-
1 beleren hebben
гл.общ. быть занятым -
2 быть занятым
v1) gener. beleren hebben, bezig zijn (met-÷åì-ô.), de hele dag in touw zijn, doende zijn, zich onledig houden met (чем-л.)2) scorn. liggen (чем-л.)3) saying. in de weer zijn (bv.: Van 's ochtends tot 's avonds waren we in de weer)
Перевод: с нидерландского на русский
с русского на нидерландский- С русского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Русский