-
1 isolated
-
2 secluded
adj. eenzaam, alleen; geïsoleerd; kluizenaar; afgescheiden; afgezonderd[ sikloe:did]1 afgezonderd ⇒ teruggetrokken, stil♦voorbeelden:a secluded house • een afgelegen huis -
3 in isolation
in afzondering,in isolatie (afgezonderd,op zichzelf)in isolationin afzondering, op zichzelf -
4 keep separate from
afgezonderd/(af)gescheiden houden van -
5 live shut off from society
live shut off from society -
6 private
adj. privé; van zichzelf, persoonlijk--------n. geheim; soldaatprivate1[ prajvət] 〈zelfstandig naamwoord; voornamelijk Private〉————————private2〈 privateness〉♦voorbeelden:private hotel • familiehotelshe's a very private kind of person • ze is erg op zichzelfkeep private • binnenskamers houdenin private • in het geheimII 〈 bijvoeglijk naamwoord, attributief〉1 particulier ⇒ niet openbaar/publiek♦voorbeelden:private life • privélevenprivate property • privé/particulier eigendomprivate school • particuliere schoolprivate detective • privédetectiveprivate means • inkomsten anders dan uit loonprivate soldier • gewoon soldaatprivate view • persoonlijke mening -
7 retired
adj. gepensioneerd, rentenierend[ rittajjəd]1 teruggetrokken ⇒ afgezonderd, afgelegen2 gepensioneerd ⇒ stil levend, rentenierend♦voorbeelden:retired pay • ambtenarenpensioen, pensioen van officier -
8 seclusion
n. eenzaamheid; isolatie; het afgescheiden zijn; het afgezonderd zijn; het afgesloten zijn; geïsoleerde plaats[ sikloe:zjn]1 afzondering ⇒ eenzaamheid, rust♦voorbeelden:in the seclusion of one's own room • in de beslotenheid van zijn eigen kamer -
9 secret
adj. heimelijk; verborgen; gesloten--------n. geheim; mysterie; tegenspraaksecret1[ sie:krit] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 keep a/the secret • een/het geheim bewarenbe in on the secret • in het geheim ingewijd zijnin secret • in het geheimlet someone into a/the secret • iemand in een/het geheim inwijden→ open open/————————secret21 geheim ⇒ verborgen, vertrouwelijk2 geheimhoudend ⇒ gesloten, discreet3 verborgen ⇒ afgezonderd, afgesloten♦voorbeelden:secret agent • geheim agentsecret ballot • geheime stemmingsecret police • geheime politiesecret service • geheime dienstkeep something secret from someone • iets voor iemand geheim houden -
10 separate
adj. afzonderlijk; anders--------v. afscheiden; scheiden; afsluiten; opmerkenseparate1[ seprət] 〈bijvoeglijk naamwoord; separateness〉1 afzonderlijk ⇒ (af)gescheiden, apart; verschillend, onderscheiden; op zichzelf staand, alleenstaand♦voorbeelden:one's own separate interests • zijn eigen, persoonlijke belangenseparate ownership • particulier eigendom(srecht)we went our separate ways home • we gingen (elk) apart naar huiskeep separate from • afgezonderd/(af)gescheiden houden vanbe separate from • verschillen/los staan van————————separate2[ seppəreet]1 zich (van elkaar) afscheiden ⇒ zich afzonderen/verdelen, uiteenvallen♦voorbeelden:separate (up) into • (onder)verdeeld kunnen worden/uiteenvallen inII 〈 overgankelijk werkwoord〉1 (van elkaar) (af/onder)scheiden ⇒ afzonderen, losmaken, verdelen♦voorbeelden:legally separated • gescheiden van tafel en bedwidely separated • ver uit elkaar gelegenseparate something (up) into • iets verdelen/scheiden inseparate from • (af/onder)scheiden/afzonderen van; 〈 scheikunde〉(af)scheiden/extraheren uit -
11 sequester
v. afzonderen; beslag leggen op1 afzonderen ⇒ verborgen/afgezonderd houden -
12 sequestered
adj. afzonderlijk; afgelegen; eenzaam; teruggetrokken[ sikwestəd]1 afgezonderd ⇒ afgelegen, eenzaam♦voorbeelden: -
13 shut
adj. dicht--------v. sluiten, op slot doen; dichtdoen; dicht maken; dichtdoen ("een oogje dichtdoen"); sluiten (oren)shut1[ sjut] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:————————shut21 sluiten ⇒ dichtgaan, dichtslaan/klappen; 〈 figuurlijk〉 stopgezet worden 〈 bijvoorbeeld bedrijf〉, dicht/toe zijn♦voorbeelden:the door shuts badly • de deur sluit niet goedthe factory shuts down for a fortnight this summer • de fabriek gaat van de zomer twee weken dichtthe door shuts to • de deur gaat helemaal dicht→ shut up shut up/II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 sluiten ⇒ dichtdoen, dichtslaan/klappen/draaien♦voorbeelden:shut one's eyes/ears/mind to something • iets niet willen zien/horen/wetenshut in by mountains • door bergen ingeslotenshut off the water/gas • het water/gas afsluitenlive shut off from society • van de maatschappij afgezonderd levenshut the door to • de deur (pot)dicht doenshut out of • de toegang ontzeggen totshut someone into a room • iemand in een kamer opsluiten→ shut up shut up/ -
14 solitary
adj. alleen; eenzaam; eenpersoons; zich afzonderen; veraf gelegen, geïsoleerd--------n. celstraf; eenzame monniksolitary1[ sollitrie] 〈meervoud: solitaries〉1 eenzame opsluiting ⇒ afzondering, isoleercel————————solitary2〈bijvoeglijk naamwoord; solitariness〉4 enkel♦voorbeelden: -
15 fractionated
adj. Afgezonderd (oplossing e.d) -
16 insulated
adj. geïsoleerd; afgezonderd -
17 isolating
adj. afgezonderd, isolerend -
18 nonsegregated
adj. Niet afgezonderd; verenigd -
19 privateness
n. Afgezonderd zijn; geheimhouding; beslotenheid -
20 retiredly
adv. afgezonderd, afzonderlijk, geïsoleerd, helemaal alleen
- 1
- 2