-
1 hotel
1 hotel♦voorbeelden:in een hotel logeren • stay in/at a hotelaankomen in een hotel • check in at a hotelvertrekken uit een hotel • check out of a hotel -
2 hotel-restaurant
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hotel-restaurant
-
3 hotel
n. hotel, place which provides overnight lodging and other services -
4 in een hotel logeren
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in een hotel logeren
-
5 een tweederangs hotel
een tweederangs hotelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een tweederangs hotel
-
6 aankomen in een hotel
aankomen in een hotelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aankomen in een hotel
-
7 dit hotel was indertijd een school
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > dit hotel was indertijd een school
-
8 een dependance van het hotel
een dependance van het hotelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een dependance van het hotel
-
9 een duur hotel
een duur hotelan expensive/plush hotel -
10 een gerenommeerd hotel/adres
een gerenommeerd hotel/adresa reputable hotel/addressVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gerenommeerd hotel/adres
-
11 een hotel bespreken
een hotel besprekenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hotel bespreken
-
12 een hotel hebben
een hotel hebbenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hotel hebben
-
13 een hotel van topklasse
een hotel van topklasseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een hotel van topklasse
-
14 een suite huren in een hotel
een suite huren in een hotelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een suite huren in een hotel
-
15 het hotel is gemakkelijk bereikbaar vanaf het station
het hotel is gemakkelijk bereikbaar vanaf het stationVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > het hotel is gemakkelijk bereikbaar vanaf het station
-
16 hij overnacht niet in het eerste het beste hotel
hij overnacht niet in het eerste het beste hotelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > hij overnacht niet in het eerste het beste hotel
-
17 in de hal van het hotel
in de hal van het hotelin the hotel lobby/lounge/foyerVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > in de hal van het hotel
-
18 maître d'hôtel
1 maître d'hôtel, headwaiter -
19 vertrekken uit een hotel
vertrekken uit een hotelVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > vertrekken uit een hotel
-
20 maïtre d'hotel
n. maitre d'hotel
См. также в других словарях:
hôtel — [ ɔtɛl; otɛl ] n. m. • XIe ostel « demeure, logis »; bas lat. hospitale « chambre pour les hôtes » → hôpital 1 ♦ (XIIIe dans le Nord) Établissement où on loge et où l on trouve toutes les commodités du service (à la différence du meublé), pour un … Encyclopédie Universelle
Hotel 4 étoiles — Hôtel Pour les articles homonymes, voir Hotel. Un hôtel appartenant à l’État, à Cienfuegos, Cuba. Un hôtel est un établissement offran … Wikipédia en Français
Hotel particulier — Hôtel particulier Ne doit pas être confondu avec Hôtel … Wikipédia en Français
Hôtel 4 étoiles — Hôtel Pour les articles homonymes, voir Hotel. Un hôtel appartenant à l’État, à Cienfuegos, Cuba. Un hôtel est un établissement offran … Wikipédia en Français
Hôtel Particulier — Ne doit pas être confondu avec Hôtel … Wikipédia en Français
Hotel del Coronado — Registro Nacional de Lugares Históricos (EE. UU.) Hito Histórico Nacional Hotel del Coronado Ubicación 1500 Orange … Wikipedia Español
Hotel Rwanda — Theatrical release poster Directed by Terry George Produced by … Wikipedia
Hotel Carter, Manhattan — Hotel Carter Entrance to the Hotel Carter Location 250 West 43rd Street, New York City Opening date 1930 Architect Emery Roth … Wikipedia
Hotel Ritz (Madrid) — Hotel Ritz Madrid Ubicación Madrid, España Dirección … Wikipedia Español
Hôtel Alvizet — La façade de l hôtel alvizet Présentation Date de construction XVIe siècle Propriétaire … Wikipédia en Français
Hotel Dusk — Hotel Dusk: Room 215 Hotel Dusk: Room 215 Éditeur Nintendo Développeur Cing Date de sortie 13 avril 2007 Genre Enquête Pointer et cliquer Mode de jeu … Wikipédia en Français