-
1 bringen
bringen♦voorbeelden:etwas an sich bringen • zich meester maken van ietsjemanden auf eine Lösung bringen • iemand een oplossing doen vinden, aan de hand doenich habe die Arbeit hinter mich gebracht • ik heb het werk af gekregendu musst es hinter dich bringen! • je moet erdoorheen!jemanden ins Bett bringen • iemand naar bed brengendas brachte viel Arbeit mit sich • dat bracht veel werk met zich meejemanden nach Hause bringen • iemand thuisbrengen, naar huis brengenetwas nicht über sich bringen • iets niet over zijn hart kunnen (ver)krijgenjemanden wieder zu sich, zu(m) Bewusstsein bringen • iemand weer tot bewustzijn brengenes zu etwas bringen • iets bereiken (in het leven), er iets van makener hat es zu nichts gebracht • hij heeft niets bereikt (in het leven)jemanden zum Lachen, Schweigen bringen • iemand doen lachen, zwijgendas Auto zum Stehen bringen • de auto tot stilstand, staan brengendas bringt nichts • dat haalt niets uitwas bringt das? • wat levert dat op?für mich bringt das wenig • daar heb ik niet veel aandas bringe ich nicht • dat krijg ik niet voor elkaardie beiden haben es auf 5 Kinder gebracht • die twee hebben 5 kinderen gekregenes auf 70 Jahre bringen • 70 jaar worden, de zeventig halender Wagen hat es auf 100.000 Kilometer gebracht • die wagen heeft er 100.000 kilometer op zittenjemanden um sein Vermögen bringen • iemand van zijn vermogen beroven -
2 richten
richten♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉3 voorbereiden ⇒ klaarmaken, -zetten5 rechtop, overeind zetten♦voorbeelden:auf das Praktische gerichtet sein • op de praktijk ingesteld zijnden Tisch richten • de tafel dekkendas lässt sich schon richten • dat komt wel voor elkaar2 zich richten ⇒ zich keren, ingaan tegen3 zich richten ⇒ zich voegen, zich aanpassen♦voorbeelden: -
3 Lot
Lot1〈o.; Lot(e)s, Lote〉♦voorbeelden:etwas aus dem Lot bringen • iets uit zijn lood brengenetwas ins (rechte) Lot bringen • iets in 't reine, in het lood brengen¶ 〈 spreekwoord〉 Freunde in der Not gehen hundert, tausend auf ein Lot • vrienden in de nood, honderd in een lood————————Lot2〈o.; Lot(s), Lots〉 -
4 anrechnen
anrechnen1 aan-, berekenen ⇒ in rekening brengen♦voorbeelden:2 die Untersuchungshaft auf die Gefängnisstrafe anrechnen • het voorarrest van de gevangenisstraf aftrekkenjemandem etwas mit einem Betrag anrechnen • iemand voor iets een bedrag aftrekkenjemandem etwas zur Ehre anrechnen • iemand iets tot eer aanrekenen -
5 anregen
-
6 einrenken
einrenken♦voorbeelden: -
7 flottmachen
-
8 herausbringen
-
9 hochbringen
-
10 retten
rettenII 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:sie sind gerettet • ze zijn in veiligheid〈 informeel〉 nicht mehr zu retten sein • knetter-, stapelgek zijnjemanden vor dem Tod retten • iemand van de dood redden1 zich in veiligheid brengen ⇒ zich bergen, redden♦voorbeelden:sich aufs Dach retten • op het dak vluchtensich aus dem Haus retten • het huis uit vluchten〈 ook figuurlijk〉 rette sich, wer kann! • berg je! -
11 Fahrt
〈v.; Fahrt, Fahrten〉1 het rijden, rit2 het varen, vaart3 vaart, snelheid♦voorbeelden:1 〈 figuurlijk〉 freie Fahrt bekommen, haben • (a) mogen beginnen; (b) kunnen doen en laten wat men wilein Schiff in Fahrt setzen • een schip in de vaart brengenin Fahrt kommen • op snelheid komen4 gute Fahrt! • goede reis!eine Fahrt ins Blaue • een uitstapje met onbekende bestemming¶ 〈 informeel〉 jemanden in Fahrt bringen • (a) iemand in een goede stemming brengen; (b) iemand kwaad, woedend maken -
12 Gang
Gang1〈m.; Gang(e)s, Gänge〉♦voorbeelden:seinen (alten, gewohnten) Gang gehen • zijn (gewone) gang(etje) gaanim Gang(e), in Gang sein • (a) werken, in werking zijn; 〈 (b) figuurlijk〉aan de gang zijn, gaande zijnetwas in Gang halten • iets aan de gang houdenin Gang kommen • op gang komeneinen schweren, bitteren Gang tun, gehen 〈 ook figuurlijk〉 • een zware, moeilijke tocht ondernemenauf meinem Gang zur Schule • op (mijn) weg naar schoolder Gang zum Verfassungsgericht • het zich wenden tot, het in beroep gaan bij het Constitutioneel Hof〈 figuurlijk〉 einen Gang zurückschalten • het kalmer aan doen, gas terugnemen8 toter Gang • dode, verloren gang————————Gang2〈m.; Gangs〉 〈 scheepvaart〉————————Gang3〈v.; Gang, Gangs〉 -
13 Leben
Leben〈o.; Lebens, Leben〉2 leven, drukte♦voorbeelden:das nackte Leben retten • (alleen) het vege lijf reddenLeben spendend • leven gevend, schenkendseines Lebens nicht mehr froh werden • geen plezier meer in het leven hebbenam Leben sein, bleiben • in leven zijn, blijvenfür sein Leben gern • dolgraagnie im Leben! • nooit van mijn leven!etwas ins Leben rufen • iets in het leven roepenmit dem Leben davonkommen • het er levend afbrengenjemandem nach dem Leben trachten • iemand naar het leven staanjemanden ums Leben bringen • iemand om het leven brengenzeit seines Lebens • zijn leven lang, bij zijn leven -
14 Licht
〈o.; Licht(e)s, Lichter〉4 〈 beeldende kunst〉glimlichtje, lichttoets♦voorbeelden:künstliches Licht • kunstlichtjetzt geht mir ein Licht auf • nu gaat me een licht opjemandem ein Licht aufstecken • iemand iets aan het verstand brengen〈 figuurlijk〉 wo die Lichter ausgehen • waar slechte tijden aanbreken, heersen〈 verkeer〉 Lichter führen • lichten op-, aanhebbenetwas ans Licht bringen, holen, ziehen • iets aan het licht brengenans Licht kommen, treten • aan het licht komenjemandem aus dem Licht(e) gehen • uit iemands licht gaan (staan)bei Lichte besehen, betrachtet • op de keper beschouwdalles im rosigsten, in rosigem Licht(e) sehen • alles van de zonzijde bekijkenin einem guten, schlechten Licht stehen • zich in een goed, slecht daglicht vertonenin ein schiefes Licht geraten • in een ongunstig daglicht komen te staanjemanden, etwas ins rechte Licht rücken, setzen, stellen • iemand, iets in het juiste licht plaatsen -
15 Schwung
〈m.; Schwung(e)s, Schwünge〉1 zwaai, draai ⇒ sprong, zwenk(ing)4 elan, vuur, enthousiasme ⇒ gloed, bezieling, fut♦voorbeelden:die Sache bekommt allmählich Schwung • er komt langzamerhand schot in de zaak〈 informeel〉 jemanden in Schwung bringen • iemand achter de vodden zitten, iemand aan het werk zetten〈 informeel〉 Schwung in eine Sache bringen, etwas in Schwung bringen • iets op gang brengen, vaart achter iets zettensein Geschäft in Schwung halten • ervoor zorgen dat de zaak goed looptder Sport hat ihn in Schwung gehalten • de sport heeft hem fit gehoudenin Schwung kommen, geraten • op gang komen, op dreef raken -
16 Sprache
Sprache〈v.; Sprache, Sprachen〉♦voorbeelden:neuere Sprachen • moderne talenin sieben Sprachen schweigen • in alle talen zwijgendie Sprache auf eine Sache bringen • iets ter sprake brengen〈 informeel〉 hast du die Sprache verloren? • heb je je tong verloren?jemandem bleibt die Sprache weg • iemand is sprakeloosmit der Sprache nicht herausrücken • 't niet willen zeggen, zijn mond niet opendoen〈 informeel〉 heraus mit der Sprache! • zeg op!zur Sprache bringen • ter sprake brengen -
17 Stimmung
Stimmung〈v.; Stimmung, Stimmungen〉♦voorbeelden:Stimmung machen • er de stemming in brengenin gereizter, trüber Stimmung • in een geprikkelde, sombere stemmingjemanden in Stimmung versetzen • iemand in de stemming brengenin Stimmung geraten • in stemming komenvon Stimmungen abhängig sein • aan stemmingen onderhevig zijn -
