-
1 suntan
n. bruine kleur--------v. zonnebaden in de zon om een bruine huidskleur te krijgen; een bruine huidskleur krijgen door de huid aan zonnestraling of straling van een hoogtezonlamp bloot te leggensuntan -
2 tan
adj. zongebruind--------n. bruine kleur (v.d. huid door zonnebrand)--------v. bruinen, bruin worden; looien, tanen; iemand afrossentan1[ tæn] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————tan2————————tan3〈 tanned〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:————————tan4〈 verkorting〉 [tangent]1 tg -
3 bronzage
-
4 chocolate
adj. bruin gekleurd, met bruine kleur--------n. chocola(de), chocolaatjechocolate1[ tsjoklət] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 chocolaatje ⇒ bonbon, praline♦voorbeelden:————————chocolate2 -
5 foxed
adj. voor de gek gehouden; bedrogen; opgelicht; bevlekt met geelachtige bruine kleur (veroorzaakt door de jaren heen); (met betrekking tot vogelsoorten en zoogdieren in musea) met melaninepigmenten die geoxideerd zijn tot een roodbruine kleur door de jaren heen -
6 brun
brun [brũ]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉♦voorbeelden:1 courtiser la brune et la blonde • een vrouwen-, rokkenjager zijnle brun • bruin(e kleur)un(e) brun(e) • donker-, bruinharige1. m1) bruine kleur2) donker-, bruinharige2. adj1) bruin, donker2) donker-, bruinharig -
7 Bräune
-
8 copper
n. (Cu), metaalelement koper; boiler; grote koperen of stalen kookketel (Brits); koperen of bronzen munt; rood-bruine kleur; soort kleine vlinders met kopergekleurde vleugels; politieagent (Britse agent)--------v. met een koperlaag overtrekken; wedden (Slang)copper1[ koppə]2 〈 voornamelijk Brits-Engels〉wasketel/teil————————copper2〈 werkwoord〉 -
9 brownness
n. bruinheid, toestand van bruin zijn; bruine kleur -
10 browny
adj. bruin, met bruine kleur -
11 cairngorm
n. rookkwarts, rooktopaas, kwartssoort (vaak van gele, grijze of bruine kleur), genoemd naar de Schotse berg waar het gevonden is en gebruikt bij maken van sieraden -
12 *hâle
-
13 brown
n. Brown, elitaire Amerikaanse universiteit in Providence (Broad-Island) gevestigd--------n. familienaambrown1[ braun] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————brown2♦voorbeelden:brown bear • bruine beerbrown paper • pakpapierbrown rice • zilvervliesrijst, bruine rijst————————brown3〈 werkwoord〉1 bruinen♦voorbeelden:→ brown off brown off/ -
14 achiote
n. annatto, kleine boom in tropisch Amerika voorkomend, met hartvormige bladeren en witte of roze bloemen; zaden van de orleaanboom (gebruikt vanwege kleurrijke effect dat zij geven of als specerij); rood tot rood-bruine kleurstof waarbij de kleur afhankelijk is van waar men het in oplost, kleurstof gehaald uit de zaden van de orleaanboom (Bixa orellana); (Koken) Mexicaans gerecht of marinade gemaakt met zaden van deze boom (dit wordt gebruikt vanwege roodgevend effect) -
15 débronzer
-
16 Bräunung
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский