-
1 cataloguer
cataloguer [kaataalogee]〈 werkwoord〉2 classificeren ⇒ in een rubriek onderbrengen, een stempel drukken op♦voorbeelden:v -
2 classer
classer [klaasee]1 klasseren ⇒ rangschikken, indelen, classificeren♦voorbeelden:classer un individu • meteen weten wat voor vlees men in de kuip heeftclasser les plantes • de planten in klassen indelenêtre classé au nombre des chefs-d'oeuvre • tot de meesterwerken behorenje l'ai tout de suite classé • ik wist meteen wat ik aan hem hadclasser comme site inscrit • tot beschermd landschap verklaren♦voorbeelden:¶ se classer premier • de eerste zijn, wordense classer dans une catégorie • in een categorie vallense classer parmi les meilleurs • bij de besten behoren1. v1) klasseren, indelen, classificeren2. se classerv1) ingedeeld worden (bij), vallen (onder) -
3 classifier
-
4 inclassable
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский