-
1 apparaat
♦voorbeelden:huishoudelijke apparaten • appareils ménagers -
2 apparaat
oappareil m, machine f -
3 apparaat
appareil -
4 dat is een juweel van een apparaat
dat is een juweel van een apparaatDeens-Russisch woordenboek > dat is een juweel van een apparaat
-
5 de bediening van een apparaat
de bediening van een apparaat -
6 een energieverslindend apparaat
een energieverslindend apparaatDeens-Russisch woordenboek > een energieverslindend apparaat
-
7 het ambtelijk apparaat
het ambtelijk apparaat -
8 bediening
♦voorbeelden:al onze prijzen zijn inclusief bediening • tous nos prix sont service compriszonder bediening • service non compris -
9 brander
-
10 brommen
1 [grommend geluid voortbrengen] 〈 bijen〉 bourdonner ⇒ 〈 hond〉 gronder ⇒ 〈 motor, apparaat〉 ronronner2 [mopperen] bougonner4 [gevangen zitten] faire de la tôle5 [op een bromfiets rijden] rouler en vélomoteur♦voorbeelden:hij bromde dat hij geen tijd had • il marmonna qu'il n'avait pas le temps…, wat ik je brom • …, je t'en fiche mon billet -
11 demonstreren
1 [aantonen] démontrer1 [een betoging houden] manifester -
12 energieverslindend
energieverslindend, energievretend1 gros consommateur/grosse consommatrice (d'énergie)♦voorbeelden:hardlopen is een energieverslindende bezigheid • la course absorbe beaucoup d'énergie -
13 er mankeert nogal wat aan
er mankeert nogal wat aan -
14 gebruiker
gebruiker, gebruikster1 [iemand die iets gebruikt] 〈m.b.t. machine, apparaat〉 utilisateur 〈m.〉, utilisatrice 〈v.〉 ⇒ 〈o.a. m.b.t. taal, weg〉 usager 〈m.〉3 [juridisch] usager -
15 juweel
♦voorbeelden:juwelen • (de la) bijouteriedit schilderij is een juweel • ce tableau est une merveilleeen juweeltje van siersmeedkunst • une merveille de joailleriedat is een juweel van een apparaat • cet appareil est une merveille -
16 lezer
-
17 mankeren
1 [algemeen] manquer2 [schelen; hebben] avoir♦voorbeelden:er mankeert nogal wat aan • 〈m.b.t. apparaat〉 il est souvent en panne; 〈 abstract〉 c'est loin d'être au pointik kom, zonder mankeren • je ne manquerai pas de venirwat mankeert je toch? • mais qu'est-ce que tu as?wat mankeer je? • qu'est-ce qui ne va pas?wat mankeert er aan de televisie? • qu'est-ce qu'elle a, cette télé? -
18 verklikker
verklikker1 〈de〉,verklikster 〈de〉1 [persoon] dénonciateur 〈m.〉, dénonciatrice 〈v.〉 〈 politie〉 indicateur 〈m.〉, indicatrice 〈v.〉 〈 onderwijs〉 rapporteur 〈m.〉, rapporteuse 〈v.〉————————verklikker2〈de〉 -
19 video
♦voorbeelden:3 iets op video zetten • enregistrer qc. sur bande vidéo
См. также в других словарях:
Dionysios Thrax — Der Grammatiker Dionysios aus Alexandria mit dem Beinamen Thrax („der Thraker“) (zusammengesetzt griech. Διονύσιος ὁ Θρᾷξ Dionysios ho Thrāx) lebte vermutlich im 2. Jahrhundert v. Chr. Er verfasste die erste griechische Grammatik, indem er die… … Deutsch Wikipedia
Upstalsboom — Upstalsboom, älteste bekannte Ansicht von C.B. Meyer (1790) Der Upstalsboom (niederländisch Opstalboom, altfriesisch Opstallisbaem), ist die mittelalterliche Thingstätte der friesischen Stämme bei Rahe, südwestlich von Aurich … Deutsch Wikipedia
Apparat — Sm std. (14. Jh., Bedeutung 19. Jh.) Entlehnung. Entlehnt aus l. apparātus Zurüstung, Gerätschaft , aus l. apparāre ausrüsten, beschaffen , zu l. parāre fertigmachen, einrichten und l. ad hin, zu . Am frühesten im Deutschen bezeugt ist die (noch… … Etymologisches Wörterbuch der deutschen sprache