-
21 kroon
reunuskruunu -
22 dat is de kroon op zijn werk
dat is de kroon op zijn werk -
23 dat spant de kroon
dat spant de kroon -
24 de dienaar van de kroon
de dienaar van de kroon -
25 de kroon spannen
de kroon spannen -
26 de raadslieden van de kroon
de raadslieden van de kroon -
27 de schoonste parel aan zijn kroon
de schoonste parel aan zijn kroonDeens-Russisch woordenboek > de schoonste parel aan zijn kroon
-
28 een gouden kroon op een kies zetten
een gouden kroon op een kies zettenDeens-Russisch woordenboek > een gouden kroon op een kies zetten
-
29 iemand een kroon opzetten
iemand een kroon opzettenfaire l'éloge de qn. -
30 iemand naar de kroon steken
iemand naar de kroon stekenrivaliser avec qn. -
31 pauselijke kroon
pauselijke kroon -
32 dat is de kroon op zijn werk
dat is de kroon op zijn werkVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat is de kroon op zijn werk
-
33 dat spant de kroon
dat spant de kroonthat beats everything, that takes the cakeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dat spant de kroon
-
34 de erfelijkheid van de kroon
de erfelijkheid van de kroonVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de erfelijkheid van de kroon
-
35 de kroon neerleggen
de kroon neerleggenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de kroon neerleggen
-
36 de schoonste parel aan zijn kroon
de schoonste parel aan zijn kroonVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de schoonste parel aan zijn kroon
-
37 dienaar van de kroon
dienaar van de kroonservant/minister of the CrownVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dienaar van de kroon
-
38 een benoeming door de kroon
een benoeming door de kroonVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een benoeming door de kroon
-
39 een gouden kroon op een kies zetten
een gouden kroon op een kies zettenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gouden kroon op een kies zetten
-
40 het prerogatief van de kroon
het prerogatief van de kroonVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het prerogatief van de kroon
См. также в других словарях:
Kroon — bezeichnet: Estnische Krone, ehemalige Währung Estlands Kroon ist der Familienname folgender Personen: Karsten Kroon (* 1976), niederländischer Radrennfahrer Knut Kroon (1906–1975), schwedischer Fußballspieler … Deutsch Wikipedia
kroon — ● kroon nom féminin Monnaies Couronne estonienne … Encyclopédie Universelle
kroon — [kro͞on] n. the basic monetary unit of Estonia: see the table of monetary units in the Reference Supplement … English World dictionary
Kroon — Cette page d’homonymie répertorie des personnes (réelles ou fictives) partageant un même patronyme. Karsten Kroon (1976) : coureur cycliste néerlandais Knut Kroon (1906 1975) : footballeur suédois Nicklas Kroon (1966) :… … Wikipédia en Français
Kroon — This famous Spanish and Italian surname is of unknown etymology. The name appears in many spellings and in a number of countries, these forms include Corona, Coronas, Coronado, Couronne (French), Krone (German), Krona, Kroon (Scandanavian), Kroin … Surnames reference
kroon — noun (plural krooni or kroons) Etymology: Estonian (partitive singular krooni), literally, crown, from Swedish krona or German Krone Date: 1925 see money table … New Collegiate Dictionary
kroon — /kroohn/, n., pl. kroons, krooni /krooh nee/. a former aluminum bronze coin and monetary unit of Estonia, equal to 100 marks or senti. [ < Estonian < Sw krona KRONA] * * * … Universalium
kroon — noun The currency of Estonia, divided into 100 senti Syn: KR … Wiktionary
Kroon, Jim — Contemporary illustrator of images of pain, flagellation, and bondage … Dictionary of erotic artists: painters, sculptors, printmakers, graphic designers and illustrators
kroon — South African Slang money ; can also refer to virginity … English dialects glossary
kroon — [kru:n] noun (plural kroons or krooni) the basic monetary unit of Estonia, equal to 100 sents. Origin Estonian, lit. crown … English new terms dictionary