-
1 bewegen
bewegen12 〈 figuurlijk〉roeren, bewegen ⇒ treffen, ontroeren♦voorbeelden:♦voorbeelden:————————bewegen2 -
2 bewegen
emoshoná; move, mufDicionário Português-Holandês e Holandês-Português > bewegen
-
3 sich auf dem Parkett bewegen können
sich auf dem Parkett bewegen könnenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich auf dem Parkett bewegen können
-
4 sich plump bewegen
-
5 etwas von der Stelle bewegen
etwas von der Stelle bewegenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > etwas von der Stelle bewegen
-
6 ich möchte mich etwas bewegen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > ich möchte mich etwas bewegen
-
7 sich in ausgefahrenen Gleisen bewegen
Wörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich in ausgefahrenen Gleisen bewegen
-
8 sich in neuen Bahnen bewegen
sich in neuen Bahnen bewegenWörterbuch Deutsch-Niederländisch > sich in neuen Bahnen bewegen
-
9 p.p. от bewegen
gener. bewogen -
10 двигать
bewegen, verschuiven, verplaatsen ; bevorderen, vooruithelpen -
11 двинуть
bewegen, verschuiven, verplaatsen ; bevorderen, vooruithelpen -
12 шевелить
bewegen, verroeren -
13 move
bewegen [v], verroeren [v] -
14 muf
bewegen [v], verroeren [v] -
15 to move
bewegenopschuivenoverbrengenverleggenverplaatsenverschuivenverspringenverzettenvoorstellenvoortbewegen -
16 move
bewegen [v], verroeren [v] -
17 muf
bewegen [v], verroeren [v] -
18 move
n. zet; stap; verhuizing--------v. bewegen; verplaatsen; verhuizen; ontroeren; voorstellenmove1[ moe:v] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 beweging3 zet ⇒ beurt, slag4 stap ⇒ maatregel, manoeuvre♦voorbeelden:get someone/something on the move • iemand/iets in beweging brengenlarge forces were on the move • grote strijdkrachten waren op de been4 make a move • opstaan 〈 van tafel〉; opstappen, het initiatief nemen; maatregelen treffen, in actie komenmake moves to stop the war • stappen ondernemen om de oorlog te staken————————move21 (zich) bewegen ⇒ zich verplaatsen, van positie/houding veranderen2 vorderen ⇒ vooruitkomen, opschieten6 verhuizen ⇒ (weg)trekken, zich verzetten7 een voorstel/verzoek doen♦voorbeelden:it's time to be moving • het is tijd om te vertrekkenmove along • doorlopen, opschietenhe moved away from her • hij ging een stapje opzijmove off! • verdwijn!, hoepel op!move over • inschikken, opschuivenmove down a road • een weg afgaanmove towards better understanding • tot een beter begrip komenthe plot moves slowly • de plot ontwikkelt zich langzaamsuddenly things began to move • plotseling kwam er leven in de brouwerijkeep moving! • blijf doorgaan!, doorlopen!the army moves off • het leger marcheert af6 they moved away • ze trokken weg/verhuisdenthey moved into a flat • ze betrokken een flat→ move about move about/, move around move around/, move down move down/, move in move in/, move on move on/, move out move out/, move up move up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bewegen ⇒ (ver)roeren, in beweging/beroering brengen3 verhuizen ⇒ vervoeren, overbrengen4 opwekken ⇒ (ont)roeren, raken, aangrijpen5 drijven ⇒ aanzetten, aansporen♦voorbeelden:1 the police moved them along • de politie dwong hen door te lopen/rijdenit moved him to laughter • het werkte op zijn lachspierenhe is moved to tears • hij is tot tranen toe geroerdbe moved to • zich geroepen voelen (om) te→ move about move about/, move around move around/, move down move down/, move in move in/, move on move on/, move out move out/, move up move up/ -
19 waggle
n. kwispelstaart; bewegen--------v. kwispelen; bewegen; laten bewegenwaggle1[ wægl] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————waggle21 waggelen ⇒ wiebelen, schommelenII 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
20 bouger
bouger [boezĵee]3 in beweging zijn, komen ⇒ in opstand komen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:v1) bewegen, zich verroeren2) veranderen3) in opstand komen, protesteren4) verplaatsen
См. также в других словарях:
Bewègen — Bewègen, verb. reg. act. außer in der dritten figürlichen Bedeutung, wo es bewog, bewogen hat; den Ort eines Körpers verändern. 1. Eigentlich, wo dieses Wort in einem verschiedenen Umfange der Bedeutung gebraucht wird. 1) In der weitesten… … Grammatisch-kritisches Wörterbuch der Hochdeutschen Mundart
bewegen — ¹bewegen 1. a) rühren; (geh.): regen. b) anregen, anstoßen, Impulse geben, in die Wege leiten, in Gang bringen, verändern; (ugs.): [den Stein] ins Rollen bringen; (bildungsspr.): initiieren. 2. a) aufwühlen, berühren, ergreifen, erregen,… … Das Wörterbuch der Synonyme
bewegen — V. (Grundstufe) die Lage, Position von jmdm., etw. verändern Beispiele: Der Kranke kann den linken Arm nicht bewegen. Ein leichter Wind bewegte die Fahnen. Der Hund bewegte seinen Schwanz. Kollokation: etw. nicht von der Stelle bewegen können… … Extremes Deutsch
bewegen — bewegen, bewegt, bewegte, hat bewegt 1. Ich kann mich vor Schmerzen kaum noch bewegen. 2. Ich kann meinen Finger nicht mehr bewegen … Deutsch-Test für Zuwanderer
bewegen — [Wichtig (Rating 3200 5600)] Auch: • wegfahren Bsp.: • Bitte fahre dein Auto weg … Deutsch Wörterbuch
bewegen — ansteuern; zugehen auf; (sich) nähern; Platz (Lage) wechseln; in Bewegung setzen * * * 1be|we|gen [bə ve:gn̩]: 1. a) <tr.; hat die … Universal-Lexikon
bewegen — be·we̲·gen1; bewegte, hat bewegt; [Vt] 1 etwas (irgendwohin) bewegen bewirken, dass etwas an einen anderen Ort oder in eine andere Position kommt: Nur zusammen konnten sie den schweren Schrank von der Stelle bewegen; Seit dem Unfall kann er das… … Langenscheidt Großwörterbuch Deutsch als Fremdsprache
bewegen — 1bewegen »veranlassen«: Die Präfixbildung mhd. bewegen »bewegen«, mhd. sich bewegen »sich zu etwas entschließen«, ahd. biwegan »bewegen, abwägen« gehört zu dem einfachen starken Verb mhd. wegen »sich bewegen; Gewicht haben«, ahd. wegan »bewegen,… … Das Herkunftswörterbuch
bewegen — bewegen1 Vst. jmd. zu etwas veranlassen std. alt. (8. Jh.), mhd. bewegen, ahd. biwegan Stammwort. Präfigierung zu ahd. wegan, g. * weg a wiegen, bewegen , das unter wiegen1 behandelt ist und zu dem auch wägen gehört; bewegen hat heute ein… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache
bewegen — Etwas bewegen wollen: Veränderungen herbeiführen wollen.{{ppd}} Viel bewegt haben: (nach kurzer Zeit) neue Entwicklungen eingeleitet, Festgefahrenes wieder in Gang gebracht haben, heute besonders von aktiven, erfolgreichen Politikern gesagt;… … Das Wörterbuch der Idiome
bewegen — bewäge bewegen (sich) rebbe (sich), wäge (sich) … Kölsch Dialekt Lexikon