-
21 ver
3 [zich uitstrekkend over een grote afstand] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 long/longue♦voorbeelden:een sprong van een meter ver • un saut d'un mètrein de verre toekomst • dans un lointain avenireen ver vooruitzicht • une perspective lointaineeen verre voorvader • un lointain ancêtrever gevorderd zijn • avoir bien progresséje hebt te ver gegooid • tu as jeté la balle, la pierre (etc.) trop loindat is ver gezocht • c'est tiré par les cheveuxde nacht is ver gevorderd • il est déjà bien tardver komen • aller loinver met iets komen • bien avancer qc.met die vijftig gulden zul je niet ver komen • tu n'iras pas loin, avec ces cinquante florinsver vooruitzien • voir loinnog (altijd) even ver zijn • ne pas être plus avancé (qu'auparavant)de vrede is nog ver te zoeken • la paix n'est pas pour demainde vanillesmaak is in deze pudding ver te zoeken • il faut de la bonne volonté pour trouver à ce flan un goût de vanillehoe ver is het nog? • c'est encore loin?hoe ver bent u? • où en êtes-vous?u gaat te ver! • vous allez trop loin!dat gaat te ver! • c'est trop fort!ver weg • loinzo ver loop ik niet • je ne vais pas faire tout ce trajet à piedzo ver reikt mijn macht niet • mon pouvoir ne s'étend pas jusque-làzo ver zijn we nog niet • on n'en est pas encore làhij is ver boven de vijftig • il a largement dépassé la cinquantainever na middernacht • bien après minuittot ver in de nacht • jusqu'à une heure avancée de la nuitver uit, van elkaar liggen • être éloignésvan ver komen • venir de loinver van de weg af liggen, staan • être loin de la routehet is ver van het station naar de stad • il y a loin de la gare à la ville2 iemand ver overtreffen • être très supérieur à qn.ver heen zijn • 〈 dronken〉 être bien parti; 〈m.b.t. bewustzijn〉 être à peine conscient; 〈 zeer ziek〉 être au plus malver in de minderheid blijven • être nettement minoritairever onder het gemiddelde • bien au-dessous de la moyennedat het zo ver met iemand kan komen! • que l'on puisse tomber si bas! -
22 achterneef
arrière-cousin, arrière-neveu -
23 achterneef
-
24 achternicht
-
25 boer
3 [lomp persoon] boor ⇒ (country) yokel/bumpkin5 [in samenstellingen] man6 [speelkaart] jack♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 wat de boer niet kent dat vreet hij niet • some people don't trust anything they don't know3 een boer op klompen • a country bumpkin, a real peasant4 een boer laten (vliegen) • burp, belchlachen als een boer die kiespijn heeft • laugh on the wrong side of one's face -
26 daar heb je weer zo'n provinciaaltje
daar heb je weer zo'n provinciaaltjeVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > daar heb je weer zo'n provinciaaltje
-
27 een boertje van buten
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een boertje van buten
-
28 een nicht van vaders/moederszijde
een nicht van vaders/moederszijdea paternal/maternal cousinVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een nicht van vaders/moederszijde
-
29 een verre neef
een verre neef -
30 een verre nicht
een verre nichtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verre nicht
-
31 een volle neef
een volle neefa first/full cousin -
32 een volle nicht
een volle nichtVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een volle nicht
-
33 provinciaal
provinciaal1〈de〉♦voorbeelden:————————provinciaal21 [van een provincie] provincial♦voorbeelden:1 het provinciaal bestuur • the provincial government, ±Bcounty council, Acounty boardProvinciale Staten • Provincial Stateseen provinciale weg • ±a secondary road2 provinciale opvattingen • provincial/parochial views -
34 stiefkind
-
35 vol
2 [over de hele oppervlakte bedekt] full (of) ⇒ covered (with/in)3 [gevuld] full5 [geheel zijnde wat het zelfstandig naamwoord noemt] full♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 zij luisterde vol aandacht naar zijn woorden • 〈 ook〉 she hung on(to) his every wordeen reis vol gevaren • a hazardous journeyeen huis vol mensen • a house full of peoplemet een volle mond/met de mond vol praten • talk with one's mouth full〈 figuurlijk〉 vol ontzetting/afgrijzen • in dismay/in horroreen kamer vol rook • a room thick with smokede tram is vol • the tram is full (up)iets vol maken/gieten/stoppen • fill something uphet was er vol • it was full/crowded (there)helemaal vol • full up, packedde tafel ligt vol boeken • the table is covered with bookseen muur vol plakken met posters • cover a wall with postersde kranten staan er vol van • the papers are full of itde tafel stond vol met cadeaus • the table was loaded with presents3 een vol gezicht/ een volle boezem • a full/chubby face, a full bosomhet volle gewicht hebben • contain the full/entire weighthet volle loon • full payhet kostte hem acht volle maanden • it took him all of eight monthsmet het volste recht/ in het volste vertrouwen • quite rightly/in complete confidenceeen volle week de tijd hebben • have a full/whole weekten volle • fully, entirely -
36 zij is een volle nicht van me
zij is een volle nicht van meVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > zij is een volle nicht van me
- 1
- 2
См. также в других словарях:
cousin — cousin, ine 1. (kou zin, zi n ) s. m. et f. 1° Il se dit de tous les parents ou alliés autres que ceux qui ont un nom spécial. Les cousins germains sont les cousins issus de frères ou soeurs. Les cousins issus de cousins germains sont les… … Dictionnaire de la Langue Française d'Émile Littré
Cousin — bezeichnet: einen Verwandtschaftsgrad, siehe Verwandtschaftsbeziehung#Cousin und Cousine Cousin Island, Insel der Seychellen Cousin (Fluss), Fluss in Frankreich Cousin ist der Familienname folgender Personen: Daniel Cousin (* 1977), gabunischer… … Deutsch Wikipedia
cousin — [kuz′ən] n. [ME cosin < OFr < L consobrinus, orig., child of a mother s sister, also cousin, relation < com , with + sobrinus, cousin on the mother s side < base of soror, SISTER] 1. Obs. a collateral relative more distant than a… … English World dictionary
COUSIN (J.) — COUSIN JEAN, LE PÈRE (1490 env. env. 1560) & LE FILS (1522 env. env. 1594) Après avoir travaillé comme géomètre en 1526 dans sa ville natale de Sens, où il séjourne jusqu’en 1540, et après avoir réalisé des cartons pour les vitraux de la… … Encyclopédie Universelle
COUSIN (V.) — COUSIN VICTOR (1792 1867) Fils d’un ouvrier joaillier, Victor Cousin, après de brillantes études secondaires au lycée Charlemagne, entre, en 1810, à l’École normale supérieure, où il subit l’influence durable de Pierre Laromiguière; celui ci… … Encyclopédie Universelle
cousin — (n.) mid 12c., from O.Fr. cosin (12c., Mod.Fr. cousin) nephew, kinsman, cousin, from L. consobrinus cousin, originally mother s sister s son, from com together (see COM (Cf. com )) + sobrinus (earlier *sosrinos) cousin on mother s side, from… … Etymology dictionary
cousin — ► NOUN 1) (also first cousin) a child of one s uncle or aunt. 2) a person of a kindred people or nation. ● first cousin once removed Cf. ↑first cousin once removed ● second cousin Cf. ↑ … English terms dictionary
Cousin — Cous in (k[u^]z n), n. [F. cousin, LL. cosinus, cusinus, contr. from L. consobrinus the child of a mother s sister, cousin; con + sobrinus a cousin by the mother s side, a form derived fr. soror (for sosor) sister. See {Sister}, and cf. {Cozen},… … The Collaborative International Dictionary of English
Cousin — Sm Vetter std. (17. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus frz. cousin, dieses aus l. cōnsobrīnus ( die Geschwisterkinder zueinander sind ), aus l. sobrīnus Geschwisterkind , einer Ableitung von l. soror f. Schwester . Das Femininum hat sich in der… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
Cousin — Cousin: Die Anfang des 17. Jh.s aus dem Frz. übernommene Verwandtschaftsbezeichnung schränkte den Geltungsbereich des ererbten Wortes ↑ Vetter ein. Heute drängt allerdings das Wort »Vetter«, vor allem in der Hochsprache, das Wort »Cousin« wieder… … Das Herkunftswörterbuch
cousin — a Consanguineus, quasi Consanguin. Deux cousins germains fils de deux freres, ou de deux soeurs, Fratres patrueles, Sobrini, Consobrini. Cousin germain par nature, ou frere germain d amitié, Frater cognatione patruelis amore germanus. Un cousin,… … Thresor de la langue françoyse