18 abstimmen
abstimmen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:♦voorbeelden:1 sich miteinander, untereinander abstimmen • met, onder elkaar afspreken -
19 anbringen
anbringen1 aanbrengen ⇒ bevestigen; toevoegen2 naar voren brengen, uiten ⇒ kenbaar maken♦voorbeelden:1 eine Änderung, Verbesserung anbringen • een verandering, verbetering aanbrengen2 einen Wunsch anbringen • een wens uiten, uitsprekenseine Erfahrung anbringen • blijk geven van zijn ervaring -
20 annähern
См. также в других словарях:
brengen — tyari … Woordenlijst Sranan
brangjan — *brangjan germ., schwach. Verb: nhd. bringen; ne. bring; Rekontruktionsbasis: ae., as., ahd.; Etymologie: idg. *bʰrenk , Verb, bringen, Pokorny 168; … Germanisches Wörterbuch
Vieil anglais — « Anglo saxon (langue) » redirige ici. Pour les autres significations, voir Anglo saxon. Vieil anglais, anglo saxon Englisc Période VIIe au XIIe siècle Langues filles … Wikipédia en Français
Bauer (der) — 1. Armer Bauern Kälber und reicher Herren Töchter werden nicht alt. – Kirchhofer, 347. 2. Auch der Bauer isst nicht ungesalzen. Was ihm indess von seinem Schulzen, Landrath oder Pfarrer vorgepredigt wird, ist in der Regel nicht mit attischem… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Herz — 1. Ae frühlich Hatz, en fresche Moth magd Scha (Schaden) wier jod, hölpt ouch noch witt enn schlête Zitt. (Aachen.) – Firmenich, III, 232. 2. Auf einem traurigen Herzen steht kein fröhlicher Kopf. – Heuseler, 83. Dän.: Et sorrigfuld hierte er… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Mann — 1. A blind man may perchance hit the mark. – Tauben und Hühner Zeitung (Berlin 1862), Nr. 6, S. 46. 2. A Mann a Wort oder a Hundsfott. (Ulm.) 3. A Mann wie a Maus ün a Weib wie a Haus is noch nit gleich. (Jüd. deutsch. Warschau.) Will sagen, dass … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Bring — Bring, v. t. [imp. & p. p. {Brought}; p. pr. & vb. n. {Bringing}.] [OE. bringen, AS. bringan; akin to OS. brengian, D. brengen, Fries. brenga, OHG. bringan, G. bringen, Goth. briggan.] 1. To convey to the place where the speaker is or is to be;… … The Collaborative International Dictionary of English
Bringing — Bring Bring, v. t. [imp. & p. p. {Brought}; p. pr. & vb. n. {Bringing}.] [OE. bringen, AS. bringan; akin to OS. brengian, D. brengen, Fries. brenga, OHG. bringan, G. bringen, Goth. briggan.] 1. To convey to the place where the speaker is or is to … The Collaborative International Dictionary of English
Brought — Bring Bring, v. t. [imp. & p. p. {Brought}; p. pr. & vb. n. {Bringing}.] [OE. bringen, AS. bringan; akin to OS. brengian, D. brengen, Fries. brenga, OHG. bringan, G. bringen, Goth. briggan.] 1. To convey to the place where the speaker is or is to … The Collaborative International Dictionary of English
To be brought to bed — Bring Bring, v. t. [imp. & p. p. {Brought}; p. pr. & vb. n. {Bringing}.] [OE. bringen, AS. bringan; akin to OS. brengian, D. brengen, Fries. brenga, OHG. bringan, G. bringen, Goth. briggan.] 1. To convey to the place where the speaker is or is to … The Collaborative International Dictionary of English
To bring a sail to — Bring Bring, v. t. [imp. & p. p. {Brought}; p. pr. & vb. n. {Bringing}.] [OE. bringen, AS. bringan; akin to OS. brengian, D. brengen, Fries. brenga, OHG. bringan, G. bringen, Goth. briggan.] 1. To convey to the place where the speaker is or is to … The Collaborative International Dictionary of English