-
101 hand
adj. handig, v.d. hand--------n. hand; handschrift; wijzer; 4 inch; kaarten i.d. hand van kaartspeler; arbeider; matroos--------v. aanreiken, doorgeven, geven; helpenhand1[ hænd]1 hand2 voorpoot3 arbeider ⇒ werkman; bemanningslid9 kant ⇒ zijde, richting♦voorbeelden:with bare hands • met de blote handchange hands • van hand verwisselenhold/join hands • (elkaar) de hand gevenread a person's hand • iemand de hand lezenshake someone's hand, shake hands with someone • iemand de hand drukken/geven/schuddenwring one's hands • ten einde raad zijnhands off! • bemoei je er niet mee!hands up! • handen omhoog!close/near at hand • heel dichtbijgo from hand to hand • van hand tot hand gaanAjax has a game in hand • Ajax heeft een wedstrijd minder gespeeldhand in hand • hand in handmake/earn money hand over fist • geld als water verdienenall hands on deck! • alle hens aan dek!be a poor hand at something • geen slag van iets hebbenhave a good/bad/poor hand • goeie/slechte kaarten hebbenoverplay one's hand • te veel wagen, te ver gaanplay into someone's hands • iemand in de kaart spelenshow/reveal one's hand • zijn kaarten op tafel leggenunderplay one's hand • niet het achterste van zijn tong laten zienon the one/other hand • aan de ene/andere kantwait on/serve someone hand and foot • iemand op zijn wenken bedienenbe hand in/and glove with someone • dikke vrienden zijn met iemandthey are hand in glove • ze zijn twee handen op één buikput one's hand in one's pocket • dokkenhave one's hand in the till • de kas lichter makennever do a hand's turn • nooit een vinger uitstekenbe/go hand in hand • samengaanhe has bitten the hand that fed him • hij bevuilde het eigen nestnot do a hand's turn, not lift a hand • geen hand uitstekenforce someone's hand • iemand tot handelen dwingengrease/oil someone's hand • iemand omkopenkeep your hands off! • hou je handen thuis!lay/put one's hand on • de hand weten te leggen oplift/raise a/one's hand to/against someone • iemand bedreigensit on one's hands • niets doenstrengthen one's hand • zijn positie verbeterentake/carry one's life in one's hands • zijn leven riskerenthrow in one's hand • zich gewonnen geventhrow up one's hands, throw one's hands up in the air • het opgevenmy hands are tied • ik ben machteloostip one's hand • zich in de kaart laten kijkenturn/set/put one's hand to something • iets ondernemen〈 eufemistisch〉 where can I wash my hands? • waar is het toilet?wash one's hands of something • zijn handen van iets aftrekkenwin hands down • op één been winnenat the hands of someone, at someone's hands • van(wege)/door iemandsuffer at someone's hands • onder iemands handen lijdenbring up a kitten by hand • een katje met de fles grootbrengenlive from hand to mouth • van de hand in de tand levenhave money in hand • geld ter beschikking hebbencash in hand • contanten in kasthe work is well in hand • het werk schiet goed opwe have plenty of time in hand • we hebben nog tijd genoegthe matter in hand • de lopende zaakhold oneself in hand • zich beheersenbe on hand • beschikbaar zijnrefuse something out of hand • iets botweg weigerenhave someone eating out of one's hand • iemand volledig in zijn macht hebbento hand • bij de hand, dichtbijready to hand • kant-en-klaarcome to hand • in het bezit komenyour letter is to hand • uw brief is aangekomena hand-to-mouth existence • een leven van dag tot dag; 〈 ongeveer〉te veel om dood te gaan, te weinig om van te levenwith one hand (tied) behind one's back • zonder enige moeite(at) first/second hand • uit de eerste/tweede hand2 hulp ⇒ steun, bijstand3 controle ⇒ beheersing, bedwang♦voorbeelden:write a legible hand • een leesbaar handschrift hebbengiven under his hand and seal • door hem eigenhandig geschreven en bezegeld3 have/take the situation well in hand • de toestand goed in handen hebben/nementake in hand • onder handen nemenget out of hand • uit de hand lopenhere's my hand (up)on it! • mijn hand erop!win a woman's hand • de liefde van een vrouw winnentake a hand (in) • een rol spelen (in)he died by his own hand • hij sloeg de hand aan zichzelfget one's hand in at something • iets onder de knie krijgenhave/keep one's hand in • in oefening blijven, bijhouden→ upper upper/1 macht ⇒ beschikking, gezag♦voorbeelden:change hands • in andere handen overgaan/van eigenaar veranderenput/lay (one's) hands on something • de hand leggen op ietsthe matter is completely in your hands now • u hebt de zaak nu volledig in eigen handthe matter is in the hands of the police • de zaak is in handen van de politiethe children are off my hands • de kinderen zijn de deur uittake something off/out of someone's hands • iemand iets uit handen nemenhave something on one's hands • verantwoordelijkheid dragen voor ietshave time on one's hands • tijd zat hebben————————hand2〈 werkwoord〉1 overhandigen ⇒ aanreiken, (aan)geven2 helpen ⇒ een handje helpen, (ge)leiden♦voorbeelden:hand back • teruggevenhand round • ronddelen2 hand someone into/out of a bus • iemand een bus in/uithelpen -
102 bang
bæŋ
1. noun1) (a sudden loud noise: The door shut with a bang.) portazo, golpe estrepitoso2) (a blow or knock: a bang on the head from a falling branch.) golpe (violento), golpetazo
2. verb1) (to close with a sudden loud noise: He banged the door.) batir2) (to hit or strike violently, often making a loud noise: The child banged his drum; He banged the book down angrily on the table.) batir, golpear3) (to make a sudden loud noise: We could hear the fireworks banging in the distance.) estallar, detonar•- bangerbang1 n1. golpe2. estrépito / explosión / estallidothe rocket exploded with a loud bang al explotar, el cohete produjo un gran estallidobang2 vb1. golpearse / dar un golpe2. golpear / dar golpes3. tocartr[bæŋ]1 (blow) golpe nombre masculino3 SMALLAMERICAN ENGLISH/SMALL flequillo1 golpear, dar golpes en■ don't bang the table! ¡no des golpes en la mesa!2 taboo (have sex with) follar1 dar golpes2 taboo (have sex with) follar1 familiar justo\SMALLIDIOMATIC EXPRESSION/SMALLbang on! familiar ¡exacto!bang go my chances! familiar ¡mi gozo en un pozo!to go bang hacer pumto go with a bang tener mucho éxitoit's like banging your head against a brick wall es como machacar en hierro fríoto bang the door dar un portazoto bang on a door dar golpes en una puertato bang one's fist on the table dar un puñetazo en la mesato bang against something dar un golpe contra algoto bang into somebody / something chocar contra alguien / algoto bang on a drum tocar un tamborto bang one's head darse un golpe en la cabezato bang somebody on the head dar un coscorrón en la cabeza a alguienbang ['bæŋ] vt1) strike: golpear, darsehe banged his elbow against the door: se dio con el codo en la puerta2) slam: cerrar (la puerta) con un portazobang vi1) slam: cerrarse de un golpe2)to bang on : aporrear, golpearshe was banging on the table: aporreaba la mesabang adv: directamente, exactamentebang n1) blow: golpe m, porrazo m, trancazo m2) explosion: explosión f, estallido m3) slam: portazo m4) bangs npl: flequilla f, fleco mn.• detonación s.f.• golpazo s.m.• golpe s.m.• portazo s.m.• trancazo s.m.• traque s.m.• traquido s.m.• tras s.m.• triquitraque s.m.• zapatazo s.m.v.• golpear con ruido o con violencia v.• portear v.• traquetear v.
I bæŋ1)to go over o (BrE) off with a bang to go with a bang ser* todo un éxito; she returned to politics with a bang — volvió a la política a lo grande
b) ( pleasure) (AmE colloq) (no pl)2) c ( blow) golpe m, trancazo m, golpetazo m3) c bangs pl (AmE) ( fringe) flequillo m, cerquillo m (AmL), chasquilla f (Chi), capul f (Col), fleco m (Méx), pollina f (Ven)
II
1.
a) ( strike) golpearb) ( slam)
2.
via) ( strike)to bang into something — darse* contra algo
b) ( slam) \<\<door\>\> cerrarse* de un golpe, dar* un portazothe gate was banging in the wind — la puerta daba golpes or (AmL tb) se golpeaba con el viento
c) ( move noisily)Phrasal Verbs:- bang out- bang up
III
1)to go bang — \<\<gun\>\> dispararse, hacer* bang! or pum!
bang went our holiday — (BrE colloq) nuestras vacaciones se fueron al garete or al diablo (fam)
2) (as intensifier) (esp BrE colloq)bang in the middle — justo or exactamente en el medio
to be bang up to date — estar* muy al día
bang on time — a la hora justa or exacta
to be bang on — dar* en el blanco, acertar* de lleno
IV
interjection pum!, bang![bæŋ]bang! bang! you're dead! — (used to or by children) pum! pum! te maté!
1.N (=noise) [of explosion] estallido m ; [of door] portazo m ; [of blow] porrazo m, golpe m- get more bang for the buck or more bangs for your bucks2. ADV1)to go bang — hacer ¡pum!, estallar
bang went £10 * — adiós 10 libras
2) * justo, exactamenteit hit him bang on the ear — le dio justo en la oreja, le dio en toda la oreja *
bang on! — ¡acertado!
the answer was bang on — (Brit) la respuesta dio en el blanco
bang on time — (Brit) a la hora justa
it was bang on target — (Brit) dio justo en el blanco
3. VT1) (=strike) golpear2) *** (=have sex with) echarse un polvo con ***, tirarse ***4.VI (=explode) explotar, estallar; (=slam) [door] cerrarse de golpeto bang at or on sth — dar golpes en algo
5.EXCL ¡pum!; (of a blow) ¡zas!- bang on- bang out- bang up* * *
I [bæŋ]1)to go over o (BrE) off with a bang to go with a bang ser* todo un éxito; she returned to politics with a bang — volvió a la política a lo grande
b) ( pleasure) (AmE colloq) (no pl)2) c ( blow) golpe m, trancazo m, golpetazo m3) c bangs pl (AmE) ( fringe) flequillo m, cerquillo m (AmL), chasquilla f (Chi), capul f (Col), fleco m (Méx), pollina f (Ven)
II
1.
a) ( strike) golpearb) ( slam)
2.
via) ( strike)to bang into something — darse* contra algo
b) ( slam) \<\<door\>\> cerrarse* de un golpe, dar* un portazothe gate was banging in the wind — la puerta daba golpes or (AmL tb) se golpeaba con el viento
c) ( move noisily)Phrasal Verbs:- bang out- bang up
III
1)to go bang — \<\<gun\>\> dispararse, hacer* bang! or pum!
bang went our holiday — (BrE colloq) nuestras vacaciones se fueron al garete or al diablo (fam)
2) (as intensifier) (esp BrE colloq)bang in the middle — justo or exactamente en el medio
to be bang up to date — estar* muy al día
bang on time — a la hora justa or exacta
to be bang on — dar* en el blanco, acertar* de lleno
IV
interjection pum!, bang!bang! bang! you're dead! — (used to or by children) pum! pum! te maté!
-
103 call
1. intransitive verb1) (shout) rufencall [out] for help — um Hilfe rufen
call [out] for somebody — nach jemandem rufen
2) (pay brief visit) [kurz] besuchen (at Akk.); vorbeikommen (ugs.) (at bei); [Zug:] halten (at in + Dat.)call at a port/station — einen Hafen anlaufen/an einem Bahnhof halten
call on somebody — jemanden besuchen; bei jemandem vorbeigehen (ugs.)
the postman called to deliver a parcel — der Postbote war da und brachte ein Päckchen
call round — vorbeikommen (ugs.)
3) (telephone)thank you for calling — vielen Dank für Ihren Anruf!; (broadcast)
2. transitive verbthis is London calling — hier spricht od. ist London
1) (cry out) rufen; aufrufen [Namen, Nummer]2) (cry to) rufen [Person]call somebody's bluff — es darauf ankommen lassen (ugs.)
that was called in question — das wurde infrage gestellt od. in Zweifel gezogen
please call me a taxi or call a taxi for me — bitte rufen Sie mir ein Taxi
4) (radio/telephone) rufen/anrufen; (initially) Kontakt aufnehmen mitdon't call us, we'll call you — wir sagen Ihnen Bescheid
5) (rouse) wecken6) (announce) einberufen [Konferenz]; ausrufen [Streik]call a halt to something — mit etwas Schluss machen
7) (name) nennenhe is called Bob — er heißt Bob
8) (consider) nennen3. noun1) (shout, cry) Ruf, dercan you give me a call at 6 o'clock? — können Sie mich um 6 Uhr wecken?
remain/be within call — in Rufweite bleiben/sein
2) (of bugle, whistle) Signal, das3) (visit) Besuch, dermake or pay a call on somebody, make or pay somebody a call — jemanden besuchen
have to pay a call — (coll.): (need lavatory) mal [verschwinden] müssen (ugs.)
5) (invitation, summons) Aufruf, derthe call of the sea/the wild — der Ruf des Meeres/der Wildnis
have many calls on one's purse/time — finanziell/zeitlich sehr in Anspruch genommen sein
it's your call — du musst ansagen
Phrasal Verbs:- academic.ru/10288/call_away">call away- call for- call in- call off- call on- call out- call up* * *[ko:l] 1. verb1) (to give a name to: My name is Alexander but I'm called Sandy by my friends) rufen3) (to speak loudly (to someone) to attract attention etc: Call everyone over here; She called louder so as to get his attention.) rufen4) (to summon; to ask( someone) to come( by letter, telephone etc): They called him for an interview for the job; He called a doctor.) anfragen, kommen lassen5) (to make a visit: I shall call at your house this evening; You were out when I called.) kurz besuchen6) (to telephone: I'll call you at 6 p.m.) anrufen2. noun1) (an exclamation or shout: a call for help.) der Ruf2) (the song of a bird: the call of a blackbird.) der Lockruf4) (the act of calling on the telephone: I've just had a call from the police.) der Anruf6) (a demand: There's less call for coachmen nowadays.) die Nachfrage7) (a need or reason: You've no call to say such things!)•- caller- calling
- call-box
- call for
- call off
- call on
- call up
- give someone a call
- give a call
- on call* * *I. NOUNwere there any \calls for me? hat jemand für mich angerufen?international/local \call Auslands-/Ortsgespräch ntofficial/private \call Dienst-/Privatgespräch ntto give sb a \call jdn anrufento make a \call telefonierento receive a \call einen Anruf erhalten, angerufen werdenthe radio station received a lot of \calls bei dem Radiosender gingen viele Anrufe einto return a \call zurückrufento return sb's \call jdn zurückrufento take a \call ein Gespräch annehmen [o entgegennehmenport of \call Anlaufhafen msales \call Vertreterbesuch mto make \calls Hausbesuche machento pay a \call on sb bei jdm vorbeischauen fam3. (request to come)to be on \call Bereitschaft [o Bereitschaftsdienst] habento receive a \call firemen, police zu einem Einsatz gerufen werden; doctor, nurse zu einem Hausbesuch gerufen werdenthe whale has a very distinctive \call Wale geben ganz charakteristische Laute von sicha \call for help ein Hilferuf mto give sb a \call jdn rufenwithin \call in Rufweite [o Hörweitethe \call of the desert/sea/wild der Ruf der Wüste/See/Wildnisto answer the \call seiner Berufung folgento give sb a [morning] \call jdn [morgens] weckento have many \calls on one's time zeitlich sehr beansprucht seinthere was no \call to shout es war nicht nötig zu schreienthere's no \call for you to use that language! du brauchst gar nicht so derb zu werden!what \call is there for you to get annoyed? warum ärgern Sie sich?to have no \call for sth keinen Grund für etw akk habenthere are already \calls for a strike in the mining industry im Bergbau wird bereits zum Streik aufgerufen\call for bids ECON öffentliche Ausschreibung14. STOCKEX (demand for payment) Aufruf m, Einzahlungsaufforderung f, Zahlungsaufforderung f; (option to buy) Kaufoption f, Vorprämie f fachspr\call option Kaufoption f\call price Rücknahmekurs m\call purchase [or sale] Erwerb m einer Kaufoption\call rule Schlusskurs m\call for funds Einforderung f von Geldern\call for payment Einforderung f\call for subscribed capital Einzahlungsaufforderung fto exercise one's \call seine Kaufoption ausübenat \call auf Abruf, sofort fälligmoney at [or on] \call Tagesgeld ntit's your call ( fam) das ist deine Entscheidung [o entscheidest du]we had a hard \call to make wir mussten eine schwierige Entscheidung treffento be a judgement \call AM eine Frage der Beurteilung seinhe is ten years' \call er ist seit zehn Jahren [als Anwalt] zugelassen17.I've got him at my beck and \call er tanzt völlig nach meiner PfeifeII. TRANSITIVE VERB1.don't \call us, we'll \call you wir melden uns bei Ihnento \call sb collect AM jdn per R-Gespräch anrufen2. (name)▪ to \call sth/sb sth:they've \called their daughter Katherine sie haben ihre Tochter Katherine genanntwhat's that actor \called again? wie heißt dieser Schauspieler nochmal?what's that \called in Spanish? wie heißt [o nennt man] das auf Spanisch?what do you call this new dance? wie heißt dieser neue Tanz?no one \calls him by his real name niemand nennt ihn bei seinem richtigen Namenshe's \called by her second name, Jane sie wird mit ihrem zweiten Namen Jane gerufento \call sb names jdn beschimpfen3. (regard, describe as)▪ to \call sth/sb sth:you \call this a meal? das nennst du ein Essen?he got off with a fine, and they \call that justice! er kam mit einer Geldstrafe davon, und so etwas nennt sich [dann] Gerechtigkeit!I'm not \calling you a liar ich sage [o behaupte] nicht, dass du lügstdon't \call me stupid! nenn mich nicht Dummkopf!I can't remember exactly but let's \call it £10 ich weiß es nicht mehr genau, aber sagen wir mal 10 Pfundto \call sb a close friend jdn als guten Freund/gute Freundin bezeichnen4. (shout)▪ to \call sth etw rufen▪ to \call sth at [or to] sb jdm etw zurufenI \called at [or to] him not to be late ich rief ihm zu, er solle nicht zu spät kommento \call insults at sb jdn lautstark beschimpfen5. (read aloud)to \call a list eine Liste verlesento call a name/number einen Namen/eine Nummer aufrufen [o verlesen]to \call the roll die Anwesenheitsliste durchgehen6. (summon)▪ to \call sb jdn rufenplease wait over there until I \call you warten Sie bitte dort drüben, bis ich Sie aufrufeI was \called to an emergency meeting ich wurde zu einer dringenden Sitzung gerufento \call sb to dinner jdn zum Abendessen rufento \call a doctor/a taxi einen Arzt/ein Taxi kommen lassento \call an expert einen Sachverständigen beiziehen7. (bring)to \call sb's attention to sth jds Aufmerksamkeit auf etw akk lenkento \call sth into being etw ins Leben rufento \call attention to oneself auf sich akk aufmerksam machento \call sth to mind (recall) sich dat etw ins Gedächtnis zurückrufen; (remember) sich akk an etw akk erinnernto \call sth into play etw ins Spiel bringen; (get under way) etw in die Wege leitento \call sth into question etw infrage stellen8. (summon to office)▪ to be \called [to do sth] ausersehen [o auserwählt] sein [etw zu tun]to be \called to an office auf einen Posten [o in ein Amt] berufen werden9. (wake)▪ to \call sb jdn wecken10. (give orders for)to \call an election Wahlen ansetzen [o geh anberaumen]to \call a halt to a development/to fighting ( form) einer Entwicklung/kämpferischen Auseinandersetzungen Einhalt gebieten gehthey had to \call a halt to the match because of the heavy rain wegen des starken Regens musste das Spiel abgebrochen werdento \call a meeting eine Versammlung einberufento \call a strike einen Streik ausrufen▪ to \call sb on sth jdn auf etw akk ansprechen; (show disapproval) jdn wegen einer S. gen zur Rede stellen12. SPORTto \call a ball (in baseball) einen Ball gebento \call the game AM das Spiel abbrechento \call a shot a goal ein Tor gebento \call a loan/mortgage die Ablösung eines Darlehens/einer Hypothek fordern14. LAWto \call sb to the bar BRIT jdn als Anwalt zulassento \call a case eine Sache [bei Gericht] aufrufento \call the jury die Geschworenen berufento \call a witness einen Zeugen/eine Zeugin aufrufento \call sb as a witness jdn als Zeugen benennen [o vorladen15.▶ to \call sb's bluff (ask to prove sth) jdn beim Wort nehmen; (challenge to do sth) jdn auf die Probe stellenlet's \call it a day! Schluss für heute!III. INTRANSITIVE VERB1. (telephone) anrufenwho's \calling, please? wer ist am Apparat?I've been \calling all morning ich habe den ganzen Vormittag herumtelefoniertto \call collect AM ein R-Gespräch führenthe doctor \called and gave me an injection der Arzt war da und hat mir eine Spritze gegeben▪ to \call to sb jdm zurufen4. (summon)▪ to \call to sb nach jdm rufen5. ECON, FIN einen Kredit kündigen* * *abbr computergestütztes Sprachlernen* * *call [kɔːl]A sfor nach):call for help Hilferuf;within call in Rufweite;they came at my call sie kamen auf mein Rufen hin;the doctor had a call this morning der Arzt wurde heute Morgen zu einem Patienten gerufen2. (Lock)Ruf m (eines Tieres)3. fig Lockung f, Ruf m:that’s the call of nature das ist etwas ganz Natürliches;he felt a call of nature euph hum er verspürte ein menschliches Rühren;he answered the call of nature euph hum er verrichtete sein Geschäft;4. Signal n:5. fig Berufung f, Mission f7. Aufruf m (auch für einen Flug und Computer) ( for an akk; to do zu zu tun), Aufforderung f, Befehl m:make a call for sth zu etwas aufrufen;make a call on eine Aufforderung richten an (akk);last call! US (in einer Bar etc) die letzten Bestellungen!, (etwa) Polizeistunde!; → order A 7, restraint 38. THEAT Herausruf m, Vorhang m:he had many calls er bekam viele Vorhängemake a call einen Besuch machen (auch Arzt);10. SCHIFF Anlaufen n (eines Hafens), FLUG Anfliegen n (eines Flughafens):11. neg.a) Veranlassung f, Grund m:there is no call for you to worry du brauchst dir keine Sorgen zu machenb) Recht n, Befugnis f:he had no call to do that er war nicht befugt, das zu tun12. Inanspruchnahme f:make many calls on sb’s time jemandes Zeit oft in Anspruch nehmen14. TEL Anruf m, Gespräch n:be on call telefonisch erreichbar sein;were there any calls for me? hat jemand für mich angerufen?;give sb a call jemanden anrufen;I had three calls ich wurde dreimal angerufen;make a call ein Gespräch führen, telefonieren;can I make a call? kann ich mal telefonieren?;I have a quick (an urgent) call to make ich muss schnell mal (dringend) telefonieren15. Kartenspiel:a) Ansage f16. WIRTSCHa) Zahlungsaufforderung fb) Abruf m (auch allg), Kündigung f (von Geldern):money at call tägliches Geld, Tagesgeld n;be on call Dienstbereitschaft haben (Arzt etc)c) Einlösungsaufforderung f (auf Schuldverschreibungen)have the first call fig den Vorrang haben18. SPORTa) Entscheidung f (des Schiedsrichters)b) Pfiff m (des Schiedsrichters)B v/tcall sth after (to) sb jemandem etwas nachrufen (zurufen);2. zu einem Streik etc aufrufen4. eine Versammlung, Pressekonferenz etc einberufen, anberaumen5. jemanden wecken:please call me at 7 o’clock6. Tiere (an)locken9. a) JUR eine Streitsache, Zeugen aufrufen10. WIRTSCH eine Schuldverschreibung etc einfordern, kündigen12. jemanden oder etwas rufen, nennen:after nach);a man called Smith ein Mann namens Smith;call sth one’s own etwas sein Eigen nennen;13. (be)nennen, bezeichnen (als):what do you call this? wie heißt oder nennt man das?;call it what you will wie auch immer man es nennen will14. nennen, finden, heißen, halten für:15. jemanden etwas schimpfen, heißen, schelten:16. Kartenspiel: eine Farbe ansagen:call sb’s hand (Poker) jemanden auffordern, seine Karten auf den Tisch zu legenthe umpire called the ball out (Tennis) der Schiedsrichter gab den Ball ausC v/i1. rufen:did you call? hast du gerufen?for nach):call for help um Hilfe rufen:the situation calls for courage die Lage erfordert Mut;that calls for a drink das muss begossen werden;duty calls die Pflicht ruft;3. vorsprechen, einen (kurzen) Besuch machen ( beide:on sb, at sb’s [house] bei jemandem;at the hospital im Krankenhaus):call on sb jemanden besuchen, jemandem einen Besuch abstatten;has he called yet? ist er schon da gewesen?;a) etwas anfordern, bestellen,b) jemanden, etwas abholen;4. call ata) SCHIFF anlegen in (dat):call at a port einen Hafen anlaufenb) BAHN halten in (dat)5. call (up)ona) sich wenden an (akk)( for sth um etwas oder wegen einer Sache), appellieren an (akk) ( to do zu tun):be called upon to do sth aufgefordert sein, etwas zu tun;I feel called upon ich fühle mich genötigt ( to do zu tun)6. anrufen, telefonieren:who is calling? mit wem spreche ich?* * *1. intransitive verb1) (shout) rufencall [out] for help — um Hilfe rufen
call [out] for somebody — nach jemandem rufen
2) (pay brief visit) [kurz] besuchen (at Akk.); vorbeikommen (ugs.) (at bei); [Zug:] halten (at in + Dat.)call at a port/station — einen Hafen anlaufen/an einem Bahnhof halten
call on somebody — jemanden besuchen; bei jemandem vorbeigehen (ugs.)
call round — vorbeikommen (ugs.)
3) (telephone)who is calling, please? — wer spricht da, bitte?
thank you for calling — vielen Dank für Ihren Anruf!; (broadcast)
2. transitive verbthis is London calling — hier spricht od. ist London
1) (cry out) rufen; aufrufen [Namen, Nummer]2) (cry to) rufen [Person]3) (summon) rufen; (to a duty, to do something) aufrufenthat was called in question — das wurde infrage gestellt od. in Zweifel gezogen
please call me a taxi or call a taxi for me — bitte rufen Sie mir ein Taxi
4) (radio/telephone) rufen/anrufen; (initially) Kontakt aufnehmen mitdon't call us, we'll call you — wir sagen Ihnen Bescheid
5) (rouse) wecken6) (announce) einberufen [Konferenz]; ausrufen [Streik]7) (name) nennen8) (consider) nennen9) (Cards etc.) ansagen3. noun1) (shout, cry) Ruf, derremain/be within call — in Rufweite bleiben/sein
2) (of bugle, whistle) Signal, das3) (visit) Besuch, dermake or pay a call on somebody, make or pay somebody a call — jemanden besuchen
have to pay a call — (coll.): (need lavatory) mal [verschwinden] müssen (ugs.)
5) (invitation, summons) Aufruf, derthe call of the sea/the wild — der Ruf des Meeres/der Wildnis
6) (need, occasion) Anlass, der; Veranlassung, diehave many calls on one's purse/time — finanziell/zeitlich sehr in Anspruch genommen sein
8) (Cards etc.) Ansage, diePhrasal Verbs:- call for- call in- call off- call on- call out- call up* * *n.Anruf -e m.Aufruf -e m.Ruf -e m. (US) v.anklingeln v.anrufen (Telefon) v.telefonieren v. (give a name to) v.heißen v.(§ p.,pp.: hieß, geheißen) v.holen v.rufen v.(§ p.,pp.: rief, gerufen) -
104 clip
I 1. noun 2. transitive verb,- pp-clip something [on] to something — etwas an etwas (Akk.) klammern
Phrasal Verbs:- academic.ru/97336/clip_on">clip onII 1. transitive verb,- pp-1) (cut) schneiden [Fingernägel, Haar, Hecke]; scheren [Wolle]; stutzen [Flügel]2) scheren [Schaf]; trimmen [Hund]3) lochen, entwerten [Fahrkarte]2. noungive the hedge a clip — die Hecke schneiden
2) (extract from film) [Film]ausschnitt, der3) (blow with hand) Schlag, derclip round or on or over the ear — Ohrfeige, die
* * *I 1. [klip] past tense, past participle - clipped; verb1) (to cut (foliage, an animal's hair etc) with scissors or shears: The shepherd clipped the sheep; The hedge was clipped.) scheren, stutzen2) (to strike sharply: She clipped him over the ear.) schlagen2. noun1) (an act of clipping.) die Schur2) (a sharp blow: a clip on the ear.) der Klaps3) (a short piece of film: a video clip.)•- clipper- clipping II 1. [klip] past tense, past participle - clipped; verb(to fasten with a clip: Clip these papers together.) klammern2. noun(something for holding things together or in position: a paper-clip; a hair-clip; bicycle-clips (= round pieces of metal etc for holding the bottom of trouser legs close to the leg).) die Klammer* * *clip1[klɪp]I. nbicycle \clip [Fahrrad]klammer fhair \clip [Haar]spange fpaper \clip Büroklammer fII. vt<- pp->clip2[klɪp]I. nto give a hedge a \clip eine Hecke schneidento get a \clip round the ear eins hinter die Ohren bekommen famat a fast \clip mit einem Affenzahn famII. vt<- pp->1. (trim)to \clip a dog einen Hund trimmento \clip a hedge eine Hecke stutzento \clip one's nails sich dat die Nägel schneidento \clip sheep Schafe scherento \clip a ticket ein Ticket entwerten4. (omit syllables)to \clip one's words abgehackt sprechen, Silben verschlucken5. (attach)6. (touch)▪ to \clip sth etw streifento \clip sb's ear jdm eins hinter die Ohren gebento \clip the edge of the kerb die Bordsteinkante streifen7.* * *I [klɪp]1. n1) (for holding things) Klammer f2) (= jewel) Klips m2. vtto clip on — anklemmen; papers also anheften
to clip sth onto sth — etw an etw (acc) anklemmen/-heften
to clip two things together — zwei Dinge zusammenklemmen/-heften
3. viIIto clip on (to sth) ( — an etw acc ) angeklemmt werden
1. vtthey'll find that a young baby will clip their wings a bit — sie werden merken, dass das Kleinkind sie recht unbeweglich macht
he clipped a few seconds off the lap record — er hat den Rundenrekord um ein paar Sekunden unterboten
4)he clipped him round the ear — er gab ihm eine Ohrfeige
2. n1)(= trim)
to give the sheep a clip — die Schafe scherento give the hedge a clip — die Hecke scheren or (be)schneiden
to give one's fingernails a clip — sich (dat) die Fingernägel schneiden
2) (= sound) Klappern nt3) (= hit) Schlag m4) (inf= high speed)
at a fair clip — mit einem Mordszahn* * *clip1 [klıp]A v/tclip sb’s wings fig jemandem die Flügel stutzen2. fig jemandes Lohn etc kürzen, jemandes Macht etc beschneidenhe clipped three seconds off the record SPORT er verbesserte den Rekord um 3 Sekunden5. jemandem die Haare schneiden:clip sb’s hair6. ein Schaf etc scheren8. eine Münze beschneidenclipped speech knappe oder schneidige Sprechweise10. umg jemandem einen Schlag verpassen:clip sb round the ear jemandem eine runterhauen oder schmieren11. umgb) jemanden neppen12. Br eine Fahrkarte etc lochenB v/i1. schneiden2. umg sausen, (dahin)jagenC s1. (Be)Schneiden n, Stutzen n2. Haarschnitt m3. Schur f4. Wollertrag m (einer Schur)5. Ausschnitt m7. umg Schlag m:give sb a clip on the ear jemandem eine runterhauen oder schmieren8. umg (hohes) Tempo:go at a good clip einen ziemlichen Zahn draufhabenclip2 [klıp]A v/t1. festhalten, mit festem Griff packen3. obs oder dial umfassen, umarmenB s1. (Heft-, Büro- etc) Klammer f, Clip m, Klipp m2. TECHa) Klammer f, Lasche fb) Kluppe fc) Schelle f, Bügel m3. ELEK Halterung f, Clip m4. Clip m, Klipp m, Klips m (Schmuckstück zum Festklammern)5. MILa) Patronenrahmen mb) Ladestreifen m* * *I 1. noun1) Klammer, die; (for paper) Büroklammer, die; (of pen) Klipp, der2. transitive verb,- pp-clip something [on] to something — etwas an etwas (Akk.) klammern
Phrasal Verbs:- clip onII 1. transitive verb,- pp-1) (cut) schneiden [Fingernägel, Haar, Hecke]; scheren [Wolle]; stutzen [Flügel]2) scheren [Schaf]; trimmen [Hund]3) lochen, entwerten [Fahrkarte]2. noun2) (extract from film) [Film]ausschnitt, der3) (blow with hand) Schlag, derclip round or on or over the ear — Ohrfeige, die
* * *n.Ausschnitt m.Haarschnitt m.Hieb -e m.Klemme -n f.Schelle -n f.Schur -en f. (for) v.jemanden erleichtern (um) ausdr.neppen v. (on) v.anklammern v. v.beschneiden v.jemanden einen Schlag verpassen ausdr.kappen v.kürzen v.lochen (Fahrschein) v.scheren v.schneiden v.(§ p.,pp.: schnitt, geschnitten)stutzen v.umklammern v.verschlucken (Silben) v. -
105 distance
1. nountheir distance from each other — die räumliche Entfernung zwischen ihnen
keep [at] a [safe] distance [from somebody/something] — jemandem/einer Sache nicht zu nahe kommen
keep one's distance [from somebody/something] — Abstand [zu jemandem/etwas] wahren
from this distance — aus dieser Entfernung
at a distance of... [from somebody/something] — in einer Entfernung von... [von jemandem/etwas]
a short distance away — ganz in der Nähe
4) (remoter field of vision) Ferne, diein/into the distance — in der/die Ferne
5) (distant point) Entfernung, dieat a distance/[viewed] from a distance — von weitem
6) (space of time) Abstand, der2. transitive verbat a distance of 20 years — aus einem Abstand von 20 Jahren
distance oneself from somebody/something — sich von jemandem/etwas distanzieren
* * *['distəns]1) (the space between things, places etc: Some of the children have to walk long distances to school; It's quite a distance to the bus stop; It is difficult to judge distance when driving at night; What's the distance from here to London?) die Entfernung2) (a far-off place or point: We could see the town in the distance; He disappeared into the distance; The picture looks better at a distance.) entfernt•- academic.ru/21293/distant">distant* * *dis·tance[ˈdɪstən(t)s]I. nit's only a short \distance away from here es ist nicht weit von hierbraking \distance Bremsweg mover long \distances über weite Streckento keep at a safe \distance Sicherheitsabstand haltento close [up] the \distance [to sth] den Abstand [zu etw dat] verringernto cover long \distances lange Strecken zurücklegenwhat's the \distance between Madrid and Barcelona? wie weit sind Madrid und Barcelona voneinander entfernt?you've come from quite a long \distance, haven't you? du kommst von weiter her, stimmt's?within driving/walking \distance mit dem Auto/zu Fuß erreichbarhe lives within walking \distance of work er kann zu Fuß zu Arbeit gehenwithin shouting \distance in Rufweitethey sped off into the \distance sie brausten davonto look off into the \distance in die Ferne blickenin the \distance in der Fernefrom [or at] a distance von Weitemin a \distance of 5 years innerhalb von fünf Jahrento keep one's \distance auf Distanz bleibento keep one's \distance from sb/sth sich akk von jdm/etw fernhalten7.▶ to go the \distance bis zum Ende durchhaltenII. vt* * *['dIstəns]1. n1) (in space) Entfernung f; (= gap, interval) Abstand m, Distanz f (geh); (= distance covered) Strecke f, Weg mthe distance between the eyes/railway lines — der Abstand zwischen den Augen/Eisenbahnschienen
the distance between London and Glasgow is... — die Entfernung zwischen London und Glasgow beträgt...
what's the distance between London and Glasgow? —
I don't know the exact distance we covered the distance between London and Glasgow in five hours — ich weiß nicht genau, wie weit es ist wir haben für die Strecke London-Glasgow fünf Stunden gebraucht
he went with me ( for) part of the distance — er ging einen Teil der Strecke or des Weges mit mir
it's no distance — es ist überhaupt nicht weit, es ist nur ein Katzensprung (inf)
we drove 600 miles – that's quite a distance — wir sind 600 Meilen gefahren – das ist eine ganz schöne Strecke
to go the distance — durchhalten, es durchstehen
to keep one's distance (from sb/sth) — Abstand (von jdm/etw) halten
2)(in time)
from or at a distance of 400 years —at this distance in time — nach einem so langen Zeitraum
2. vt1)See:= outdistance2)to distance oneself/sb from sb/sth — sich/jdn von jdm/etw distanzieren
television may distance the public from reality — das Fernsehen kann die Öffentlichkeit der Wirklichkeit entfremden
* * *distance [ˈdıstəns]A sa) in einiger Entfernung,b) von Weitem, von fern;a good distance off ziemlich weit entfernt;at an equal distance gleich weit (entfernt);from a distance aus einiger Entfernung;it is no distance es ist gar nicht weit (to [bis] zu);what is the distance to London? wie weit ist es bis nach London?2. Ferne f:from (in) the distance aus (in) der Fernebetween zwischen dat):4. Entfernung f, Strecke f:the distance covered die zurückgelegte Strecke;distance of vision Sehweite f;go the distance figa) durchhalten, über die Runden kommen,b) (Boxen) über die volle Distanz gehen;they had travel(l)ed long distances sie waren von weit her gekommen;stay the distance with über die volle Distanz gehen gegen (Boxer)5. (zeitlicher) Abstand, Zeitraum m: I can hardly remember him at this distance of ( oder in) time nach all dieser Zeit6. fig Abstand m, Entfernung f, Entferntheit f7. fig Distanz f, Abstand m, Zurückhaltung f:keep sb at a distance jemandem gegenüber reserviert sein, sich jemanden vom Leib halten;keep one’s distance zurückhaltend sein, (die gebührende) Distanz wahren ( → A 3);know one’s distance wissen, wie weit man gehen darf8. MAL etca) Perspektive fb) auch pl Hintergrund mc) Ferne f9. MUS Intervall n10. SPORTa) Distanz f, Strecke fb) Boxen, Fechten: Distanz f (zwischen den Gegnern)distance race Langstreckenlauf m;distance runner Langstreckenläufer(in), Langstreckler(in)B v/t2. fig überflügeln, -treffendist. abk1. distance2. distant3. distinguish (distinguished)4. district* * *1. nounkeep [at] a [safe] distance [from somebody/something] — jemandem/einer Sache nicht zu nahe kommen
keep one's distance [from somebody/something] — Abstand [zu jemandem/etwas] wahren
at a distance of... [from somebody/something] — in einer Entfernung von... [von jemandem/etwas]
4) (remoter field of vision) Ferne, diein/into the distance — in der/die Ferne
5) (distant point) Entfernung, dieat a distance/[viewed] from a distance — von weitem
6) (space of time) Abstand, der2. transitive verbdistance oneself from somebody/something — sich von jemandem/etwas distanzieren
* * *n.Abstand -¨e m.Distanz -en f.Entfernung f.Ferne -n f.Weite -n f. (dissociate) oneself from expr.sich abgrenzen von (Personen) ausdr. -
106 gain
1. noun1) Gewinn, der2. transitive verb1) (obtain) gewinnen; finden [Zugang, Zutritt]; erwerben [Wissen, Ruf]; erlangen [Freiheit, Ruhm]; erzielen [Vorteil, Punkte]; verdienen [Lebensunterhalt, Geldsumme]gain possession of something — in den Besitz einer Sache (Gen.) kommen
2) (win) gewinnen [Preis, Schlacht]; erringen [Sieg]gain weight/five pounds [in weight] — zunehmen/fünf Pfund zunehmen
4) (reach) gewinnen (geh.), erreichen [Gipfel, Ufer]5) (become fast by)3. intransitive verbmy watch gains two minutes a day — meine Uhr geht pro Tag zwei Minuten vor
1) (make a profit)gain in influence/prestige — an Einfluss/Prestige gewinnen
3) (become fast) [Uhr:] vorgehen4)gain on somebody — (come closer) jemandem [immer] näher kommen; (increase lead) den Vorsprung zu jemandem vergrößern
* * *[ɡein] 1. verb1) (to obtain: He quickly gained experience.) gewinnen2) ((often with by or from) to get (something good) by doing something: What have I to gain by staying here?) gewinnen3) (to have an increase in (something): He gained strength after his illness.) gewinnen2. noun•- academic.ru/116276/gain_ground">gain ground- gain on* * *[geɪn]I. n\gain in height Höhengewinn m\gain in numbers zahlenmäßiger Zuwachs\gain in profits/productivity Gewinn-/Produktivitätssteigerung fweight \gain Gewichtszunahme fnet \gain Nettogewinn m, Reingewinn mpre-tax \gain Vorsteuergewinn mpersonal/political \gain persönlicher/politischer Vorteilto do sth for \gain etw zu seinem eigenen Vorteil tun; (for money) etw für Geld tunII. vt1. (obtain)▪ to \gain sth etw bekommen [o erlangen]you've got nothing to lose and everything to \gain du hast nichts zu verlieren, aber alles zu gewinnenwhat do you hope to \gain from the course? was versprechen Sie sich von diesem Kurs?her performance \gained her international fame durch ihre Leistung erlangte sie internationalen Ruhmto \gain acceptance/popularity akzeptiert/populär werdento \gain sb's confidence jds Vertrauen gewinnento \gain control of sth etw unter [seine] Kontrolle bekommento \gain experience Erfahrungen sammelnto \gain freedom/independence die Freiheit/Unabhängigkeit erlangento \gain ground on sb gegenüber jdm an Boden gewinnento \gain an impression einen Eindruck gewinnento \gain recognition Anerkennung findento \gain a reputation for being sth sich dat einen Namen als etw machento \gain success Erfolg habento \gain the upper hand die Oberhand gewinnento \gain a victory einen Sieg erringen2. (increase)the share index \gained ten points der Aktienindex stieg um 10 Punkte anto \gain altitude [an] Höhe gewinnento \gain knowledge sein Wissen erweiternto \gain prestige an Prestige gewinnento \gain self-confidence Selbstvertrauen entwickelnto \gain strength kräftiger werden, an Kraft zunehmento \gain time Zeit gewinnento \gain velocity [or speed] schneller werdento \gain weight zunehmen3. (reach) erreichento \gain one's destination sein Ziel erreichen4.▶ to \gain a foothold Fuß fassenIII. vithe share index \gained by ten points der Aktienindex stieg um 10 Punkte anto \gain in height an Höhe gewinnento \gain in numbers zahlenmäßig ansteigento \gain in profits/productivity einen Gewinn-/Produktivitätszuwachs verzeichnento \gain in weight zunehmen2. (profit) profitieren3. (catch up)▪ to \gain on sb jdn mehr und mehr einholenthey're \gaining on us sie kommen immer näher* * *[geɪn]1. n1) no pl (= advantage) Vorteil m; (= profit) Gewinn m, Profit mthe love of gain — Profitgier f (pej)
to do sth for gain — etw aus Berechnung (dat) or zum eigenen Vorteil tun; (for money) etw des Geldes wegen tun
his loss is our gain — sein Verlust ist unser Gewinn, wir profitieren von seinem Verlust
3) (= increase) (in +gen) Zunahme f; (in speed) Erhöhung f; (in wealth) Steigerung f, Zunahme f; (in health) Besserung f; (in knowledge) Erweiterung f, Vergrößerung fgain in weight, weight gain — Gewichtszunahme f
2. vt1) (= obtain, win) gewinnen; knowledge, wealth erwerben; advantage, respect, entry, access sich (dat) verschaffen; control, the lead übernehmen; marks, points erzielen; sum of money verdienen; liberty erlangen; (= achieve) nothing, a little etc erreichenwhat does he hope to gain by it? — was verspricht or erhofft er sich (dat) davon?
he gained a better view by climbing onto a wall — dadurch, dass er auf eine Mauer kletterte, hatte er einen besseren Ausblick
they didn't gain entry to the building — sie kamen nicht in das Gebäude hinein
to gain ground — (an) Boden gewinnen; (disease) um sich greifen, sich verbreiten; (rumours) sich verbreiten
to gain time —
2) (= reach) other side, shore, summit erreichen3)(= increase)
to gain height — (an) Höhe gewinnen, höhersteigento gain speed — schneller werden, beschleunigen
she has gained weight/3 kilos — sie hat zugenommen/3 Kilo zugenommen
as he gained confidence — als er sicherer wurde, als seine Selbstsicherheit wuchs or zunahm
to gain popularity — an Beliebtheit (dat) gewinnen
3. vi1) (watch) vorgehen3) (= profit person) profitieren (by von)you can only gain by it — das kann nur Ihr Vorteil sein, Sie können dabei nur profitieren
society/the university would gain from that — das wäre für die Gesellschaft/die Universität von Vorteil
we stood to gain from the decision — die Entscheidung war für uns von Vorteil
4)to gain in popularity — an Beliebtheit (dat) gewinnen
to gain in prestige — an Ansehen gewinnen, sich (dat) größeres Ansehen verschaffen
* * *gain [ɡeın]A v/t1. seinen Lebensunterhalt etc verdienen2. Anhänger, jemandes Vertrauen, Zeit etc gewinnen:3. die Küste etc erreichen4. fig erreichen, erlangen, erhalten, erringen:gain experience Erfahrung(en) sammeln;gain wealth Reichtümer erwerben;5. jemandem etwas einbringen, -tragen:it gained him a promotion (a warning)6. zunehmen an (dat):gain speed (strength) schneller (stärker) werden;8. vorgehen um (Uhr):my watch gains two minutes a day meine Uhr geht am Tag zwei Minuten vorB v/i1. (on, upon)a) näher kommen (dat), (an) Boden gewinnen, aufholen (gegenüber)b) seinen Vorsprung vergrößern (vor dat, gegenüber)2. (an) Einfluss oder Boden gewinnen3. besser oder kräftiger werden:he gained daily er kam täglich mehr zu Kräften5. (an Wert) gewinnen, besser zur Geltung kommen, im Ansehen steigen6. zunehmen (in an dat):gain (in weight) (an Gewicht) zunehmen;the days were gaining in warmth die Tage wurden wärmer7. (on, upon) übergreifen (auf akk), sich ausbreiten (über akk)8. vorgehen (Uhr):my watch gains by two minutes a day meine Uhr geht am Tag zwei Minuten vorC sto für)gain in knowledge Wissensbereicherung f;gain in weight Gewichtszunahme f;have a gain of two pounds zwei Pfund zunehmen3. WIRTSCHa) Profit m, Gewinn m:for gain JUR in gewinnsüchtiger Absicht4. ELEK, PHYS Verstärkung f:gain control Lautstärkeregelung f* * *1. noun1) Gewinn, der2) (increase) Zunahme, die (in an + Dat.)2. transitive verb1) (obtain) gewinnen; finden [Zugang, Zutritt]; erwerben [Wissen, Ruf]; erlangen [Freiheit, Ruhm]; erzielen [Vorteil, Punkte]; verdienen [Lebensunterhalt, Geldsumme]gain possession of something — in den Besitz einer Sache (Gen.) kommen
2) (win) gewinnen [Preis, Schlacht]; erringen [Sieg]gain weight/five pounds [in weight] — zunehmen/fünf Pfund zunehmen
4) (reach) gewinnen (geh.), erreichen [Gipfel, Ufer]3. intransitive verbgain in influence/prestige — an Einfluss/Prestige gewinnen
3) (become fast) [Uhr:] vorgehen4)gain on somebody — (come closer) jemandem [immer] näher kommen; (increase lead) den Vorsprung zu jemandem vergrößern
* * *n.Gewinn -e m.Verstärkung f.Zunahme -n f. v.erlangen v.erwerben v.gewinnen v.(§ p.,pp.: gewann, gewonnen) -
107 eye
{ai}
I. 1. око
under my (very) EYEs пред очите ми, в мое присъствие, под мое наблюдение
2. прен. око, очи, поглед, усет, преценка
to set/clap EYEs on виждам, съзирам
to run o/s EYEs over/through поглеждам, преглеждам, хвърлям бегъл поглед на
to look with half an EYE гледам под око
to catch someone's EYE хващам погледа на, привличам вниманието на
to feast one's EYEs on любувам се на, наслаждавам се на
to make EYEs at, to cast/make sheep's EYEs at гледам влюбено
under someone's EYE (s) под зоркото око/под вниманието/грижите на някого
to be all EYEs целият съм слух и зрение, не мога да си откъсна очите
to keep an EYE/one's EYE on следя, наблюдавам
to keep/have one's EYEs/both EYEs open отварям си очите, нащрек съм
in someone's EYEs в очите/по преценката на някого
in the EYE of the law в очите на закона, пред закона
to have an EYE for имам усет/вярно око за, разбирам от
to have an EYE for a pretty girl стар мераклия съм
3. бот. кълн, око (на картоф и пр.)
4. петелка
hook and EYE мъжко и женско копче
5. ухо (на игла)
6. клуп, примка (на въже)
7. обектив, леща (на фотоапарат), око, отвор
8. център на мишена (и bull's EYE)
9. sl. детектив
10. око (на паунова опашка)
11. зона на затишие в центъра на циклон
12. рад. магическо око
all my EYE (and Betty Martin) глупости, дрън-дрън (ярина)
EYE s left/right! воен. глави наляво/надясно! in the/in one's mind's EYE мислено, във въображението
in the EYE of the wind срещу вятъра
one in the EYE разг. удар в окото, прен. удар, разочарование, срязване, рязък отказ
to do in the EYE разг. измамвам, подхлъзвам, мятам
with an EYE to заради, с надежда да, с оглед на
mу EYE! ами! как не! up to the EYEs потънал до уши/гуша, погълнат (in)
to see EYE to EYE with someone на същото мнение съм с някого, разбирам се с някого
to wipe someone's EYE надхитрям/изпреварвам някого, смачквам някому фасона
if you had half an EYE ако не беше толкова глупав, ако беше поне малко наблюдателен
to see something with half an EYE веднага забелязвам/разбирам нещо
II. v гледам, поглеждам, наблюдавам, разглеждам* * *{ai} n 1. око; under my (very) eyes пред очите ми, в мое присъствие(2) {ai} v гледам, поглеждам; наблюдавам; разглеждам.* * *ухо; око; петелка; очен;* * *1. 1 зона на затишие в центъра на циклон 2. 1 рад. магическо око 3. all my eye (and betty martin) глупости, дрън-дрън (ярина) 4. eye s left/right! воен. глави наляво/надясно! in the/in one's mind's eye мислено, във въображението 5. hook and eye мъжко и женско копче 6. i. око 7. if you had half an eye ако не беше толкова глупав, ако беше поне малко наблюдателен 8. ii. v гледам, поглеждам, наблюдавам, разглеждам 9. in someone's eyes в очите/по преценката на някого 10. in the eye of the law в очите на закона, пред закона 11. in the eye of the wind срещу вятъра 12. mу eye! ами! как не! up to the eyes потънал до уши/гуша, погълнат (in) 13. one in the eye разг. удар в окото, прен. удар, разочарование, срязване, рязък отказ 14. sl. детектив 15. to be all eyes целият съм слух и зрение, не мога да си откъсна очите 16. to catch someone's eye хващам погледа на, привличам вниманието на 17. to do in the eye разг. измамвам, подхлъзвам, мятам 18. to feast one's eyes on любувам се на, наслаждавам се на 19. to have an eye for a pretty girl стар мераклия съм 20. to have an eye for имам усет/вярно око за, разбирам от 21. to keep an eye/one's eye on следя, наблюдавам 22. to keep/have one's eyes/both eyes open отварям си очите, нащрек съм 23. to look with half an eye гледам под око 24. to make eyes at, to cast/make sheep's eyes at гледам влюбено 25. to run o/s eyes over/through поглеждам, преглеждам, хвърлям бегъл поглед на 26. to see eye to eye with someone на същото мнение съм с някого, разбирам се с някого 27. to see something with half an eye веднага забелязвам/разбирам нещо 28. to set/clap eyes on виждам, съзирам 29. to wipe someone's eye надхитрям/изпреварвам някого, смачквам някому фасона 30. under my (very) eyes пред очите ми, в мое присъствие, под мое наблюдение 31. under someone's eye (s) под зоркото око/под вниманието/грижите на някого 32. with an eye to заради, с надежда да, с оглед на 33. бот. кълн, око (на картоф и пр.) 34. клуп, примка (на въже) 35. обектив, леща (на фотоапарат), око, отвор 36. око (на паунова опашка) 37. петелка 38. прен. око, очи, поглед, усет, преценка 39. ухо (на игла) 40. център на мишена (и bull's eye)* * *eye [ai] I. n 1. око; swimming \eyes очи, пълни със сълзи; saucer \eyes кръгли очи; to cry o.'s \eyes out плача горчиво, изплаквам си очите; green \eyes прен. завист; camera \eye отлична зрителна памет; with the naked \eye с просто око; the apple of the \eye зеницата на окото (и прен.); to lose an \eye ослепявам с едното око; to have sharp ( weak) \eyes имам силни (слаби) очи (зрение); a black \eye насинено от удар око; to close o.'s \eyes евфем. умирам; to shut ( close) o.'s \eyes to затварям си очите за, правя се, че не забелязвам; to get ( have) o.' s eye ( well) in ориентирам се бързо, преценявам точно разстоянието и посоката; to open s.o.'s \eyes (to) прен. отварям очите на някого; to pore o.'s \eyes out развалям си зрението, преуморявам си очите (от много четене); the scales fell from his \eyes отвориха му се очите, перде падна от очите му; прогледна; to cock o.'s \eye повдигам вежди, гледам иронично; \eyes down! играта започва! (при бинго); 2. ( поглед); to collect \eyes събирам погледите, привличам вниманието; to put o.'s \eyes together затварям очи, заспивам; to set ( clap, cast) \eyes on гледам, виждам, съзирам; to run o.'s \eyes over ( through) поглеждам; хвърлям бърз поглед; преглеждам набързо; to look with half an \eye гледам под око; to catch s.o.'s \eye хващам погледа на; привличам погледа, вниманието на; to give s.o. the beady ( fish) \eye гледам някого накриво, гледам с неодобрение на някого; to feast o.'s \eyes on наслаждавам се, любувам се; to cast ( make) sheep's \eyes гледам влюбено; sheep's \eyes влюбени погледи; to make \eyes at хвърлям погледи (към момиче), старая се да привлека вниманието (на момиче); under ( before, in front of) o.'s \eye(s) под зоркото око, под вниманието (наблюдението, грижите) на; to have o.'s \eye on гледам одобрително, следя с одобрение; to be all \eyes отварям си очите на четири, гледам много внимателно; to keep o.'s (an) \eye on наблюдавам, следя; to keep ( have) o.'s ( both) \eyes open ( skinned, peeled) нащрек съм; to see \eye to \eye съгласявам се, разбирам се, намирам общ език (с); up to o.'s \eyes in затънал до гуша в; \eye of ( the) day слънцето; \eyes on stalks очи, изблещени от почуда (за човек); \eyes left ( right)! глави наляво (надясно)!; to get o.'s \eye in ставам специалист; "ошлайфвам се", започвам да разбирам от нещо; to be a gleam ( glint) in s.o.'s \eyes засега съм само замисъл (идея); to keep o.'s \eye on the ball разг. внимавам, "в час съм", следя развитието на нещата; to take o.'s \eyes off the ball не внимавам, отклонявам вниманието си, "не съм в час"; to be in ( come, get into) the public \eye ставам център на внимание, привличам вниманието на широката общественост; to hit a person in the \eye разг. очебийно е, очевадно е; in the mind's \eye мислено; in the \eye of the wind ( storm, hurricane, tornado) срещу вятъра, срещу течението (и прен.); one in the \eye разг. удар в окото, прен. удар; срязване; in the \eye of the law пред закона; with an \eye to с оглед на, заради; not to bat an \eye не ми мига окото; не ми пука; пет пари не давам; I would give my \eye teeth for (it) какво ли не бих дал за; всичко бих дал за; oh my \eye! охо! ами! как не! виж ми бялото на окото! to have an \eye for 1) имам вярно (точно) око; 2) имам склонност; 3) хвърлям око на; to do s.o. in the \eye надхитрявам, измамвам, изигравам някого; to wipe s.o.'s \eye sl слагам някого в джоба си, надминавам го; damn your \eyes! вулг. върви по дяволите! дявол да те вземе!; \eye to \eye директно, направо, лице в лице; 3. бот. израстък (око) на картоф; 4. петелка; hook and \eye мъжко и женско копче; 5. уши (на игла); 6. клуп, примка (на края на въже); 7. стъкло на очила; 8. ам. sl шпионин; съгледвач; 9. център на мишена (= bull's \eye); 10. око (на паунова опашка); 11. око, област с ниско налягане в центъра на ураган; II. v гледам, поглеждам; разглеждам; наблюдавам. -
108 press
I 1. nounget/have a good/bad press — (fig.) eine gute/schlechte Presse bekommen/haben
2) see academic.ru/58005/printing_press">printing press3) (printing house) Druckerei, diesend to [the] press — in Druck geben
go to [the] press — in Druck gehen
4) (publishing firm) Verlag, der6) (crowd) Menge, die7) (pressing) Druck, der2. transitive verb1) drücken; pressen; drücken auf (+ Akk.) [Klingel, Knopf]; treten auf (+ Akk.) [Gas-, Brems-, Kupplungspedal usw.]2) (urge) drängen [Person]; (force) aufdrängen ([up]on Dat.); (insist on) nachdrücklich vorbringen [Forderung, Argument, Vorschlag]he did not press the point — er ließ die Sache auf sich beruhen
3) (compress) pressen; auspressen [Orangen, Saft]; keltern [Trauben, Äpfel]4) (iron) bügeln5)3. intransitive verbbe pressed for space/time/money — (have barely enough) zu wenig Platz/Zeit/Geld haben
1) (exert pressure) drücken2) (be urgent) drängentime/something presses — die Zeit drängt/etwas eilt od. ist dringend
3) (make demand)press for something — auf etwas (Akk.) drängen
Phrasal Verbs:II transitive verbpress into service/use — in Dienst nehmen; einsetzen
* * *[pres] 1. verb1) (to use a pushing motion (against): Press the bell twice!; The children pressed close to their mother.) drücken2) (to squeeze; to flatten: The grapes are pressed to extract the juice.) pressen3) (to urge or hurry: He pressed her to enter the competition.) drängen4) (to insist on: The printers are pressing their claim for higher pay.) nachdrücklich bestehen auf5) (to iron: Your trousers need to be pressed.) plätten2. noun1) (an act of pressing: He gave her hand a press; You had better give your shirt a press.) der Druck2) ((also printing-press) a printing machine.) die Presse3) (newspapers in general: It was reported in the press; ( also adjective) a press photographer.) die Presse; Presse-...4) (the people who work on newspapers and magazines; journalists: The press is/are always interested in the private lives of famous people.) die Presse5) (a device or machine for pressing: a wine-press; a flower-press.) die Presse•- pressing- press conference
- press-cutting
- be hard pressed
- be pressed for
- press for
- press forward/on* * *[pres]I. n<pl -es>at the \press of a button auf Knopfdruckto give sth a \press [auf] etw akk drückento give sth a \press etw bügelngarlic \press Knoblauchpresse ftrouser \press Hosenpresse fwine \press Weinpresse f, Kelter f4. (news media, newspapers)▪ the \press + sing/pl vb die Pressethe story has been all over the \press die Geschichte wurde in allen Zeitungen gebrachtfreedom of the \press Pressefreiheit fto hold the \press[es] den Druck verzögernto leak sth to the \press etw der Presse zuspielenin the \press in der Presseto have a bad/good \press eine schlechte/gute Presse bekommen, schlechte/gute Kritiken bekommenII. vt1. (push)to speak to an operator, \press ‘0’ now um mit der Vermittlung zu sprechen, wählen Sie jetzt die ‚0‘Sammy \pressed his nose against the windowpane Sammy drückte die Nase gegen die Fensterscheibeto \press a bell/button/switch auf eine Klingel/einen Knopf/einen Schalter drücken▪ to \press sth ⇆ down etw herunterdrücken2. (flatten)▪ to \press sth etw zusammendrückento \press flowers Blumen pressen3. (extract juice from)▪ to \press sth etw auspressento \press grapes Weintrauben keltern4. (iron)5. (manufacture)▪ to \press sth CD, record etw pressen▪ to \press sb jdn bedrängen [o unter Druck setzen]▪ to \press sb to do sth jdn bedrängen, etw zu tunthey are \pressing demands on the country's leaders sie versuchen massiv, ihre Forderungen bei den führenden Vertretern des Landes durchzusetzen▪ to \press sb/sth into sth jdn/etw zu etw dat bringen [o zwingen]; of person also jdn zu etw dat nötigento \press sb for an answer/a decision jdn zu einer Antwort/Entscheidung drängento \press sb into a role jdn in eine Rolle hineindrängento \press sb into service jdn [gezwungenermaßen] in Dienst nehmen, jdn einspannen fam7. (forcefully promote)▪ to \press sth etw forcierento \press one's case seine Sache durchsetzen wollento \press one's claim auf seiner Forderung beharrento \press one's point beharrlich seinen Standpunkt vertreten, auf seinem Standpunkt herumreiten fam8. (insist on giving)▪ to \press sth [up]on sb gift, offer jdm etw aufdrängen▪ to be \pressed unter Druck stehenthey'll be hard \pressed to complete the assignment wenn sie den Auftrag ausführen wollen, müssen sie sich aber ranhalten11.▶ to \press home ⇆ sth etw durchzusetzen versuchen▶ to \press home one's advantage seinen Vorteil ausnutzenIII. vi1. (push) drücken\press down firmly on the lever drücken Sie fest auf den Hebelto \press against a door sich akk gegen eine Tür stemmento \press hard fest drückentime is \pressing die Zeit drängt* * *[pres]1. n3) (= newspapers, journalists) Presse fthe daily/sporting press — die Tages-/Sportpresse
to get a good/bad press — eine gute/schlechte Presse bekommen
4) (= squeeze, push) Druck m6) (= crush) Gedränge nt2. vt1) (= push, squeeze) drücken (to an +acc); button, doorbell, knob, brake pedal drücken auf (+acc); clutch, piano pedal treten; grapes, fruit (aus)pressen; flowers pressen2) (= iron) clothes bügeln3) (= urge, persuade) drängen; (= harass, importune) bedrängen, unter Druck setzen; (= insist on) claim, argument bestehen auf (+dat)to press sb hard — jdm ( hart) zusetzen
he didn't need much pressing — man brauchte ihn nicht lange zu drängen
to press sb for an answer — auf jds Antwort (acc) drängen
to press the point — darauf beharren or herumreiten (inf)
to press home an advantage — einen Vorteil ausnutzen, sich (dat) einen Vorteil zunutze or zu Nutze machen
to press money/one's views on sb — jdm Geld/seine Ansichten aufdrängen
to be pressed for time — unter Zeitdruck stehen, in Zeitnot sein
to press sb/sth into service — jdn/etw einspannen
4) machine part, record etc pressenpressed steel — gepresster Stahl, Pressstahl m
3. vi1) (lit, fig: bear down, exert pressure) drückento press ( down) on sb (debts, troubles) — schwer auf jdm lasten
2) (= urge, agitate) drängento press for sth — auf etw (acc) drängen
to press ahead or forward ( with sth) (fig) — (mit etw) weitermachen; (with plans) etw weiterführen
* * *press [pres]A v/t1. (zusammen)pressen, (-)drücken:press sb’s hand jemandem die Hand drücken;press one’s nose against the window die Nase gegen die Scheibe pressen oder an die Scheibe quetschen; → flesh A 12. drücken auf (akk):press the button (auf) den Knopf drücken3. niederdrücken, drücken auf (akk)6. Kleider plätten, bügeln7. (zusammen-, vorwärts-, weg- etc) drängen, (-)treiben:press on weiterdrängen, -treiben8. MIL (hart) bedrängen9. jemanden bedrängen:a) in die Enge treiben, Druck ausüben auf (akk):press sb for money von jemandem Geld erpressenpress sb for sth jemanden dringend um etwas bitten;be pressed for money in Geldverlegenheit sein;10. jemanden, ein Tier antreiben, hetzen13. Nachdruck legen auf (akk):press one’s point auf seiner Forderung oder Meinung nachdrücklich bestehen;a) eine Forderung etc durchsetzen,b) einen Angriff energisch durchführen,B v/i1. a) pressen, drückenb) fig Druck ausüben2. plätten, bügeln3. drängen:time presses die Zeit drängtpress for the equalizer SPORT auf den Ausgleich drängen;press for sb to do sth jemanden drängen, etwas zu tun; darauf drängen, dass jemand etwas tut5. (sich) drängen (to zu, nach):press forward (sich) vordrängen;press in (up)on sba) auf jemanden eindringen,b) fig auf jemanden enstürmen (Probleme etc);press on vorwärtsdrängen, weitereilen;C s1. TECH (auch Frucht- etc) Presse f2. TYPO (Drucker)Presse f3. TYPOa) Druckerei(raum) f(m)b) Druckerei (-anstalt) fc) Druckerei(wesen) f(n)d) Druck m, Drucken n:correct the press Korrektur lesen;go to (the) press in Druck gehen, gedruckt werden;send to (the) press in Druck geben;in the press im Druck (befindlich);coming from the press neu erschienen (besonders Buch);ready for the press druckfertig5. Presse(kommentar) f(m), -kritik f:have a good (bad) press eine gute (schlechte) Presse haben6. Spanner m (für Skier oder Tennisschläger)7. (Bücher-, Kleider-, besonders Wäsche) Schrank m8. a) Drücken n, Pressen nb) Plätten n, Bügeln n:at the press of a button auf Knopfdruck9. Andrang m, Gedränge n, Menschenmenge f10. figa) Druck m, Hast fb) Dringlichkeit f, Drang m (der Geschäfte)11. press of sail, press of canvas SCHIFFa) (Segel)Press m (Druck sämtlicher gesetzter Segel)b) Prangen n (Beisetzen sämtlicher Segel):carry a press of sail Segel pressen;under a press of canvas mit vollen Segeln12. SCHIFF, MIL, HIST Zwangsaushebung f* * *I 1. noun1) (newspapers etc.) Presse, die; attrib. Presse-; der Presse nachgestelltget/have a good/bad press — (fig.) eine gute/schlechte Presse bekommen/haben
3) (printing house) Druckerei, dieat or in [the] press — im Druck
send to [the] press — in Druck geben
go to [the] press — in Druck gehen
4) (publishing firm) Verlag, der6) (crowd) Menge, die7) (pressing) Druck, der2. transitive verb1) drücken; pressen; drücken auf (+ Akk.) [Klingel, Knopf]; treten auf (+ Akk.) [Gas-, Brems-, Kupplungspedal usw.]2) (urge) drängen [Person]; (force) aufdrängen ([up]on Dat.); (insist on) nachdrücklich vorbringen [Forderung, Argument, Vorschlag]3) (compress) pressen; auspressen [Orangen, Saft]; keltern [Trauben, Äpfel]4) (iron) bügeln5)3. intransitive verbbe pressed for space/time/money — (have barely enough) zu wenig Platz/Zeit/Geld haben
1) (exert pressure) drücken2) (be urgent) drängentime/something presses — die Zeit drängt/etwas eilt od. ist dringend
press for something — auf etwas (Akk.) drängen
Phrasal Verbs:II transitive verbpress into service/use — in Dienst nehmen; einsetzen
* * *n.(§ pl.: presses)Presse (Zeitung) f. (someone) close to one's heart expr.jemanden ans Herz drücken ausdr. v.Druck ausüben ausdr.bügeln v.drängen v.drücken v.plätten v.pressen v. -
109 heart
heart [hα:t]━━━━━━━━━━━━━━━━━1. noun2. plural noun3. compounds━━━━━━━━━━━━━━━━━1. nouna. cœur m• in his heart of hearts he thought... au fond de lui-même, il pensait...b. ( = courage) courage m• to lose/take heart perdre/prendre couragec. ( = centre) [of town, lettuce] cœur m2. plural noun3. compounds• after much heart-searching he... après s'être longuement interrogé, il... ► heart-shaped adjective en (forme de) cœur• to have a heart-to-heart (with sb) (inf) parler à cœur ouvert (avec qn) ► heart transplant noun greffe f du cœur* * *[hɑːt] 1.1) cœur mto win/steal somebody's heart — gagner/prendre le cœur de quelqu'un
to break one's heart — se briser le cœur ( over somebody pour quelqu'un)
it does my heart good to see... — cela me réchauffe le cœur de voir...
with a heavy/light heart — le cœur lourd/léger
to lose one's heart to somebody — tomber amoureux/-euse de quelqu'un
to know/learn something off by heart — savoir/apprendre quelque chose par cœur
from the bottom of one's heart —
to wish with all one's heart that — souhaiter de tout cœur que (+ subj)
my heart is not in something/doing something — je n'ai pas le cœur à quelque chose/à faire quelque chose
he's a child at heart — au fond, c'est toujours un enfant
2) ( courage) courage mto take/lose heart — prendre/perdre courage
3) ( centre) ( of district) cœur m4) ( in cards) cœur m5) ( of vegetable) cœur m2.noun modifier [ patient, specialist] du cœur; [ muscle, valve] cardiaque; [ surgery] du cœur, cardiaque••cross my heart (and hope to die) — croix de bois, croix de fer (si je mens je vais en enfer)
his/her heart is in the right place — il/elle a bon cœur
home is where the heart is — Prov où le cœur aime, là est le foyer
-
110 come
A ◑ n sperme m.1 ( travel) faire ; to come 100 km to see faire 100 km pour voir ;2 ○ GB ( act) don't come the innocent with me ne fais pas l'innocent ; to come the heavy-handed father jouer les pères autoritaires.1 ( arrive) [person, day, success, fame] venir ; [bus, letter, news, results, rains, winter, war] arriver ; the letter came on Monday la lettre est arrivée lundi ; your turn will come ton tour arrivera ; to come after sb ( chase) poursuivre qn ; to come by ( take) prendre [bus, taxi, plane] ; I came on foot/by bike je suis venu à pied/à bicyclette ; to come down descendre [stairs, street] ; to come up monter [stairs, street] ; to come down from Scotland/from Alaska venir d'Écosse/de l'Alaska ; to come from venir de [airport, hospital] ; to come into entrer dans [house, room] ; the train came into the station le train est entré en gare ; to come past [car, person] passer ; to come through [person] passer par [town centre, tunnel] ; [water, object] traverser [window etc] ; to come to venir à [school, telephone] ; to come to the door venir ouvrir ; to come to the surface remonter à la surface ; to come to the company as entrer dans l'entreprise comme [apprentice, consultant] ; to come to do venir faire ; to come running arriver en courant ; to come limping down the street descendre la rue en boitant ; to come crashing to the ground [structure] s'écraser au sol ; to come streaming through the window [light] entrer à flots par la fenêtre ; lunch is ready, come and get it! le déjeuner est prêt, à table! ; when the time comes lorsque le moment sera venu ; the time has come to do le moment est venu de faire ; I'm coming! j'arrive! ; come to mummy viens voir maman ; to come and go aller et venir ; you can come and go as you please tu es libre de tes mouvements ; fashions come and go les modes vont et viennent ; come next week/year la semaine/l'année prochaine ; come Christmas/Summer à Noël/en été ; there may come a time ou day when you regret it tu pourrais le regretter un jour ; for some time to come encore quelque temps ; there's still the meal/speech to come il y a encore le repas/discours ;2 ( approach) s'approcher ; to come and see/help sb venir voir/aider qn ; to come to sb for venir demander [qch] à qn [money, advice] ; I could see it coming ( of accident) je le voyais venir ; don't come any closer ne vous approchez pas (plus) ; he came to the job with preconceived ideas quand il a commencé ce travail il avait des idées préconçues ; to come close ou near to doing faillir faire ;3 (call, visit) [dustman, postman] passer ; [cleaner] venir ; I've come to do je viens faire ; I've come about je viens au sujet de ; I've come for je viens chercher ; my brother is coming for me at 10 am mon frère passe me prendre à 10 heures ; they're coming for the weekend ils viennent pour le week-end ; I've got six people coming to dinner j'ai six personnes à dîner ; my sister is coming to stay with us ma sœur vient passer quelques jours chez nous ;4 ( attend) venir ; I can't ou won't be able to come je ne pourrai pas venir ; come as you are venez comme vous êtes ; to come to venir à [meeting, party, wedding] ; to come with sb venir avec qn, accompagner qn ; do you want to come fishing? est-ce que tu veux venir à la pêche? ;5 ( reach) to come to, to come up/down to [water] venir jusqu'à ; [dress, carpet, curtain] arriver à ; I've just come to the chapter where… j'en suis juste au chapitre où… ;6 ( happen) how did you come to do? comment as-tu fait pour faire? ; that's what comes of doing/not doing voilà ce qui arrive quand on fait/ne fait pas ; how come? comment ça se fait? ; how come you lost? comment ça se fait que tu aies perdu? ; come what may advienne que pourra ; to take things as they come prendre les choses comme elles viennent ; when you come to think of it à la réflexion ; come to think of it, you're right en fait, tu as raison ;7 ( begin) to come to believe/hate/understand finir par croire/détester/comprendre ;8 ( originate) to come from [person] être originaire de, venir de [city, country etc] ; [word, song, legend] venir de [country, language] ; [substance, food] provenir de [raw material] ; [coins, stamps] provenir de [place, collection] ; [smell, sound] venir de [place] ; to come from France [fruit, painting] provenir de France ; [person] être français/-e ; to come from a long line of artists être issu d'une longue lignée d'artistes ;9 ( be available) to come in exister en [sizes, colours] ; to come with a radio/sunroof être livré avec radio/toit ouvrant ; to come with chips être servi avec des frites ; to come with matching napkins être vendu avec les serviettes assorties ; calculators don't come smaller/cheaper than this il n'existe pas de calculatrice plus petite/moins chère que celle-là ;10 ( tackle) to come to aborder [problem, subject] ; I'll come to that in a moment je reviendrai sur ce point dans un moment ; to come to sth ou to doing sth late in life se mettre à faire qch sur le tard ;11 ( develop) it comes with practice/experience cela s'apprend avec la pratique/l'expérience ; wisdom comes with age la sagesse vient en vieillissant ;12 ( be situated) venir ; to come after suivre, venir après ; to come before (in time, list, queue) précéder ; ( in importance) passer avant ; to come within faire partie de [terms] ; to come first/last [athlete, horse] arriver premier/dernier ; where did you come? tu es arrivé combien ○ ?, tu es arrivé à quelle place? ; my family comes first ma famille passe avant tout ; nothing can come between us rien ne peut nous séparer ; don't let this come between us on ne va pas se fâcher pour ça ; to try to come between two people essayer de s'interposer entre deux personnes ; nothing comes between me and my football! pour moi le foot c'est sacré! ;13 ( be due) the house comes to me when they die la maison me reviendra quand ils mourront ; death/old age comes to us all tout le monde meurt/vieillit ; he had it coming (to him) ○ ça lui pendait au nez ; they got what was coming to them ○ ils ont fini par avoir ce qu'ils méritaient ;14 ( be a question of) when it comes to sth/to doing lorsqu'il s'agit de qch/de faire ;15 ○ ( have orgasm) jouir.come again ○ ? pardon? ; I don't know if I'm coming or going je ne sais plus où j'en suis ; ‘how do you like your tea?’-‘as it comes’ ‘tu le prends comment ton thé?’-‘ça m'est égal’ ; he's as stupid/honest as they come il n'y a pas plus stupide/honnête que lui ; come to that ou if it comes to that, you may be right en fait, tu as peut-être raison ; to come as a shock/a surprise être un choc/une surprise.1 ( happen) [problems, reforms] survenir ; [situation, change] se produire ; the discovery came about by accident on a fait la découverte par hasard ;2 Naut virer de bord.■ come across:▶ come across ( be conveyed) [meaning, message] passer ; [feelings] transparaître ; the message of the film comes across clearly le message du film est clair ; his love of animals comes across strongly on sent bien qu'il adore les animaux ; she comes across well on TV elle passe bien à la télé ; come across as donner l'impression d'être [liar, expert] ; paraître [enthusiastic, honest] ;▶ come across [sth] tomber sur [article, reference, example] ; découvrir [qch] par hasard [village] ; we rarely come across cases of nous avons rarement affaire à des cas de ;▶ come across [sb] rencontrer [person] ; one of the nicest people I've ever come across une des personnes les plus sympathiques que j'aie jamais rencontrées.1 ( arrive) [bus, person] arriver ; [opportunity] se présenter ; to wait for the right person to come along attendre que la personne idéale se présente ;2 ( hurry up) come along! dépêche-toi! ;3 ( attend) venir ; why don't you come along? tu veux venir? ; to come along to venir à [lecture, party] ; to come along with sb venir avec qn, accompagner qn ;4 ( make progress) [pupil, trainee] faire des progrès ; [book, building work, project] avancer ; [painting, tennis] progresser ; [plant, seedling] pousser ; your Spanish is coming along votre espagnol a progressé ; how's the thesis coming along? est-ce que ta thèse avance?1 ( accidentally) [book, parcel, box] se déchirer ; [shoes] craquer ; [toy, camera] se casser ; the toy just came apart in my hands le jouet m'est resté dans les mains ;■ come at:▶ come at [sb]2 fig there were criticisms/questions coming at me from all sides j'étais assailli de critiques/questions.1 ( leave) lit partir ; to come away from quitter [cinema, match, show] ; sortir de [interview, meeting] ; fig to come away from the match/from the meeting disappointed/satisfied sortir déçu/satisfait du stade/de la réunion ; to come away with the feeling that rester sur l'impression que ;2 ( move away) s'éloigner ; come away! ( said by parent) pousse-toi de là! ; ( said by official) circulez! ; come away from the edge éloigne-toi du bord ;3 ( become detached) [handle, plaster, cover] se détacher (from de).1 ( return) gen [letter, person, memories, feeling, good weather] revenir (from de ; to à) ; ( to one's house) rentrer ; to come running back revenir en courant ; the memories came flooding back les souvenirs me sont revenus d'un seul coup ; to come back to revenir à [topic, problem] ; retourner auprès de [spouse, lover] ; to come back with sb raccompagner qn ; to come back with ( return) revenir avec [present, idea, flu] ; ( reply) répondre par [offer, suggestion] ; can I come back to you on that tomorrow? est-ce que nous pourrions en reparler demain? ; it's all coming back to me now tout me revient maintenant ; the name will come back to me le nom me reviendra ; to come back to what you were saying pour en revenir à ce que tu disais ;2 ( become popular) [law, system] être rétabli ; [trend, method, hairstyle] revenir à la mode ; to come back into fashion revenir à la mode.■ come by:▶ come by [sth] trouver [book, job, money].1 ( move lower) [person] descendre (from de) ; [lift, barrier, blind] descendre ; [curtain] tomber ; to come down by parachute descendre en parachute ; to come down in the lift prendre l'ascenseur pour descendre ; he's really come down in the world fig il est vraiment tombé bas ; his trousers barely came down to his ankles son pantalon lui arrivait à peine aux chevilles ;2 ( drop) [price, inflation, unemployment, temperature] baisser (from de ; to à) ; [cost] diminuer ; cars are coming down in price le prix des voitures baisse ;3 Meteorol [snow, rain] tomber ; the fog came down overnight le brouillard est apparu pendant la nuit ;5 ( crash) [plane] s'écraser ;7 fig ( be resumed by) se ramener à [question, problem, fact] ; it all really comes down to the fact that ça se ramène au fait que.1 ( step forward) s'avancer ;2 ( volunteer) se présenter (to do pour faire) ; to come forward with présenter [proof, proposal] ; offrir [help, money, suggestions] ; to ask witnesses to come forward lancer un appel à témoins.■ come in1 ( enter) [person, rain] entrer (through par) ;2 ( return) rentrer (from de) ; she comes in from work at five elle rentre du travail à cinq heures ;4 ( arrive) [plane, train, bill, complaint, delivery, letter] arriver ; which horse came in first? quel cheval est arrivé premier? ; we've got £2,000 a month coming in nous avons une rentrée de 2 000 livres sterling par mois ;5 ( become current) [trend, invention, style] faire son apparition ; [habit, practice] commencer à se répandre ;6 ( interject) intervenir ; to come in with an opinion exprimer son opinion ;8 ( participate) to come in with sb s'associer à qn ; to come in on the deal participer à l'affaire ;9 ( serve a particular purpose) where do I come in? à quel moment est-ce que j'interviens? ; where does the extra money come in? à quel moment est-ce qu'on introduira l'argent en plus? ; to come in useful ou handy [box, compass, string etc] être utile, servir ; [skill, qualification] être utile ;10 ( receive) to come in for criticism [person] être critiqué ; [plan] faire l'objet de nombreuses critiques ; to come in for praise recevoir des éloges.■ come into:▶ come into [sth]2 ( be relevant) to come into it [age, experience] entrer en ligne de compte, jouer ; luck/skill doesn't come into it ce n'est pas une question de hasard/d'habileté.■ come off:▶ come off1 ( become detached) ( accidentally) [button, label, handle] se détacher ; [lid] s'enlever ; [paint] s'écailler ; [wallpaper] se décoller ; ( intentionally) [handle, panel, lid] s'enlever ; the knob came off in my hand la poignée m'est restée dans la main ; the lid won't come off je n'arrive pas à enlever le couvercle ;2 ( fall) [rider] tomber ;7 ( fare) she came off well ( in deal) elle s'en est très bien tirée ; who came off worst? ( in fight) lequel des deux a été le plus touché? ;▶ come off [sth]1 ( stop using) arrêter [pill, tablet, heroin] ;2 ( fall off) tomber de [bicycle, horse] ;■ come on1 ( follow) I'll come on later je vous rejoindrai plus tard ;2 ( exhortation) ( encouraging) come on, try it! allez, essaie! ; come on, follow me! allez, suivez-moi! ; ( impatient) come on, hurry up! allez, dépêche-toi! ; ( wearily) come on, somebody must know the answer! enfin, il y a sûrement quelqu'un qui connaît la réponse! ; come on, you don't expect me to believe that! non mais franchement, tu ne t'attends pas à ce que je croie ça! ;3 ( make progress) [person, player, patient] faire des progrès ; [bridge, road, novel] avancer ; [plant] pousser ; how are the recruits coming on? est-ce que les recrues font des progrès? ; her tennis is coming on well elle fait des progrès en tennis ;4 ( begin) [asthma, attack, headache] commencer ; [winter] arriver ; [programme, film] commencer ; [rain] se mettre à tomber ; it came on to snow il s'est mis à neiger ;5 ( start to work) [light] s'allumer ; [heating, fan] se mettre en route ; the power came on again at 11 le courant est revenu à 11 heures ;6 Theat [actor] entrer en scène.■ come out1 ( emerge) [person, animal, vehicle] sortir (of de) ; [star] apparaître ; [sun, moon] se montrer ; [flowers, bulbs] sortir de terre ; [spot, rash] apparaître ; come out with your hands up! sortez les mains en l'air ; when does he come out? (of prison, hospital) quand est-ce qu'il sort? ; he came out of it rather well fig il ne s'en est pas mal tiré ;2 ( originate) to come out of [person] être originaire de ; [song] venir de ; [news report] provenir de ; the money will have to come out of your savings il faudra prendre l'argent sur tes économies ;3 ( result) to come out of [breakthrough] sortir de ; something good came out of the disaster il est sorti quelque chose de bon du désastre ;4 ( strike) faire la grève ; to come out on strike faire la grève ;5 [homosexual] déclarer publiquement son homosexualité ;6 ( fall out) [contact lens, tooth, key, screw, nail] tomber ; [electrical plug] se débrancher ; [sink plug] sortir ; [contents, stuffing] sortir ; [cork] s'enlever ; his hair is coming out il commence à perdre ses cheveux ;7 ( be emitted) [water, air, smoke] sortir (through par) ; the water comes out of this hole l'eau sort par ce trou ;9 ( be deleted) [reference, sentence] être éliminé ;10 (be published, issued) [magazine, novel] paraître ; [album, film, model, product] sortir ;11 ( become known) [feelings] se manifester ; [message, meaning] ressortir ; [details, facts, full story] être révélé ; [results] être connu ; [secret] être divulgué ; it came out that on a appris que ; if it ever comes out that it was my fault si on découvre un jour que c'était de ma faute ; the truth is bound to come out la vérité finira forcément par se savoir ; so that's what you think-it's all coming out now! c'est ça que tu penses-tu finis par l'avouer! ;12 Phot, Print [photo, photocopy] être réussi ; the photos didn't come out (well) les photos ne sont pas réussies ; red ink won't come out on the photocopy l'encre rouge ne donnera rien sur la photocopie ;13 ( end up) to come out at 200 dollars [cost, bill] s'élever à 200 dollars ; the jumper came out too big le pull était trop grand ; the total always comes out the same le total est toujours le même ;14 ( say) to come out with sortir [excuse] ; raconter [nonsense, rubbish] ; I knew what I wanted to say but it came out wrong je savais ce que je voulais dire mais je me suis mal exprimé ; whatever will she come out with next? qu'est-ce qu'elle va encore nous sortir ○ ? ; to come straight out with it le dire franchement ;15 ( enter society) faire ses débuts dans le monde.■ come over:1 ( drop in) venir ; come over for a drink venez prendre un verre ; to come over to do venir faire ;2 ( travel) venir ; they came over on the ferry ils sont venus en ferry ; she's coming over on the 10 am flight elle arrive par l'avion de 10 heures ; she often comes over to France elle vient souvent en France ; their ancestors came over with the Normans leurs ancêtres sont venus ici au temps des Normands ;3 ( convey impression) [message, meaning] passer ; [feelings, love] transparaître ; to make one's feelings come over exprimer ses sentiments ; to come over very well [person] donner une très bonne impression ; to come over as donner l'impression d'être [lazy, honest] ;4 ○ ( suddenly become) to come over all embarrassed se sentir gêné tout à coup ; to come over all shivery se sentir fiévreux/-euse tout à coup ; to come over all faint être pris de vertige tout d'un coup ;▶ come over [sb] [feeling] envahir ; what's come over you? qu'est-ce qui te prend? ; I don't know what came over me je ne sais pas ce qui m'a pris.1 ( regain consciousness) reprendre connaissance ;2 ( make a detour) faire un détour (by par) ;3 ( circulate) [steward, waitress] passer ;4 ( visit) venir ; to come round and do venir faire ; to come round for dinner/drinks venir dîner/prendre un verre ;5 ( occur) [event] avoir lieu ; the elections are coming round again les élections auront bientôt lieu ; by the time Christmas comes round à Noël ;6 ( change one's mind) changer d'avis ; to come round to an idea/to my way of thinking se faire à une idée/à ma façon de voir les choses ;7 Naut [boat] venir au vent.■ come through:1 ( survive) s'en tirer ;3 ( arrive) the fax/the call came through at midday nous avons reçu le fax/l'appel à midi ; my posting has just come through je viens de recevoir ma mutation ; she's still waiting for her visa/her results to come through elle n'a toujours pas reçu son visa/ses résultats ;4 ( emerge) [personality, qualities] apparaître ;▶ come through [sth]1 ( survive) se tirer de [crisis] ; se sortir de [recession] ; survivre à [operation, ordeal, war] ;■ come to:▶ come to ( regain consciousness) ( from faint) reprendre connaissance ; ( from trance) se réveiller ;▶ come to [sth]1 ( total) [shopping] revenir à ; [bill, expenditure, total] s'élever à ; both columns should come to the same figure les deux colonnes devraient donner le même total ; that comes to £40 cela fait 40 livres sterling ;2 ( result in) aboutir à ; if it comes to a fight si on en vient à se battre ; all her plans came to nothing aucun de ses projets ne s'est réalisé ; did the plans come to anything? est-ce que les projets ont abouti? ; all our efforts came to nothing tous nos efforts ont été vains ; I never thought it would come to this je n'aurais jamais imaginé que les choses en arriveraient là ; it may not come to that ce ne sera peut-être pas nécessaire.■ come under:▶ come under [sth]1 ( be subjected to) to come under scrutiny faire l'objet d'un examen minutieux ; to come under suspicion être soupçonné ; to come under threat être menacé ; we're coming under pressure to do on fait pression sur nous pour faire ;2 ( be classified under) (in library, shop) être classé dans le rayon [reference, history] ; Dali comes under Surrealism Dali fait partie des surréalistes.■ come up:▶ come up1 ( arise) [problem, issue, matter] être soulevé ; [name] être mentionné ; to come up in conversation [subject] être abordé dans la conversation ; this type of question may come up c'est le genre de question qui pourrait être posée ;2 (be due, eligible) to come up for re-election se représenter aux élections ; my salary comes up for review in April mon salaire sera révisé en avril ; the car is coming up for its annual service la voiture va avoir sa révision annuelle ;3 ( occur) [opportunity] se présenter ; something urgent has come up j'ai quelque chose d'urgent à faire ; a vacancy has come up une place s'est libérée ;5 Jur [case, hearing] passer au tribunal ; to come up before [case] passer devant ; [person] comparaître devant.▶ come up against [sth] se heurter à [problem, prejudice, opposition].■ come up with:▶ come up with [sth] trouver [answer, idea, money].■ come upon:▶ come upon [sth] tomber sur [book, reference] ; trouver [idea] ;▶ come upon [sb] rencontrer, tomber ○ sur [friend]. -
111 stop
[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) stöðva(st)2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) stöðva3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) stoppa, hætta4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) loka5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) loka; styðja á6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) dvelja2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) stans2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) stöð3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) punktur4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) loka, loftop5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) fleygur, klossi•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up -
112 stop
abbahagy, befog* * *[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) megáll(ít)2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) leállít3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) abbahagy (vmit)4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) bedug(aszol)5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) elzár; lefog6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) (vhol) tartózkodik2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) megállás2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) megálló3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) pont4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) lyuk (fuvolán); regiszter (orgonán)5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) ütköző•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up -
113 stop
interj. dur————————n. durma, duraksama, duraklama, stop etme, durak, istasyon, mola yeri, mercek perdesi [fot.], noktalama işareti, nokta, ünsüz ses, engel————————v. durmak, son vermek, bırakmak, dindirmek, durdurmak, stop ettirmek, kesmek, alıkoymak, savmak, dolgu yapmak, kapamak, tıkamak, noktalamak, bitmek, kesilmek, kalmak, devam etmemek* * *[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) dur(dur)mak2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) durdurmak3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) durmak4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) kapamak, tıkamak5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) kapamak, tıkamak6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) kalmak2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) durma2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) durak3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) nokta4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) tıkaç5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) tıpa•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up -
114 stop
[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) ustaviti2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) zaustaviti3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) prenehati4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) zamašiti5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) pritisniti na struno/odprtino6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) ostati, ustaviti se2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) ustavitev2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) postaja3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) pika4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) poklopec, dušilec5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) zagozda, zapora•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up* * *I [stɔp]nounustavitev, prekinitev, prestanek, pavza, zastoj, konec; ustavljanje, mirovanje, bivanje, pomuda, čas bivanja; postaja, postajališče; gostišče; zapora, blokiranje, ovira; aretacija; naprave za zapiranje; photography zaslonka; music sprememba višine tona, ki nastane s pritiskom na struno ali žico; (orgelski) register, figuratively register; luknja, poklopec (pri pihalih); grammar ločilo, interpunkcija; phonetics zapornik (soglasnik); figuratively način govorato be at a stop — biti ustavljen, stati, ne moči naprej (dalje)to come to a full (dead) stop — popolnoma se ustaviti (prenehati, ponehati)to pull out all the stops to save s.o. — z vsemi sredstvi poskušati koga rešitito put a stop to s.th. — ustaviti kaj, napraviti konec čemuto put a stop on s.th. — zadržati, ustaviti kaj, zapleniti kajhe put on the pathetic stop — udaril je na patetično struno, prešel je v patetičen tonII [stɔp]1.transitive verbustaviti, zaustaviti; prekiniti, ovirati, zadrževati; prenehati s čim; zamašiti (z zamaškom), začepiti (često up), zatesniti; plombirati (zob); zapolniti, zapreti, ustaviti (krvavenje itd.); zastavljati, zadrževati (promet); prestreči, odbiti, parirati (udarec); odtrgati, zadržati, prikrajšati (plačo, podporo itd.); zapreti (plin, paro, vodo); odvrniti ( from od); nautical privezati (ladjo); grammar označiti z ločili, staviti interpunkcijo, ločila; music pritisniti na (žico, struno), spremeniti višino tona s pritiskom na struno; udušiti (glas);2.intransitive verbustaviti se, obstati; colloquially ostati (v postelji, pri kom itd.), biti na obisku; nastaniti se (with s.o. pri kom); (pre)nehati, prekiniti se, napraviti prekinitev (odmor, pavzo), pavzirati; zamašiti se (cev)a badly spelt and badly stopped letter — pismo, polno pravopisnih in interpunkcijskih napakstop thief! — primite tatu!to stop a blow — odbiti, parirati udarecto stop a blow with one's head jocosely dobiti udarec po glavito stop s.o.'s breath — sapo komu zapreti; zadušiti kogato stop a bullet slang biti zadet od krogle, biti ustreljento stop a car — ustaviti, stopati avtoto stop dead (short) — nenadoma se ustaviti, obstati kot ukopanto stop doing s.th. — prenehati s čimshall you stop for dinner? — boste ostali na večerji?to stop one's ears — (za)mašiti si ušesa, figuratively ne hoteti slišatito stop a gap — zamašiti vrzel (luknjo), nadomestovati v potrebito stop s.o.'s mouth — zamašiti komu ustado stop that noise! — nehajte vendar s tem hrupom (ropotom)!stop your nonsense! — dovolj je vaših neumnosti!he stopped me from speaking — preprečil mi je, da bi povedal svoje mnenjehe never stops to think — nikoli si ne vzame časa, da bi premislil (za premislek)to stop the way — zastaviti, zapreti pot, ovirati napredovanje -
115 stop
• paikata• torjunta• tilke• tilkitä• tukkia• jähmettyä• jähmettää• tyrehdyttää• tyrehtyä• herjetä• himmentää• viivyttää• viivähtää• viipyä• asua• ehkäistä• estää• täyttää• vaieta• vangitaaviation• välilasku• pysäkki• pysäyttää• pysähtyä• pysähdys• pysähdyttää• pysähdyspaikka• pysähtyminentechnology• pysäytin• pysäys• pysähdysaika• pysäytys• päättyä• pysäytys-• rajaintechnology• rajoitin• tauota• tauko• katketa• keskeytys• keskeyttää• keskeytyä• jäädä• jäykistyä• jäädä paikalleen• haka• nauliutua• pidätin• pidättyä• pidättää• paussi• pidäke• seis• seisauttaa• seisahtua• seisahtaa• seisottaa• seisahduttaa• seisaus• salpa• seisokki• seisahdus• sulku• sulkea• säppi• lakkauttaa• lakata• piste• loppua• luopua• lopettaa* * *stop 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) pysäyttää, pysähtyä2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) estää3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) lakata4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) tukkia5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) sulkea, painaa6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) jäädä2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) pysähdys, lopetus2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) pysäkki3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) piste4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) läppä, rekisterinappula5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) pysäytin•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up -
116 stop
[stɔp] 1. nprzystanek m; (also: full stop) kropka f2. vtperson powstrzymywać (powstrzymać perf); car zatrzymywać (zatrzymać perf); pay wstrzymywać (wstrzymać perf); crime zapobiegać (zapobiec perf) +dat3. viperson zatrzymywać się (zatrzymać się perf); watch, clock stawać (stanąć perf); rain, noise ustawać (ustać perf)to stop a cheque — wstrzymywać (wstrzymać perf) wypłatę z czeku
to stop doing sth — przestawać (przestać perf) coś robić
to put a stop to — kłaść (położyć perf) kres +dat
to stop sb (from) doing sth — powstrzymywać (powstrzymać perf) kogoś od zrobienia czegoś
Phrasal Verbs:- stop by- stop off- stop up* * *[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) zatrzymać (się)2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) (po)wstrzymać (się)3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) przestać, skończyć się4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) zatykać5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) nacisnąć6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) zatrzymać się2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) przerwa2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) przystanek3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) kropka4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) klapka, rejestr5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) ogranicznik•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up -
117 stop
[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) apstāties; apturēt2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) aizkavēt; atturēt3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) pārstāt4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) bloķēt; nosprostot; aizbāzt5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) nospiest (vārstuli); piespiest (stīgu)6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) apmesties; uzturēties2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) apstāšanās; beigas2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) pietura; pieturvieta3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) punkts4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) vārstulis; reģistrs5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) ķīlis; atturis; aizturis•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up* * *apstāšanās; apturēšana; pietura; pauze, pārtraukums; pieturzīme; runas veids; vārstulis; reģistrs; eksplozīvais līdzskanis; aizturis; diafragma; apstādināt; apstāties; ciemoties; atturēt, aizturēt -
118 stop
[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) (su)stoti, (su)stabdyti2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) sulaikyti, sukliudyti3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) nustoti4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) už(si)kimšti5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) prispausti6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) viešėti, apsistoti2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) sustojimas2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) stotelė3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) taškas4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) vožtuvėlis, ventilis, klavišas5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) ribotuvas•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up -
119 stop
n. stopp; avbrott; slut; uppehåll; hinder, spärr; hållplats--------v. stanna; stoppa; hindra; förhindra; avsluta; täppa igen; bo* * *[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) stanna2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) stoppa, hejda3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) sluta4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) hålla för, täppa till, stoppa igen5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) trycka ner (till), stänga6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) stanna, bo2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) uppehåll, avbrott2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) hållplats3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) punkt4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) klaff, registerandrag5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) spärr, stopp•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up -
120 stop
[stop] 1. past tense, past participle - stopped; verb1) (to (make something) cease moving, or come to rest, a halt etc: He stopped the car and got out; This train does not stop at Birmingham; He stopped to look at the map; He signalled with his hand to stop the bus.) zastavit (se)2) (to prevent from doing something: We must stop him (from) going; I was going to say something rude but stopped myself just in time.) zabránit; zastavit (se)3) (to discontinue or cease eg doing something: That woman just can't stop talking; The rain has stopped; It has stopped raining.) přestat4) (to block or close: He stopped his ears with his hands when she started to shout at him.) zacpat5) (to close (a hole, eg on a flute) or press down (a string on a violin etc) in order to play a particular note.) stisknout; zmáčknout6) (to stay: Will you be stopping long at the hotel?) zůstat2. noun1) (an act of stopping or state of being stopped: We made only two stops on our journey; Work came to a stop for the day.) zastavení2) (a place for eg a bus to stop: a bus stop.) zastávka3) (in punctuation, a full stop: Put a stop at the end of the sentence.) tečka4) (a device on a flute etc for covering the holes in order to vary the pitch, or knobs for bringing certain pipes into use on an organ.) klapka, rejstřík5) (a device, eg a wedge etc, for stopping the movement of something, or for keeping it in a fixed position: a door-stop.) klín, zarážka•- stoppage- stopper
- stopping
- stopcock
- stopgap
- stopwatch
- put a stop to
- stop at nothing
- stop dead
- stop off
- stop over
- stop up* * *• zadržet• zastavit se• zastávka• zastavovat• zastavení• zarážka• zastav• potlačit• přestat• překážka• přestávat• stopnout• tečka• stop• doraz
См. также в других словарях:
close over something — ˌclose ˈover sb/sth derived to surround and cover sb/sth • The water closed over his head. Main entry: ↑closederived … Useful english dictionary
crouch over something — ˈcrouch over sb/sth derived to bend over sb/sth so that you are very close to them or it • He crouched over the papers on his desk. Main entry: ↑crouchderived … Useful english dictionary
close — close1 W1S1 [kləuz US klouz] v ▬▬▬▬▬▬▬ 1¦(shut)¦ 2¦(move parts together)¦ 3¦(shut for period of time)¦ 4¦(stop operating)¦ 5¦(end)¦ 6 close an account 7¦(in money markets)¦ 8 close a deal/sale/contract etc 9¦(offer finishes)¦ … Dictionary of contemporary English
close — close1 [ klouz ] verb *** ▸ 1 shut ▸ 2 when business stops ▸ 3 stop use of road etc. ▸ 4 end/finish ▸ 5 reduce distance ▸ 6 stop business relations ▸ 7 finish business deal ▸ 8 put fingers around something ▸ 9 have value at end of day ▸ 10 join… … Usage of the words and phrases in modern English
close — 1 verb 1 SHUT (I, T) to shut something so that there is no longer a space or hole, or to become shut in this way: Ann closed her book and stood up. | close a door/window/gate: Would you mind if I closed the window? | close the… … Longman dictionary of contemporary English
close out — verb 1. make impossible, especially beforehand • Syn: ↑preclude, ↑rule out • Derivationally related forms: ↑preclusive (for: ↑preclude) • Hypernyms: ↑ … Useful english dictionary
Something Positive — logo, Mr. Personality. Author(s) R. K. Milholland Website http:/ … Wikipedia
Something Wicked This Way Comes (novel) — Something Wicked This Way Comes … Wikipedia
close — vb 1 Close, shut are very close synonyms in the sense of to stop or fill in an opening by means of a closure (as a door, a gate, a lid, or a cover) and are often used interchangeably. However, they may have distinctive nuances of meaning and… … New Dictionary of Synonyms
Over 21 — Directed by Charles Vidor Produced by Sidney Buchman Written by Ruth Gordon (play) Sidney Buchman Starring … Wikipedia
Something for Kate — 24 February 2008, Something For Kate at the Corner Hotel, Richmond, Victoria. Background information Origin Melbourne, Australia … Wikipedia