-
1 age-old
-
2 old age with all its concomitant infirmities
English-Dutch dictionary > old age with all its concomitant infirmities
-
3 old-age pension
old-age pension -
4 old-age pensioner
old-age pensioner -
5 old
adj. oud; bejaard; oud (niet nieuw); antiek; van vroeger; op de leeftijd--------n. leeftijd--------n. ouderen, bejaardenold1[ oold] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:heroes of old • helden uit het verleden————————old2〈older; ook elder, eldest〉1 oud ⇒ bejaard, antiek2 versleten ⇒ gebruikt, vervallen, afgedankt4 ervaren ⇒ bekwaam, gerijpt5 verouderd ⇒ ouderwets, in onbruik geraakt♦voorbeelden:1 old age • ouderdom, hoge leeftijd(not) make old bones • (niet) oud worden〈voornamelijk Brits-Engels; informeel〉 old boy/girl • vadertje, moedertje, oudjeold gold • donker goud, bruingoud(en kleur)old maid • oude vrijsteras old as the hills • zo oud als de weg naar Romean old name • een gevestigde naamthe oldest profession • het oudste beroepan old retainer • een oude trouwe dienaar〈 spreekwoord〉 you cannot teach an old dog new tricks • oude beren dansen leren is zwepen verknoeien; oude honden leert men moeilijk pootje gevenyoung and old • jong en oud, iedereenthe old • de bejaarden, de ouderenan old hand at poaching • een doorgewinterde stroperan old offender • een recidivistold stager • oude rot, veteraan〈 spreekwoord〉 you cannot put old heads on young shoulders • grijze haren groeien op geen zotte bollenbe old in knavery • een doortrapte schurk zijnthe old guard/school • mensen van de oude stempel, traditionalistenhe worked like old boots • hij werkte berehard/steenharda chip off the old block • helemaal zijn/haar vader/moederOld Glory • nationale vlag van de USAold maid • oud wijfold moon • laatste kwartier van de maanmoney for old rope • iets voor niets, gauw/gemakkelijk verdiend geldold salt/sweat • zeerotcome/play the old soldier (over someone) • de baas spelen (over iemand) 〈op basis van grotere ervaring/vaardigheid〉〈 informeel〉 old woman • lastige/vitterige vrouw→ grand grand/II 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉2 voormalig ⇒ vroeger, gewezen, ex-, oud-♦voorbeelden:the (same) old story • hetzelfde liedjeold stuff • oud nieuws, oude koekold Etonian • oud-leerling van Eton¶ 〈Brits-Engels; slang〉 old bean/cock/egg/fruit/stick/thing • ouwe/beste (jongen/meid)old boy/girl • oud-leerling(e) (van Engelse school)the old man • 〈 informeel〉 de ouwe 〈 ook scheepskapitein〉; de baas 〈 ook echtgenoot〉; mijn ouweheer/ouweold master • (schilderij van) oude meesterthe old sod • het vaderland〈 informeel〉 any old thing will do • alles is goed/bruikbaarthe Old World • de Oude Wereld, de oostelijke hemisfeer; 〈 Amerikaans-Engels〉(continentaal) Europa, de Oude Wereld〈 informeel〉 any old how • om het even hoe, hoe ook→ high high/ -
6 age
n. leeftijd; periode; generatie--------v. ouder wordenage1[ eedzj] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be your age! • doe niet kinderachtig!be/come of age • meerderjarig zijn/wordenlook one's age • er zo oud uitzien als men iswhat is your age? • hoe oud ben je?at the age of ten • op tienjarige leeftijdin his (old) age • op zijn oude dagten years of age • tien jaar oudbe of an age to do something • oud genoeg zijn om iets te doenunder age • minderjarig, te jonghis back was bent with age • zijn rug was krom van ouderdomyou've been ages • je bent vreselijk lang weggebleven¶ age of consent • meerderjarigheid; leeftijd 〈 vooral van meisje〉 waarop je met iemand naar bed mag————————age2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 doen verouderen, oud(er) maken -
7 old age
-
8 old age pension
bejaardenpensioen -
9 old-age pension
ouderdomspensioen -
10 old-age provisions
ouderdomsvoorzieningen -
11 afflictions of old age
-
12 attain old age
-
13 in his (old) age
in his (old) age -
14 live to a green old age
-
15 save against old age
-
16 with old age memories attenuate
-
17 died in old age
stierf op hoge leeftijd -
18 in his old age
in zijn oude dagen,op oude leeftijd -
19 in the ripe old age of
op oudere leeftijd -
20 reached old age
bereikte een oude leeftijd
- 1
- 2
См. также в других словарях:
age-old — adj having existed for a very long time an age old tradition/practice/custom etc BrE ▪ age old customs ▪ the age old problem of sexual discrimination … Dictionary of contemporary English
age-old — (adj.) 1896, from AGE (Cf. age) (n.) + OLD (Cf. old) … Etymology dictionary
age-old — adjective only before noun very old: the age old problem of poverty … Usage of the words and phrases in modern English
age-old — [āj′ōld΄] adj. ages old; centuries old; ancient … English World dictionary
age-old — adj. 1. 1 of very long duration Syn: ancient [WordNet 1.5] 4. having reached a desired or final condition as a result of standing for a period of time; of wines, whiskey, fruit, or cheeses. Note: As a result of having been aged, the product may… … The Collaborative International Dictionary of English
age-old — age′ old adj. ancient; from time immemorial • Etymology: 1900–05 … From formal English to slang
age-old — ► ADJECTIVE ▪ having existed for a very long time … English terms dictionary
age-old — adjective very old; having existed for a long time; ancient or well established They still make pottery by hand, in the age old tradition. Syn: antediluvian, old as the hills, old as Adam … Wiktionary
age-old — ADJ: usu ADJ n An age old story, tradition, or problem has existed for many generations or centuries. [WRITTEN] This age old struggle for control had led to untold bloody wars. Syn: ancient … English dictionary
age-old — adjective having existed for a very long time: age old customs | It s nothing new. It s an age old problem … Longman dictionary of contemporary English
age-old — UK / US adjective [only before noun] very old the age old problem of poverty … English dictionary