-
1 stem
n. stam (v. boom/woord); hoofdstengel, steel (v. glas, pijp); voorsteven--------v. eruit voorkomen; versperren, blokkeren; terugstoten, afslaanstem1[ stem] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:————————stem2〈werkwoord; stemmed〉♦voorbeelden: -
2 typeface
n. (in computers) lettervorm, lettertype, font, de basisvorm van een lettertypetypeface〈 drukwezen〉2 lettertype/soort -
3 reduced a fraction
een breuk reduceren (registratie van breuk tot basisvorm (in wiskunde)) -
4 reduction of fractions
reductie van breuken (registratie van breuken naar basisvorm (in wiskunde)) -
5 unchangeable infinitive
onveranderlijke onbepaalde wijs (basisvorm van werkwoord die stam aangeeft)
Перевод: с английского на все языки
со всех языков на английский- Со всех языков на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский