-
81 damit
-
82 danach
♦voorbeelden: -
83 daran
♦voorbeelden:mir liegt gar nicht(s) daran • er is mij hoegenaamd niet(s) aan gelegenwas liegt daran? • wat maakt dat nu uit?er will nicht recht daran • hij heeft er geen zin iner ist übel daran • hij is er slecht aan toeer war nahe daran zu verzweifeln • hij was de wanhoop nabijmit jemandem gut daran sein • met iemand goed kunnen opschietenich weiß nicht, wie ich mit ihm daran bin • ik weet niet, wat ik aan hem heb -
84 darauf
〈 accent wisselt〉〈〉 -
85 daraus
〈 accent wisselt〉〈〉 -
86 darein
〈 accent wisselt〉〈〉 -
87 darin
♦voorbeelden: -
88 darum
♦voorbeelden:ich gäbe etwas darum • ik zou er wat voor overhebbendarum handelt es sich • daar gaat het om, overkaum darum herumkommen • er nauwelijks onderuit kunnensei es darum! • het zij zo!er weiß darum • hij is ervan op de hoogte -
89 darunter
♦voorbeelden:2 viele Touristen, darunter zahlreiche Ausländer • veel toeristen, daaronder talrijke buitenlandersdarunter fallen • eronder vallen, ertoe gerekend wordendarunter gehören • erbij horenetwas darunter mischen • met iets (ver)mengensich darunter mischen • zich mengen onderer tuts nicht darunter • hij doet het niet goedkoper -
90 darüber
〈 accent wisselt〉〈〉〈〉 -
91 davon
♦voorbeelden:sich auf und davon machen • ervandoor gaanauf und davon sein • wegwezen2 〈 informeel〉 was habe ich davon! ich habe nur Ärger davon! • wat heb ik eraan! ik krijg er alleen maar ergernissen door!was halten Sie davon? • wat vindt u ervan?reden wir nicht mehr davon! • laten we er niet meer over praten!genug davon!, nichts mehr davon! • ik wil er niets meer over horen -
92 davor
♦voorbeelden:1 sich, etwas davor legen • zich, iets ervoor leggendavor stehen • ervoor staan, voor iets staandavor warnen • ervoor, ertegen waarschuwen -
93 dazu
♦voorbeelden:2 dazu kommt noch, dass … • daarbij komt nog, dat …sich dazu äußern • er iets over zeggenwas meinen Sie dazu? • wat denkt u ervan? -
94 dreiviertel
〈 accent wisselt〉〈〉→ -
95 durchaus
♦voorbeelden: -
96 durchschnüffeln
-
97 durchstehen
〈 accent wisselt〉〈〉〈〉 -
98 durchtrennen
-
99 durchwärmen
〈 accent wisselt〉〈〉〈〉 -
100 ebendaher
〈 accent wisselt〉〈〉〈〉
Перевод: с немецкого на нидерландский
с нидерландского на немецкий- С нидерландского на:
- Немецкий
- С немецкого на:
- Нидерландский
accent+wisselt
Страницы