-
1 sceller
sceller [sellee]〈 werkwoord〉2 bezegelen ⇒ bekrachtigen, bevestigen♦voorbeelden:v1) (be)zegelen2) verzegelen3) inmetselen -
2 consommer
consommer [kõsommee]II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 verbruiken ⇒ (op)gebruiken, eten2 voltooien ⇒ voleindigen, volvoeren♦voorbeelden:consommer sa ruine • zijn ondergang bezegelenv1) verbruiken2) gebruiken, verorberen, drinken3) voltooien, voleindigen4) begaan [misdaad, aanslag] -
3 consommer sa ruine
consommer sa ruine -
4 sceller un engagement
sceller un engagement -
5 toper
toper [toppee]〈 werkwoord〉1 akkoord gaan ⇒ de hand erop geven, beklinken, bezegelen♦voorbeelden:1 tope(z) là! • hand erop!, akkoord!
Перевод: с французского на нидерландский
с нидерландского на французский- С нидерландского на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский