-
41 dos
dos [doo]〈m.〉♦voorbeelden:en dos d'âne • zadelvormig, aan twee zijden afhellendpont en dos d'âne • boogbrugson travail a bon dos • zijn werk is een gemakkelijke uitvluchtfaire le gros dos • een hoge rug opzetten 〈 van kat〉; 〈 figuurlijk〉zich bukken, in elkaar duiken 〈 als men een standje krijgt〉il est large de dos • hij heeft een brede rug〈figuurlijk; informeel〉 en avoir plein le dos • z'n buik ervan vol hebben, er van balen〈 figuurlijk〉 courber, ployer le dos • door de knieën gaan, zich gewonnen gevenmettre, renvoyer dos à dos deux personnes • noch de een noch de ander in het gelijk stellen〈 figuurlijk〉 poignarder qn. dans le dos • iemand op verraderlijke, geniepige wijze aanvallendès qu'elle eut le dos tourné • zodra zij zich had omgedraaidtourner le dos à qn., à qc. • iemand, iets de rug toekeren 〈 ook figuurlijk〉dos à dos • rug-aan-rugêtre le dos au mur • met de rug tegen de muur staanavoir dans le dos • achter zich hebbenporter les cheveux dans le dos • het haar los op de rug dragensentir qn. dans son dos • voelen dat iemand achter je staatregarder qn. de dos • iemand op de rug kijken〈 figuurlijk〉 avoir qc., qn. sur son dos • voortdurend door iets, iemand lastig gevallen wordenêtre toujours sur le dos de qn. • iemand voortdurend op de vingers kijkense mettre un pull sur le dos • een trui aantrekkentaper sur le dos de qn. • kwaadspreken over iemandtomber sur le dos de qn. • iemand op z'n nek springen; 〈 figuurlijk〉onverwachts bij iemand binnenvallen, iemand tot last zijnm1) rug2) achterzijde, onderkant -
42 écume
-
43 élève
élevé [eelvee]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 hoog2 verheven ⇒ edel, hoog♦voorbeelden:pouls élevé • te snelle polsterrain élevé • hoogtemal élevé • ongemanierdse conduire comme un mal élevé • zich onbeschoft gedragenm/f1) leerling/-e3) jonge plant, stek -
44 élever
élever [eelvee]1 opheffen ⇒ ophijsen, optillen3 verhogen4 opperen ⇒ aantekenen, aanvoeren, uiten, opwerpen♦voorbeelden:1 zich verheffen ⇒ opstijgen, oprijzen3 (op)rijzen ⇒ ontstaan, opkomen, zich verheffen, heviger worden4 〈 van personen〉vooruitkomen, -gaan♦voorbeelden:la foule s'éleva à dix mille personnes • er waren tienduizend mensens'élever contre qn., qc. • zich tegen iemand, iets verzetten1. v1) opheffen2) oprichten, opbouwen3) verhogen4) uiten5) opvoeden [kind]6) fokken [dier]2. s'éleverv1) zich verheffen, oprijzen2) stijgen3) toenemen4) vooruitkomen -
45 émigration
-
46 empailler
-
47 épaule
épaule [eepool]〈v.〉1 schouder♦voorbeelden:donner un coup d'épaule à qn., prêter l'épaule à qn. • iemand een handje helpenhausser, lever les épaules • zijn schouders ophalenployer, courber les épaules • zich gewonnen geven, door de knieën gaanavoir la tête enfoncée dans les épaules • een korte nek hebben→ têtef1) schouder2) schouderstuk [dier] -
48 éponge
éponge [eepõzĵ]〈v.〉1 spons♦voorbeelden:éponge artificielle, synthétique • kunstsponséponge métallique • pannen-, schuursponsboire comme une éponge • drinken als een sponspasser l'éponge sur un événement • de spons over een gebeurtenis halenpassons l'éponge là-dessus • zand eroverpresser l'éponge • iemand uitwringenf1) spons -
49 exercer
exercer [egzersee]3 〈 beroep, praktijk〉 uitoefenen ⇒ 〈 functie〉 vervullen ⇒ 〈 ambt〉 bekleden, een praktijk hebben 〈 dokter, advocaat〉♦voorbeelden:1 exercer (qn.) à (faire) qc. • (iemand) leren, opleiden om (iets te doen)exercer la médecine • de geneeskunde uitoefenenil n'exerce plus • hij praktiseert niet meer, heeft geen praktijk meer♦voorbeelden:v1) (uit)oefenen2) vervullen, bekleden [ambt]3) ontplooien [talent]4) doen gelden [recht] -
50 faux-bourdon
mdar [dier] -
51 femelle
femelle [fəmel]〈bijvoeglijk naamwoord; ook v.〉♦voorbeelden:fwijfje, vrouwtje [dier] -
52 grégaire
-
53 guider
guider [giedee]♦voorbeelden:guider un cheval • een paard mennenguider un touriste • een toerist rondleidenvisite guidée • rondleidingv1) leiden, de weg wijzen2) begeleiden3) besturen -
54 jambe
jambe [zĵãb]〈v.〉4 steun ⇒ schraag, steunbalk♦voorbeelden:jambe de devant • voorbeenjambes en X • x-benenjambes arquées • o-benenjambes cagneuses • x-benenles jambes écartées • wijdbeensavoir de mauvaises jambes • slecht ter been zijnj'ai les jambes coupées • ik kan niet meer op mijn benen staanj'en ai eu les jambes coupées • ik stond te trillen op mijn benenavoir 10 kilomètres dans les jambes • 10 kilometer gelopen hebbenavoir les jambes en coton, comme du coton • slap in de benen zijnavoir les jambes en pâté de foie • knikkende knieën hebben, wankel op zijn benen staanavoir des jambes de vingt ans • nog goed ter been zijnn'avoir plus de jambes • geen benen meer hebben om op te staan, doodmoe zijncouper les jambes à qn. • iemand machteloos makense dégourdir les jambes • zich wat vertreden, een eindje om lopenla peur lui donne des jambes • uit angst zet hij het op een lopen〈 schertsend〉 cela me fait une belle jambe! • daar schiet ik toch niets mee op!jouer des jambes • er snel vandoor gaanprendre ses jambes à son cou • zich uit de voeten maken, de benen nementirer dans les jambes de, à qn. • iemand dwarszittens'enfuir à toutes jambes • er snel vandoor gaan, weghollen, wegvluchtenêtre dans les jambes de qn. • iemand voor de voeten lopenfaire qc. par-dessous, par-dessus la jambe • iets op z'n janboerenfluitjes doentenir sur ses jambes • op zijn benen (kunnen) staanf1) been, poot2) broekspijp3) steun -
55 jarret
-
56 laisse
laisse [les]〈v.〉♦voorbeelden:1 mener, tenir en laisse • aan de lijn, aangelijnd houdenflijn, riem, band -
57 marché
marche [maarsĵ]〈v.〉1 (het) lopen ⇒ (het) wandelen, (het) marcheren2 manier van lopen ⇒ loop, gang3 werking ⇒ beweging, gang4 verloop ⇒ beloop, loop5 trede ⇒ afstapje, opstapje♦voorbeelden:à une heure de marche • op één uur gaansfaire de la marche (à pied) • wandelen, wandelingen makenmarche arrière, avant • achter-, vooruit3 machine en état de marche • machine die het doet, die werktvoyager dans le sens de la marche • vooruitrijdenla bonne marche du service • het goed functioneren van de dienstmettre en marche • in beweging zetten, aan de gang brengen, aanzettense mettre en marche • zich in beweging zettentrain en marche • rijdende trein5 descendre, monter les marches • de trap af-, oplopenattention à la marche! • denk om het afstapje!marche funèbre • treurmarsfermer la marche • achteraanlopenouvrir la marche • voorop, vooraan lopenen avant, marche! • voorwaarts, mars!¶ les Marches • de Marche, de Markenm2) transactie, koop -
58 mastodonte
mastodonte [maastoddõt]〈m.〉m1) mastodont [dier]2) kolos, joekel -
59 migration
migration [miegraasjõ]〈v.〉1 migratie ⇒ (volks)verhuizing, bevolkingsverplaatsing♦voorbeelden:la migration des barbares • de grote volksverhuizingmigrations alternantes • pendelverkeer, woon-werkverkeerf1) migratie, verhuizing2) trek [dier]3) verplaatsing -
60 mufle
mufle [muufl]〈m.; ook bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:2 ce qu'il peut être mufle! • wat kan hij lomp doen!adjlomp, klungelig
См. также в других словарях:
Dier — ist Teil des Namens von Kanton Saint Dier d’Auvergne Dier ist der Familienname folgender Personen: Dirk Dier (* 1972), deutscher Tennisspieler Gerhard Dier (* 1949), deutscher Fußballspieler Siehe auch: Doblhoff Dier Dieren Diers … Deutsch Wikipedia
Dier Dibwan — is a small town near the city of Ramallah, West Bank. The current population of the town is estimated at 9500, consisting of three families which date back to 1890. Done by Almutaz Rahman … Wikipedia
Dier, Amadeus — see Dier, Erhard Amadeus … Dictionary of erotic artists: painters, sculptors, printmakers, graphic designers and illustrators
Dier, Erhard Amadeus — (2/8/1893 Vienna 9/25/1969 Klosterneuburg) (Austria); aka Amadeus Dier, Erhard Painter, graphic artist, and illustrator. Vienna based artist was renowned for the technical quality of his work. Among his artwork was illustrations to Boccaccio s … Dictionary of erotic artists: painters, sculptors, printmakers, graphic designers and illustrators
Dier — Übername zu mnd. der, mhd. tier »Tier, wildes Tier« … Wörterbuch der deutschen familiennamen
DIER — Dierna, Diernensis, dierum … Abbreviations in Latin Inscriptions
dier — di·er … English syllables
dier — meti … Woordenlijst Sranan
dier — ˈdī(ə)r, īə noun ( s) : one that dies … Useful english dictionary
Saint-Dier-d'Auvergne — 45° 40′ 37″ N 3° 29′ 00″ E / 45.6769444444, 3.48333333333 … Wikipédia en Français
Canton de Saint-Dier-d'Auvergne — Administration Pays France Région Auvergne Département Puy de Dôme Arrondissement Arrondissement de Clermont Ferrand … Wikipédia en Français