-
1 capital
capital1 [kaapietaal],capitaux [kaapietoo]〈m.〉♦voorbeelden:capital en valeur • kapitaal in de vorm van geld of effectencapitaux fébriles, flottants • hot moneycapital social • aandelenkapitaalentamer, manger son capital • op zijn kapitaal interenle capital • de bezittende klasse————————capital2 [kaapietaal],capitaux [kaapietoo]1 belangrijkst ⇒ voornaamst, hoofd-♦voorbeelden:être d'un intérêt capital • van het grootste belang zijnexécution capitale • terechtstelling, executiepeine capitale • doodstrafsentence capitale • doodvonnis1. m1) kapitaal2) hoofdsom2. adj1) van het grootste belang, belangrijkst -
2 majeur
majeur [maazĵur]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 grootst ⇒ groter, belangrijkst♦voorbeelden:la majeure partie • het grootste deelle majeur • de middelvingerun(e) majeur(e) • meerderjarigeadj1) grootst, belangrijkst2) volwassen -
3 central
central1 [sãtraal]〈m.〉————————central2 [sãtraal],centraux [sãtroo]1 centraal ⇒ hoofd-, midden-♦voorbeelden:〈 geologie〉 feu central • kernvuur, gloeiende kernmassamaison, prison centrale • strafgevangenispoint central • middelpuntproblème central • kernprobleemquartier central • wijk in het stadscentrum1. m 2. adj1) centraal, belangrijkst, hoofd-2) in het middelpunt gelegen, midden- -
4 prédominant
См. также в других словарях:
Dutch declension system — Dutch declension is the declensional system of the Dutch language. Dutch marks nouns, pronouns, articles, and adjectives to distinguish case, number, and gender. Dutch can distinguish between four cases mdash;nominative, genitive, dative, and… … Wikipedia