-
1 afzoenen
1 [door zoenen goedmaken, wegnemen] kiss away2 [veelvuldig zoenen] cover with kisses♦voorbeelden:het afzoenen • kiss and be friends (again) -
2 afzoenen
v. kiss away -
3 een ruzie afzoenen
een ruzie afzoenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een ruzie afzoenen
-
4 elkaar afzoenen
elkaar afzoenenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > elkaar afzoenen
-
5 het afzoenen
het afzoenen -
6 aflebberen
-
7 aflikken
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский