-
1 bewondering
♦voorbeelden:bewondering koesteren voor • hold in great admirationuit bewondering voor • in admiration forgrote bewondering hebben voor iemand • have great admiration for someone -
2 bewondering
n. admiration, veneration, adoration -
3 bewondering afdwingen
bewondering afdwingenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bewondering afdwingen
-
4 bewondering koesteren voor
bewondering koesteren voorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bewondering koesteren voor
-
5 grote bewondering hebben voor iemand
grote bewondering hebben voor iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > grote bewondering hebben voor iemand
-
6 iemand vol bewondering aanstaren
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > iemand vol bewondering aanstaren
-
7 met bewondering luisteren
met bewondering luisterenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met bewondering luisteren
-
8 onverholen bewondering
onverholen bewonderingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > onverholen bewondering
-
9 uit bewondering voor
uit bewondering voorVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit bewondering voor
-
10 uit bewondering
uit bewonderingout of/in admirationVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > uit bewondering
-
11 vol bewondering zijn
v. admire, be impressed by someone -
12 aanbidding
♦voorbeelden:2 in stille aanbidding • in silent worship/adoration -
13 aanstaren
1 stare/gaze at♦voorbeelden:1 iemand met open mond aanstaren • stare open-mouthed at someone, gape at someoneiemand vol bewondering aanstaren • gaze at someone admiringly -
14 dwepen
2 [grote bewondering hebben voor] adore, idolize♦voorbeelden:2 ze dweepte met die boeken/Bach • she adored those books/idolized Bach -
15 hè
hè2 [uitroep om te kennen te geven dat men een bevestigend oordeel verwacht] right?, eh?, isn't it? 〈zie voorbeelden 2〉♦voorbeelden:1 hè, dat doet zeer! • oh/ouch, that hurts!hè, blij dat ik zit! • whew/phew, glad I can take the weight off my feet!hè ja!/nee! • ah yes!, oh no!2 mooi, hè? • lovely, isn't it?dat wist je niet, hè? • you didn't know that, did you?lekker weertje, hè? • nice day, isn't it? -
16 met
1 [in gezelschap van] (along) with ⇒ of3 [met betrekking tot deelneming/overeenstemming] with5 [met betrekking tot een wederkerige handeling] with6 [in het bezit van] with7 [met betrekking tot de omstandigheid/gezindheid] with ⇒ by8 [door middel van] with, by ⇒ through, in9 [gelijktijdig met] with, by ⇒ at♦voorbeelden:met (zijn) hoevelen zijn zij? • how many of them are there?ze waren met z'n drieën • there were three of themze kwamen met z'n drieën • three of them camemet deze erbij zijn het er zeven • this one makes sevenmet vijf • plus/and fivetot en met hoofdstuk drie • up to and including chapter threemet wie spreek ik? 〈 aan de telefoon〉 • who am I speaking to?spreken met iemand • speak to someoneeen broodje met ham • a ham rollde man met de hoed • the man with the hat onmet kleren en al dook hij het water in • he dived into the water clothes and allmet dat al • yet for all thatmet de trein van acht uur • by the eight o'clock trainmet een cheque/geld betalen • pay by cheque/(in) cashzijn tijd doorbrengen met luieren • spend one's time lazing aboutik kom met Kerstmis • I'm coming at Christmasmet de klok van twaalven • on the stroke of twelveal met al • altogetherdaar heb je hem weer met zijn knappe kinderen • there he goes again about his handsome children -
17 onverholen
-
18 uit
uit1I 〈 bijwoord〉1 [met betrekking tot een richting naar buiten] out2 [met betrekking tot een bestemming/beweging] 〈zie voorbeelden 2〉3 [met betrekking tot het doorlopen van een tijdruimte] out4 [+ er/daar] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:uit eten gaan • go out for dinnerAjax speelt volgende week uit • Ajax are playing away next weekuit werken gaan • go (out) to work2 moet je ook die kant uit? • are you going that way, too?voor zich uit zitten kijken • sit staring into space3 dag in, dag uit • day in, day out4 ik ben er uit • 〈 ik heb het opgelost〉 I've solved that problem; 〈 ik begrijp het helemaal〉 I'm in the picture nowik zou er graag eens uit willen • I would like to get away for a whilede aankoop heb je er na een jaar uit • the purchase will save its cost in a year¶ ik kan er niet over uit • I can't believe it/get over itII 〈bijvoeglijk naamwoord; niet attributief〉2 [afgelopen] over3 [niet brandend] (gone) out5 [ouderwets] out6 [verschenen, gepubliceerd] out7 [in bloei] out♦voorbeelden:de bal is uit • the ball is outdie vlek gaat er niet uit • that stain won't come outuit, goed voor u! • get away from it all!het is uit tussen hen • it is finished between themen nou is 't uit! • this has got to stop!het is uit met de pret • the game is over nowik doe het niet, punt uit! • I won't do it, and that's final!de lamp is uit • the light is out/off4 op iets uit zijn • be out for/after somethinghij is er alleen maar op uit om te winnen • his sole aim is to win————————uit2〈 voorzetsel〉2 [verwijderd van] off3 [te buiten, te boven gaand] out of4 [afkomstig van, door middel van] (out) of♦voorbeelden:uit het raam kijken • look out of the windoween speler uit het veld sturen • order a player off (the field)ik kan de tweeling niet uit elkaar houden • I can't tell which of the twins is which/the twins apartuit elkaar vallen • break to piecesuit één stuk • (all) of a piecekiezen uit drie mogelijkheden • choose from three possibilitieséén uit de twintig/duizend • one in twenty/a thousand5 uit bewondering • out of/in admirationuit betrouwbare bron is vernomen • we have it on good authorityzij trouwden uit liefde • they married for loveuit veiligheidsoverwegingen • for safety('s sake)uit voorzorg • by way of precaution
См. также в других словарях:
Cyriel Verschaeve — Statue in Alveringem Born 30 April 1874(1874 04 30) Ardooie Died 8 November 1949 … Wikipedia