-
1 brandvrij
♦voorbeelden:een brandvrij vertrek • une pièce à l'épreuve du feu -
2 brandvrij
♦voorbeelden:brandvrij maken • fireproof -
3 brandvrij
-
4 brandvrij
I.feuerbeständigII.feuerfestIII.feuersicher -
5 brandvrij
adj. fire-proof, resistant to flames or fire -
6 brandvrij
• fireproof -
7 brandvrij
yanmaz adj -
8 brandvrij maken
brandvrij makenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > brandvrij maken
-
9 een brandvrij vertrek
een brandvrij vertrek -
10 brandveilig
→ link=brandvrij brandvrij -
11 огнеупорный
adjgener. bestand tegen vuur, brandvrij, vuurvast
Перевод: с нидерландского на все языки
со всех языков на нидерландский- Со всех языков на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Русский
- Турецкий
- Французский