-
1 abutting the city
begrensd door de stad -
2 confined
-
3 definite
adj. bepaald, absoluut, duidelijk; beslissend, verzekerd[ def(i)nit]1 welomlijnd ⇒ scherp begrensd, exact♦voorbeelden: -
4 finite
adj. gelimiteerd; finitief (bij wiskunde)[ fajnajt]♦voorbeelden: -
5 restricted
adj. beperkt; gedwongen[ ristriktid] -
6 alameda
n. avenue of park door bomen begrensd -
7 bordered on the east by
in het oosten begrensd door- -
8 bounded
adj. begrensd -
9 circumjacent
adj. omliggend; naburig, in omgeving, aan alle zijden begrensd -
10 delimited
adj. begrensd, beperkt, afgescheiden -
11 economic good
economisch produkt (produkt of diensten welk aantal begrensd is en voor welke aanschaf betaald moet worden) -
12 limitative
adj. begrensd -
13 limitedness
n. Beperktheid, begrensd zijn -
14 limiting
adj. beperkt, begrensd--------n. begrenzing; beperking; minimaliseren -
15 marginality
n. van een rand voorzien; begrensd -
16 prelimited
adj. van tevoren begrensd -
17 rate limit
koerslimiet (bevel beleggingen te kopen of te verkopen alleen maar in begrensd prijsgebied) -
18 relatively marginal
tamelijk begrensd
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский