-
1 championship
n. kampioenschap; tot kampioen benoemen[ tsjæmpiənsjip] -
2 open championship
-
3 lost the championship
verloor het kampioenschap -
4 national championship
de nationale kampioenschappen (eindwedstrijden, wedstrijden voor nationaal kampioenschap) -
5 won the championship
won het kampioenschap -
6 world championship
wereldkampioenschap -
7 open
adj. open; bloot; eerlijk; vrij (een baan is beschikbaar)--------n. open plaats; ruimte; openlucht--------v. openen; openmaken ; beginnen; alert zijn; openen (bij zang); openen (van benen)open1[ oopən] 〈zelfstandig naamwoord; the〉♦voorbeelden:bring into the open • aan het licht brengen, bekend/openbaar makencome (out) into the open • open kaart spelen 〈 van iemand〉; aan het licht komen, ruchtbaarheid krijgen 〈 van iets〉in the open • buiten(shuis), in de open lucht; in het open/vrije veld, op het land; in volle zee————————open21 open ⇒ geopend; met openingen; onbedekt, niet (af/in)gesloten, vrij2 open(staand) ⇒ beschikbaar, onbeschut; vacant; onbeslist, onbepaald3 openbaar ⇒ (algemeen) bekend, duidelijk, openlijk4 open(hartig) ⇒ oprecht, mededeelzaam♦voorbeelden:open book • open(geslagen) boekkeep one's eyes open • goed opletten, uitkijken〈 figuurlijk〉 with one's eyes open • bij zijn/haar volle verstand, weloverwogen〈 figuurlijk〉 you bought that old car with your eyes open • je wist wat je deed toen je die oude auto kochtopen harbour • ijsvrije havenopen passage • vrije doorgangopen prison • open gevangenisopen sandwich • canapé, belegde boterhamin the open air • buiten(shuis), in de open luchtopen to • toegankelijk vooropen question • open vraagopen return ticket • retourkaartje geldig voor onbepaalde duur〈 juridisch〉 open verdict • juryuitspraak met betrekking tot een overlijden waarbij geen melding wordt gemaakt van de juiste doodsoorzaakit is open to you to • het staat je vrij tethere are four courses open to us • we kunnen vier dingen doen/wegen inslaanlay oneself (wide) open to • zich (helemaal) blootstellen aanthrow open • opengooien, openstellen 〈 bijvoorbeeld voor publiek〉open hostilities • openlijke vijandighedenopen letter • open briefopen secret • publiek geheimbe open with • open kaart spelen metopen day • open dag/huisopen examination • openbaar examenopen shop • werkplaats waar zowel leden als niet-leden van een vakvereniging mogen werkenwith open hands/an open hand • gul, royaalkeep open house • erg gastvrij zijnopen marriage • vrij/open huwelijkhave/keep an open mind on • openstaan voorwith open mouth • sprakeloos van verbazinglay oneself open to ridicule • zich belachelijk makenbe open to an offer • bereid zijn een aanbod in overweging te nemen————————open31 opengaan ⇒ (zich) openen, geopend worden4 opendoen ⇒ de deur openen; (een boek) openslaan♦voorbeelden:open into/onto the garden • uitkomen in/op de tuin4 I opened at page 58 • ik deed/sloeg het boek open op bladzijde 58II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 openen ⇒ voor geopend verklaren, starten3 openleggen ⇒ toelichten, openlijk meedelen4 openstellen ⇒ ontvankelijk/vatbaar maken, verruimen♦voorbeelden:open a credit • een krediet openenopen a new road through the jungle • een nieuwe weg aanleggen door de rimboeopen fire at/on • het vuur openen op
См. также в других словарях:
Championship 1 — Current season or competition: 2011 Championship 1 Sport Rugby league footbal … Wikipedia
Championship — Cham pi*on*ship, n. State of being champion; leadership; supremacy. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
championship — index advocacy, assistance, favor (sanction), indorsement, supremacy Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
championship — (n.) 1825, position of a champion, from CHAMPION (Cf. champion) + SHIP (Cf. ship). Meaning competition to determine a champion is recorded from 1893 … Etymology dictionary
championship — [n] contest for ultimate victor crown, crowning achievement, elimination, playoffs, showdown, title match, tournament, winner takes all*; concept 363 … New thesaurus
championship — ► NOUN 1) a sporting contest for the position of champion. 2) the vigorous defence of a person or cause … English terms dictionary
championship — [cham′pē ənship΄] n. 1. the act of championing; advocacy or defense 2. the position or title of a champion … English World dictionary
Championship — The Championship redirects here. For the English football competition, see Football League Championship; for the English rugby league competitions, see Championship (rugby league) and Championship 1; for the English rugby union competition, see… … Wikipedia
championship — noun 1 competition ADJECTIVE ▪ major ▪ international, national, regional, state, world ▪ British, European … Collocations dictionary
championship — n. position of a champion 1) to hold; win a championship 2) to regain; retain a championship 3) to give up, lose, relinquish a championship 4) an individual; national; team; world championship * * * [ tʃæmpɪənʃɪp] lose national relinquish a… … Combinatory dictionary
championship — [[t]tʃæ̱mpiənʃɪp[/t]] ♦♦ championships 1) N COUNT: usu supp N A championship is a competition to find the best player or team in a particular sport. ...the world chess championship. 2) N SING: the N The championship refers to the title or status… … English dictionary