-
1 rétrécir
rétrécir [reetreesier]1 krimpen ⇒ kleiner, nauwer, smaller wordenII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 vernauwen ⇒ kleiner, smaller maken, innemen2 bekrompen maken ⇒ kortzichtig, kleingeestig maken2 bekrompen worden ⇒ kortzichtig, kleingeestig worden1. v1) krimpen2. se rétrécirv -
2 sectaire
sectaire [sekter]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉2 intolerant ⇒ bekrompen, fanatiek♦voorbeelden:2 un(e) sectaire • (bekrompen) fanaticus, geestdrijveradj1) sektarisch2) bekrompen3) intolerant -
3 étroit
étroit [eetrwaa]♦voorbeelden:au sens étroit • in engere zinêtre logé à l' étroit • klein behuisd zijnvivre à l' étroit • 't krap hebbenadj1) nauw, smal2) klein, gering3) bekrompen4) streng, strikt -
4 primaire
primaire [priemer]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m. & v.〉1 primair ⇒ eerste, elementair♦voorbeelden:élections primaires • voorverkiezingenenseignement primaire • basisonderwijsinspecteur primaire • inspecteur bij het lager onderwijsle secteur primaire • de primaire sectorle primaire • het basisonderwijs; het Primairadj1) primair, elementair, basis-2) simplistisch, bekrompen -
5 provincial
provincial [provvẽsjaal],provinciaux [provvẽsjoo]〈bijvoeglijk naamwoord; ook m., v.〉1 provinciaals ⇒ gewestelijk, streek-3 kleinsteeds ⇒ boers, bekrompen♦voorbeelden:adj1) provinciaals, gewestelijk3) bekrompen -
6 borné
borne [born]〈v.〉1 grenssteen ⇒ grenspaal, paal, kilometerpaal♦voorbeelden:borne téléphonique (d'urgence) • praatpaal3 dépasser les bornes, sortir des bornes • te ver gaan, de spuigaten uitlopensans bornes • grenzeloosadj1) begrensd2) bekrompen -
7 bouché
bouche [boesĵ]〈v.〉1 mond3 opening ⇒ monding, ingang♦voorbeelden:rester bouche bée • met open mond, versteld staangarder qc. pour la bonne bouche • ('t lekkerste) voor het laatst bewarenbouche close, cousue! • mondje dicht!une fine bouche • een lekkerbekfaire la fine bouche • kieskeurig zijn, moeilijk te bevredigen zijn 〈 ook figuurlijk〉bouche inutile • klaploperavoir la bouche pâteuse • met dikke tong spreken, een droge mond hebbenavoir la bouche pleine de qc., en avoir plein la bouche • de mond vol hebben van ietsclore, fermer la bouche à qn. • iemand de mond snoerenmoutarde qui emporte la bouche • zeer scherpe mosterdêtre dans toutes les bouches • het onderwerp van gesprek zijnferme ta bouche! • houd je mond!avoir deux bouches à nourrir • twee monden te vullen hebbenà bouche que veux-tu • naar hartenlust, rijkelijkavoir toujours un mot à la bouche • het steeds over hetzelfde hebbende bouche à oreille • van mond tot mondaller, passer de bouche en bouche • zich als een lopend vuurtje verspreidenbouche en cerise • pruimenmondjela bouche en coeur • met een schijnheilig gezicht, met een lief lachjebouche d'égout • rioolroosterbouche d'un fleuve • monding van een rivierbouche d'incendie • brandkraanbouche de métro • metro-ingangles bouches du Nil • de Nijldeltaadj1) dichtgestopt, gesloten, verstopt2) bewolkt3) bekrompen -
8 mesquin
-
9 politicien
politicien [pollietiesjẽ],politicienne [pollietiesjen]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉 〈 vaak pejoratief〉1 politiek persoon ⇒ politicus, politicaster♦voorbeelden:¶ politique politicienne • bekrompen, gewetenloze politiekm (f - politicienne)politicus/-ca -
10 attitude petite-bourgeoise
attitude petite-bourgeoisekleinburgerlijke, bekrompen houdingDictionnaire français-néerlandais > attitude petite-bourgeoise
-
11 étriqué
-
12 exclusivisme
exclusivisme [ekskluuzieviesm]〈m.〉1 eenzijdigheid ⇒ partijdigheid, vooringenomenheid♦voorbeelden: -
13 petit-bourgeois
petit-bourgeois [pətieboerzĵwaa],petite-bourgeoise [pətieboerzĵwaaz]〈m., v.; ook bijvoeglijk naamwoord〉 〈 meestal pejoratief〉1 kleine burgerman, -vrouw♦voorbeelden:1 attitude petite-bourgeoise • kleinburgerlijke, bekrompen houding -
14 politique politicienne
politique politiciennebekrompen, gewetenloze politiek -
15 rétréci
rétréci [reetreesie] -
16 tomber dans un exclusivisme étroit
tomber dans un exclusivisme étroitDictionnaire français-néerlandais > tomber dans un exclusivisme étroit
-
17 un sectaire
Перевод: с французского на все языки
со всех языков на французский- Со всех языков на:
- Французский
- С французского на:
- Нидерландский