij -
12 dergleichen
dergleichen1 zulke, dergelijke2 zoiets, iets dergelijks♦voorbeelden:und dergleichen mehr • en wat dies meer zij -
13 einmal
einmal1 〈 met klemtoon op de eerste lettergreep〉eenmaal, één keer2 〈 klemtoon wisselt〉ooit (eens), eens♦voorbeelden:1 einmal dies, einmal das • nu eens dit, dan weer dateinmal mehr • eens te meereinmal übers, ums andere • keer op keer -
14 jener
jener〈 formeel〉1 die (daar), dat (daar) ⇒ gene, gindse, eerstgenoemd; andere♦voorbeelden:bald dieser, bald jener • nu eens die, dan weer die (andere)diese und jene • deze(n) en gene(n)dies und jenes • (het) een en ander -
15 s.d.
s.d.〈 afkorting〉 [siehe dies!; siehe dort!] -
16 sinngemäß
sinngemäß1 inhoudelijk ⇒ volgens, naar de betekenis, inhoud (weergegeven)2 zinvol, zinnig3 logisch, consequent♦voorbeelden: -
17 sonstig
sonstig♦voorbeelden:die Rubrik ‘Sonstiges’ • de rubriek ‘Varia’, ‘Allerlei’, ‘Diversen’und Sonstiges • en wat dies meer zij, en dergelijke -
18 und Sonstiges
en wat dies meer zij, en dergelijke -
19 und anderes mehr
-
20 und dergleichen mehr
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Dies iræ — Cette page d’homonymie répertorie les différents sujets et articles partageant un même nom. Dies iræ est une locution latine signifiant Jour de colère, premiers mots d un texte latin de la liturgie catholique des défunts qui a fait sa célébrité.… … Wikipédia en Français
Dies — bezeichnet: einen Ortsteil von Gackenbach das Wort Tag im Lateinischen verkürzt für Dies academicus, einen akademischen Feiertag Dies (Texas), Ort in den Vereinigten Staaten Dies ist der Familienname folgender Personen: Albert Christoph Dies… … Deutsch Wikipedia
Dies — DIES, ei, (⇒ Tab. I.) des Chaos unds der Kaligo oder der Dunkelheit Tochter. Hygin. Præf. p. 1. Sie zeugete wiederum mit dem Aether die Erde. den Himmel und das Meer. Idem ibid. p. 2. Man muß aber dieses Wesen als eine Frauensperson nach dem… … Gründliches mythologisches Lexikon
Dies [1] — Dies (lat.), 1) der Tag; D. certus, ein bestimmter Kalendertag; D. incertus, wenn derselbe sich nicht mit Gewißheit als Kalendertag bestimmen läßt, z.B. am Tage, wo mein Vater sterben wird; 2) Zeitpunkt überhaupt, Termin; daher ex die in diem… … Pierer's Universal-Lexikon
Dies [2] — Dies, Albert, geb. 1755 in Hannover, Landschaftsmaler u. Kupferstecher, gab mit Reinhard u. Mechau in Rom, wohin er 1775 ging, eine Folge von Radirungen unter dem Titel: Collection de vues pittoresques de l Italie, 72 Blätter, Nürnberg 1799,… … Pierer's Universal-Lexikon
Diës — (lat.), der Tag, in der Rechtssprache der Zeitpunkt, Termin, Tagfahrt (s. am Schluß dieses Artikels). D. absolutionis, der Gründonnerstag (s.d.), weil an ihm die Lossprechung von Kirchenstrafen stattfand; D. adoratus, Karfreitag (s.d.), von der… … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Dies. — Dies., bei Tiernamen Abkürzung für Karl Moritz Diesing, Helmintholog; schrieb: »Systema Helminthum« (Wien 1859–51, 2 Bde.) … Meyers Großes Konversations-Lexikon
Diës — (lat.), Tag, bes. Gerichtstag, Termin. D. a quo, Anfangstermin. D. ad quem, Endtermin. D. ater, ein Unglückstag der Römer, an dem sie eine Niederlage erlitten hatten, namentlich Alliénsis D. (s. Allia). D. irae, Tag des Zorns; Anfangsworte des… … Kleines Konversations-Lexikon
Dies — Dies, S. Dieser … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
Dies — Dies, der Tag; der bürgerliche Tag geht von Mitternacht bis zur Mitternacht (d. civilis); dann überhaupt Zeitpunkt. D. cedit, Zeitpunkt, wo das Recht wirklich begründet wird (z.B. bei Vermächtnissen mit dem Tode des Erblassers); d. venit,… … Herders Conversations-Lexikon
dies — index date Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary