-
1 cursus
1 [reeks van lessen] course (of study/lectures)2 [leerjaar] course♦voorbeelden:een schriftelijke cursus • a correspondence courseeen cursus geven (over/in) • give a course oneen cursus volgen (bij iemand) • take/follow a course (with someone)op cursus gaan • take a course -
2 cursus
n. course, class, series of lessons or classes on a particular subject -
3 cursus
• course -
4 een schriftelijke cursus
een schriftelijke cursus————————een schriftelijke cursusVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een schriftelijke cursus
-
5 de cursus is afgelopen
de cursus is afgelopenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de cursus is afgelopen
-
6 de cursus wordt gegeven in drie blokken van twee dagen
de cursus wordt gegeven in drie blokken van twee dagenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > de cursus wordt gegeven in drie blokken van twee dagen
-
7 een aanvullende cursus
een aanvullende cursusVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een aanvullende cursus
-
8 een cursus als toehoorder bijwonen
een cursus als toehoorder bijwonenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cursus als toehoorder bijwonen
-
9 een cursus die voorziet in mijn behoeften
een cursus die voorziet in mijn behoeftenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cursus die voorziet in mijn behoeften
-
10 een cursus geven (over/in)
een cursus geven (over/in)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cursus geven (over/in)
-
11 een cursus in handelscorrespondentie
een cursus in handelscorrespondentiea course in commercial/business correspondenceVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cursus in handelscorrespondentie
-
12 een cursus spreken in het openbaar
een cursus spreken in het openbaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cursus spreken in het openbaar
-
13 een cursus volgen (bij iemand)
een cursus volgen (bij iemand)take/follow a course (with someone)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cursus volgen (bij iemand)
-
14 een cursus voor gevorderden
een cursus voor gevorderdenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een cursus voor gevorderden
-
15 een driejarige cursus
een driejarige cursusVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een driejarige cursus
-
16 een inleidende cursus
een inleidende cursusan introductory course, a surveyVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een inleidende cursus
-
17 het aantal inschrijvingen voor de cursus
het aantal inschrijvingen voor de cursusVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het aantal inschrijvingen voor de cursus
-
18 het programma van een cursus/een concert/een georganiseerde reis
het programma van een cursus/een concert/een georganiseerde reisthe syllabus of a course, the programme of a concert, the schedule of an organized tripVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het programma van een cursus/een concert/een georganiseerde reis
-
19 op cursus gaan
op cursus gaan -
20 pao-cursus
pao-cursus
См. также в других словарях:
cursus — [ kyrsys ] n. m. • 1968; mot lat. « cours » ♦ Ensemble des études universitaires dans une matière. Le cursus médical en France dure au minimum sept ans. Faire un double cursus. ● cursus nom masculin (latin cursus, course) Cycle des études… … Encyclopédie Universelle
Cursus — (lat.), 1) Lauf; bes. 2) Wettlauf, 3) (Pädag.), die Zeit, welche ein Studirender auf Schulen (Schul C.), od. Universitäten (akademischer, Universitäts C.) zubringt; C. canonicus, Zeitraum von 3 Jahren, den ein künftiger Canonicus auf einer hohen… … Pierer's Universal-Lexikon
Cursus — Cursus, lat., Lauf, die vollständige Darlegung einer Wissenschaft beim Unterricht; auch die Zeit eines bestimmten Studiums, z.B. der Logik … Herders Conversations-Lexikon
cursus — index career, direction (course) Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
cursus — (izg. kȕrsus) m DEFINICIJA pov. u srednjovjekovnoj latinskoj prozi i u gregorijanskom koralu metrički i ritmički princip rasporeda posljednjih slogova rečenice ili dijela rečenice ETIMOLOGIJA lat … Hrvatski jezični portal
Cursus — Als Cursus (pl. Cursūs, von lateinisch cursus: Lauf, Marschroute) bezeichnet man nach dem Antiquar William Stukeley schmale, extrem lange, meist rechteckige neolithische Erdwerke in Großbritannien. Die falsche im Englischen verwendete Pluralform… … Deutsch Wikipedia
Cursus — Stonehenge Cursus, Wiltshire … Wikipedia
CURSUS — I. CURSUS Graece Δρόμος, in Aegyptiorum templis, dictum est in ingressu eorum pavimentum, Latitudine iugeri aut paulo minus, Longitudine triplâ, aut quadruplâ, apud Callimachum. Λιθόςτρωτον vocat Strabo, l. 17, post quam partem erat Προπύλαιον… … Hofmann J. Lexicon universale
cursus — (курсус | cursus) Приемы, позволяющие ввести в латинскую прозу либо количественный ритм – метрический курсус (cursus métrique), основанный на учете количества, либо тонический ритм – ритмический курсус (cursus rythmique), основанный на… … Пятиязычный словарь лингвистических терминов
cursus — cùr·sus s.m.inv., lat. TS metr. struttura ritmica spec. della prosa latina medievale che consentiva di accelerare o rallentare il discorso agendo attraverso la disposizione degli accenti nelle ultime due parole: cursus planus, tardus, velox; in… … Dizionario italiano
Cursus — Cur|sus [ kurzus] der; , <aus lat. cursus »Lauf, Verlauf«> wohlklingender rhythmischer Satzschluss (Reth.) … Das große Fremdwörterbuch