-
1 bezitten
1 posséder♦voorbeelden:een goede gezondheid bezitten • jouir d'une bonne santéveel vrienden bezitten • avoir beaucoup d'amis -
2 bezitten
-
3 bezitten
иметь; владеть; владелец, собственник* * **владеть, обладать ( чем), иметь* * *гл.общ. владеть, иметь, обладать -
4 bezitten
besitzen -
5 bezitten
v. possess, own, have -
6 bezitten
wwavoir, posséder -
7 bezitten
1) besitta2) äga3) egen -
8 bezitten
sahip olmak [-ur] v -
9 bezitten
-
10 bezitten
posséder -
11 bezitten
poseé, tin, tini -
12 alle mogelijke kwaliteiten bezitten
alle mogelijke kwaliteiten bezittenDeens-Russisch woordenboek > alle mogelijke kwaliteiten bezitten
-
13 de beleefdheid bezitten om
de beleefdheid bezitten om -
14 de tact bezitten om
de tact bezitten om -
15 de volstrekte macht, heerschappij bezitten
de volstrekte macht, heerschappij bezittenDeens-Russisch woordenboek > de volstrekte macht, heerschappij bezitten
-
16 een goede gezondheid bezitten
een goede gezondheid bezitten -
17 geen rooie cent bezitten
geen rooie cent bezitten -
18 goede contactuele eigenschappen bezitten
goede contactuele eigenschappen bezittenDeens-Russisch woordenboek > goede contactuele eigenschappen bezitten
-
19 handelsgeest bezitten
handelsgeest bezitten -
20 het benodigde kapitaal bezitten om iets te doen
het benodigde kapitaal bezitten om iets te doenposséder les fonds nécessaires pour faire qc.Deens-Russisch woordenboek > het benodigde kapitaal bezitten om iets te doen
См. также в других словарях:
Gut (Subst.) — 1. Alles gut ist eines andern. – Petri, II, 7. 2. Altes Gut hinter rost gem Schloss macht neuen Adel mit blankem Tross. (Böhm.) 3. An eines Gutes Ansprach ist kein Verlust. – Klingen, 48 a, 1; Graf, 441, 332. Wer einen Rechtsanspruch an eine… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
