-
61 Muffel
Muffel1〈m.; Muffels, Muffel〉 〈 informeel〉1 brom-, mopperpot————————Muffel2〈v.; Muffel, Muffeln〉 〈 ambachtelijk〉————————Muffel3〈o.; Muffels, Muffel〉 -
62 Paspel
-
63 Passung
-
64 Pfette
-
65 Pistole
Pistole〈v.; Pistole, Pistolen〉2 〈 ambachtelijk〉spuitpistool, verfspuit♦voorbeelden:jemandem die Pistole auf die Brust setzen • iemand voor het blok zetten〈 figuurlijk〉 wie aus der Pistole geschossen • terstond, vliegensvlug -
66 Plattstich
-
67 Präger
-
68 Punzarbeit
-
69 Punze
-
70 Reibahle
-
71 Riegel
-
72 Rohrzange
-
73 Rollenlager
-
74 Rotte
Rotte〈v.; Rotte, Rotten〉♦voorbeelden: -
75 Schabeisen
-
76 Schalbrett
-
77 Sieder
-
78 Wamme
-
79 Zettel
Zettel〈m.; Zettels, Zettel〉1 briefje, stukje papier ⇒ klad(blaad)je; kattebelletje2 fiche, kaartje4 〈 ambachtelijk〉ketting(draad), schering -
80 Zinke
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский
ambachtelijk
Страницы