-
1 afloop
♦voorbeelden: -
2 afloop
-
3 afloop
aboutissement, bout, fin, résultat, suite -
4 de noodlottige afloop
de noodlottige afloop -
5 een dodelijke afloop
een dodelijke afloop -
6 een fatale afloop
een fatale afloop -
7 een goede afloop
een goede afloop -
8 een gunstige afloop weten te bewerken
een gunstige afloop weten te bewerkenDeens-Russisch woordenboek > een gunstige afloop weten te bewerken
-
9 een ongeval met dodelijke afloop
een ongeval met dodelijke afloopDeens-Russisch woordenboek > een ongeval met dodelijke afloop
-
10 een treurige afloop
een treurige afloop -
11 feest met een dramatische afloop
feest met een dramatische afloopDeens-Russisch woordenboek > feest met een dramatische afloop
-
12 na afloop bal, bal na
na afloop bal, bal na -
13 na afloop van
na afloop van -
14 bal
I 〈de〉1 [sport en spel] 〈 klein〉 balle 〈v.〉 ⇒ 〈 groter〉 ballon 〈m.〉 ⇒ 〈 klein, massief〉 boule 〈v.〉 ⇒ 〈 biljart, ook〉 bille 〈v.〉♦voorbeelden:de bal terugkaatsen • renvoyer la balle〈 spreekwoord〉 wie kaatst moet de bal verwachten • qui s'y frotte, s'y pique¶ mooie bal! • bien joué!de ballen van iets begrijpen • ne piger que dalle à qc.geen bal zin hebben • avoir autant envie (de ça) que d'aller se pendregeen bal uitvoeren • ne rien fiche(r)geen bal van iets weten • être complètement nul sur un sujetde ballen! • à un de ces quatre!II 〈 het〉♦voorbeelden:na afloop bal, bal na • la soirée se terminera par un bal -
15 bewerken
1 [werk verrichten aan] 〈m.b.t. materiaal, grond〉 travailler; 〈m.b.t. literair werk〉 adapter; 〈 muziek〉 arranger2 [versieren] ouvrager3 [overreden] agir sur♦voorbeelden:een roman voor het toneel bewerken • adapter un roman pour la scènedeze gebeurtenis bewerkte een gehele ommekeer • cet événement provoqua un complet revirement -
16 dodelijk
♦voorbeelden:dodelijk geschrokken • mort de peurdodelijk getroffen • touché à mortmet zijn auto dodelijk verongelukken • se tuer au volant de sa voiture -
17 fataal
♦voorbeelden:die opmerking werd hem fataal • cette remarque l'a perdu -
18 nahouden
-
19 napraten
1 [praten in navolging van een ander] répéter1 [na afloop blijven praten] rester à causer♦voorbeelden: -
20 noodlottig
♦voorbeelden:een noodlottig toeval • un hasard néfastenoodlottig aflopen • finir par une tragédiedat werd hem noodlottig • cela lui fut fatal
- 1
- 2
См. также в других словарях:
Шемакер — (Antonius Hendricus Schoemaker) голландский врач (1834 1885). Главнейшие из его работ: Waarneming eener breuk van het schaambeen ( Nederl. Tijdschr. v. Geneesk , 1862); Sectio caesarea met gunstigen afloop (ib., 1866); Resectie van een gedeelte… … Энциклопедический словарь Ф.А. Брокгауза и И.А. Ефрона
Abe Lenstra — (1955) Abe Lenstra ([ ɑ:bə lɛnstɾa], * 27. November 1920 in Heerenveen; † 2. September 1985 ebenda) war ein niederländischer Fußballspieler. Er spielte seit de … Deutsch Wikipedia
Fourth Balkenende cabinet — Netherlands This article is part of the series: Politics and government of the Netherlands … Wikipedia
Список министров иностранных дел Индонезии — Ниже представлен Список министров иностранных дел Индонезии. Условные обозначения[1]: Беспартийный Сарекат Ислам … Википедия