-
1 black out
n. het uitdoen van alle lichten, verduistering; tijdelijke bewusteloosheid; tijdelijke onderbreking van elektriciteit--------v. bewustzijn verliezen; tijdelijk het geheugen verliezen; onderdrukken van een geheugen naar het onderbewuste; uitdoen van alle lichen op het toneel; een elektrische stroomuitvalblack outII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 blackout
n. geheimhouding; verduistering; verduisteren; duisternis; flauwvallenblackout2 black-out ⇒ tijdelijke bewusteloosheid; tijdelijk geheugenverlies; tijdelijke blindheid3 het onderbreken/stopzetten van berichtgeving -
3 coma
n. buiten bewustzijn zijn; flauw gevallen zijn; coma--------n. licht omhulsel (bij astronomie - om de kern van een komeet)[ koomə] -
4 insensibility
n. ongevoeligheid; onbewust zijn[ insensəbillətie] 〈 formeel〉1 gevoelloosheid ⇒ ongevoeligheid, onverschilligheid -
5 electronarcosis
n. elektronarcose (het veroorzaken van bewusteloosheid d.m.v. toedienen van elektrische stroom aan hersenen als psychiatrische therapie)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский