-
41 bespannen
2 [met betrekking tot trekdieren] harness (a horse to a cart)♦voorbeelden: -
42 boerenwagen
-
43 bokkenwagen
-
44 bolderkar
-
45 boodschappenwagentje
1 shopper, shopping cartVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > boodschappenwagentje
-
46 een paard voor een wagen spannen
een paard voor een wagen spannenharness/hitch a horse to a cartVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een paard voor een wagen spannen
-
47 gierwagen
-
48 het karretje werd door stroom voortbewogen
het karretje werd door stroom voortbewogenthe cart/little car was driven by electricityVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het karretje werd door stroom voortbewogen
-
49 het paard achter de wagen spannen
het paard achter de wagen spannenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het paard achter de wagen spannen
-
50 ijskar
-
51 inspannen
2 [met betrekking tot trekdieren] harness3 [met betrekking tot voertuigen] harness the horses♦voorbeelden:al zijn krachten inspannen • make every effortzijn ogen inspannen • strain one's eyeszich inspannen voor iets/iemand • make an effort for something/someonezich moeten inspannen om wakker te blijven • have to struggle to stay awake -
52 kar
-
53 karrenspoor
-
54 karretje
1 [wagentje] (little) cart ⇒ car, trap 〈 rijtuigje〉, 〈in supermarkt; Brits-Engels〉 trolley, soapbox 〈 van kinderen〉2 [fiets] bike♦voorbeelden: -
55 kiepkar
2 [karretje] tip/dump cart -
56 ossenwagen
-
57 rondsjouwen
-
58 spannen
1 [strak trekken] stretch, tighten2 [uitrekken] stretch3 [de volle kracht in werking stellen] strain4 [door strak (uit)zetten vormen] stretch5 [vastmaken] harness♦voorbeelden:1 een draad spannen • stretch/tighten a stringzijn spieren spannen • tense/flex one's muscleseen paard voor een wagen spannen • harness/hitch a horse to a cart1 [spannend zijn] be tense♦voorbeelden:1 het zal erom spannen of het lukt • that will be no easy task/matterhet zal erom spannen wie er wint • it will be a close match/racehet zal erom spannen • it is going to be close -
59 sproeiwagen
-
60 trekpaard
1 cart/draught horse
См. также в других словарях:
Cart — (k[aum]rt), n. [AS. cr[ae]t; cf. W. cart, Ir. & Gael. cairt, or Icel. kartr. Cf. {Car}.] 1. A common name for various kinds of vehicles, as a Scythian dwelling on wheels, or a chariot. Ph[oe]bus cart. Shak. [1913 Webster] 2. A two wheeled vehicle … The Collaborative International Dictionary of English
CART — bezeichnet: den Cart (Clyde), Nebenfluss des Clyde (Fluss) in Schottland CART steht für: Classification and Regression Trees, siehe CART (Algorithmus) Championship Auto Racing Teams Inc., US amerikanische Rennsportorganisation der Champ Car… … Deutsch Wikipedia
Çartəpə — Municipality … Wikipedia
Cart — Cart, v. t. [imp. & p. p. {Carted}; p. pr. & vb. n. {Carting}.] 1. To carry or convey in a cart. [1913 Webster] 2. To expose in a cart by way of punishment. [1913 Webster] She chuckled when a bawd was carted. Prior. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
Cart — Patronyme assez courant en Franche Comté, où l on trouve aussi la variante Card. Deux possibilités : soit le surnom d un cardeur de laine, soit une aphérèse du prénom Richard, la seconde solution semblant la meilleure. A noter dans le Doubs les… … Noms de famille
cart — c.1200, from O.N. kartr, akin to and replacing O.E. cræt cart, wagon, chariot, perhaps originally body of a cart made of wickerwork, hamper; related to M.Du. cratte woven mat, hamper, Du. krat basket, O.E. cradol (see CRADLE (Cf. cradle)). The… … Etymology dictionary
cart — ► NOUN 1) an open horse drawn vehicle with two or four wheels, used for carrying loads or passengers. 2) a shallow open container on wheels, pulled or pushed by hand. ► VERB 1) convey in a cart or similar vehicle. 2) informal carry (a heavy or… … English terms dictionary
cart — [kärt] n. [ME < ON kartr (akin to OE cræt; orig., body of a cart made of wickerwork, hamper): for IE base see CRADLE] 1. any of various small, strong, two wheeled vehicles drawn by a horse, ox, pony, etc. 2. a light, uncovered wagon or… … English World dictionary
Cart — Cart, v. i. To carry burdens in a cart; to follow the business of a carter. [1913 Webster] … The Collaborative International Dictionary of English
cart — [n] small attachment for transporting barrow, buggy, curricle, dolly, dray, gig, gurney, handcart, palanquin, pushcart, rickshaw, tilbury, truck, tumbrel, two wheeler, wagon, wheelbarrow; concepts 499,505 cart [v] carry bear, bring, convey, ferry … New thesaurus
cart|er — «KAHR tuhr», noun. a person whose work is driving a cart or truck … Useful english dictionary