-
81 als boeman dienen
als boeman dienen -
82 als mikpunt dienen voor
als mikpunt dienen voor -
83 als motto dienen
als motto dienen -
84 als proefkonijn dienen
als proefkonijn dienen -
85 als richtsnoer dienen
als richtsnoer dienen -
86 als ruilmiddel dienen
als ruilmiddel dienen -
87 als sluitpost op de begroting dienen
als sluitpost op de begroting dienenDeens-Russisch woordenboek > als sluitpost op de begroting dienen
-
88 bij de vloot dienen
bij de vloot dienen -
89 deze gegevens kunnen ons weinig dienen
deze gegevens kunnen ons weinig dienenDeens-Russisch woordenboek > deze gegevens kunnen ons weinig dienen
-
90 ergens toe dienen
ergens toe dienenêtre pour qc. -
91 iemand getrouw dienen
iemand getrouw dienenservir qn. loyalement -
92 iemand van repliek dienen
iemand van repliek dienenrépondre à qn. du tac au tac -
93 iemands belangen dienen
iemands belangen dienenservir les intérêts de qn. -
94 niemand kan twee heren dienen
niemand kan twee heren dienen -
95 om u te dienen
om u te dienen -
96 ter voorbereiding (dienen) op, voor
ter voorbereiding (dienen) op, voor(servir) de préparation à, pourDeens-Russisch woordenboek > ter voorbereiding (dienen) op, voor
-
97 tot vermaak dienen
tot vermaak dienen -
98 vensters dienen om licht en lucht toe te laten
vensters dienen om licht en lucht toe te latenDeens-Russisch woordenboek > vensters dienen om licht en lucht toe te laten
-
99 (iemand) van repliek dienen
(iemand) van repliek dienenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > (iemand) van repliek dienen
-
100 als basis dienen voor
als basis dienen voorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > als basis dienen voor
См. также в других словарях:
dienen zu — dienen zu … Deutsch Wörterbuch
dienen — dienen … Deutsch Wörterbuch
Dienen — Dienen, verb. reg. neutr. welches das Hülfswort haben erfordert, und mit der dritten Endung des Hauptwortes verbunden wird. Es bedeutet, 1. Eigentlich, überhaupt, jemanden unterwürfig, von ihm abhängig seyn, und diese Abhängigkeit durch die That… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
dienen — Vsw std. (8. Jh.), mhd. dienen, ahd. dionōn, thionōn, as. thionon Stammwort. Aus g. * þiwa nō Vsw. dienen , auch in anord. þjóna, afr. thiānia; vielleicht Ersatz für älteres * skalki nō in gt. skalkinon gleicher Bedeutung und entsprechender… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
dienen — dienen: Das altgerm. Verb mhd. dienen, ahd. dionōn, niederl. dienen, schwed. tjäna ist abgeleitet von einem germ. Substantiv mit der Bedeutung »Diener, Gefolgsmann«, das in got. Þius »Knecht«, urnord. ÞewaR »Diener, Lehnsmann« bewahrt ist und… … Das Herkunftswörterbuch
dienen — V. (Mittelstufe) bei jmdm. als Diener arbeiten Beispiel: Sie hat ihr ganzes Leben lang ihrem Herrn als Magd gedient. Kollokation: seiner Heimat dienen dienen V. (Mittelstufe) für etw. gebraucht werden, einen bestimmten Verwendungszweck haben… … Extremes Deutsch
dienen — bewirten; bedienen; servieren; fungieren; eignen; wirken; herhalten; nutzen; fördern; bereichern; begünstigen; nützen; … Universal-Lexikon
Dienen — 1. De, der dênt, is sô gôd as de, der lônt. – Goldschmidt, 103; Bueren, 120. Die Dienstboten sind in Oldenburg den Kindern des Hauses fast vollständig gleichgestellt; sie gehören ganz mit zur Familie, und da auch die Kinder wohlhabender Landleute … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
dienen — die·nen; diente, hat gedient; [Vi] 1 etwas dient etwas (Dat) etwas fördert oder unterstützt etwas: Die Fortschritte in der Medizin dienen der Gesundheit der Menschen 2 etwas dient (jemandem) als / zu etwas etwas wird von jemandem zu einem… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
dienen — 1. a) angestellt sein, arbeiten, Dienst machen/tun, tätig sein; (veraltend): in Dienst[en] sein/stehen. b) den Militärdienst/Wehrdienst [ab]leisten. 2. a) beistehen, eintreten, sich hingeben, unterstützen, sich widmen, zur Verfügung stehen;… … Das Wörterbuch der Synonyme
dienen — deene … Kölsch Dialekt Lexikon