-
1 aanspreken
1 [beginnen te gebruiken] entamer2 [toespreken] s'adresser à♦voorbeelden:zijn kapitaal aanspreken • entamer son capital2 iemand brutaal aanspreken • apostropher qn.ik heb hem erover aangesproken • je lui ai demandé des explicationsiemand met mevrouw aanspreken • appeler qn. madameiemand met jij aanspreken • tutoyer qn.iemand met u aanspreken • vouvoyer qn.iemand over zijn gedrag aanspreken • réprimander qn. au sujet de sa conduite1 [in de smaak vallen bij] plaire à -
2 aanspreken
2 [toespreken] speak/talk to ⇒ address♦voorbeelden:een spaarrekening/voorraad aanspreken • start on/use a savings account/supplyik voel mij niet aangesproken • it doesn't concern meiemand vriendelijk aanspreken • speak kindly to someoneiemand met mevrouw/meneer aanspreken • address someone as madam/siriemand op iets aanspreken • call someone to account for somethingiemand over zijn gedrag aanspreken • talk to someone about his conduct1 [in de smaak vallen bij] appeal to -
3 aanspreken
обратиться к, заговорить; начать расходовать (тратить); (про)читать нотацию; обращаться; заговаривать* * **обращаться ( к кому), заговорить ( с кем)* * *гл.общ. нравиться, питать симпатию, заговаривать, начать использовать, обращаться, с ответственностью призывать к (aanspreken op) -
4 aanspreken om
гл.общ. (iem.) требовать (чего-л., от кого-л.) -
5 aanspreken
ansprechen -
6 aanspreken
v. speak to, approach; confront, accost; appeal to -
7 aanspreken
• to be energized• to operate• to pick-up• to pull-in -
8 aanspreken
hitap etmek v -
9 aanspreken
обратиться к, заговорить с; начать расходовать; начать тратить; sprak aane.OVT.imp. spraken aanm.OVT.imp. heeft aangesprokenVTT.pref. -
10 aanspreken
aborder, adresser la parole à, interpeller, parler à -
11 de fles duchtig aanspreken
de fles duchtig aanspreken -
12 iemand brutaal aanspreken
iemand brutaal aansprekenapostropher qn. -
13 iemand met jij aanspreken
iemand met jij aansprekentutoyer qn. -
14 iemand met jij en jou aanspreken
iemand met jij en jou aansprekentutoyer qn.Deens-Russisch woordenboek > iemand met jij en jou aanspreken
-
15 iemand met mevrouw aanspreken
iemand met mevrouw aansprekenappeler qn. madame -
16 iemand met u aanspreken
iemand met u aansprekenvouvoyer qn. -
17 iemand op straat aanspreken
iemand op straat aansprekenaborder qn. dans la rue -
18 iemand over zijn gedrag aanspreken
iemand over zijn gedrag aansprekenréprimander qn. au sujet de sa conduiteDeens-Russisch woordenboek > iemand over zijn gedrag aanspreken
-
19 zijn kapitaal aanspreken
zijn kapitaal aanspreken -
20 zijn reserves aanspreken
zijn reserves aanspreken
См. также в других словарях:
Kind — 1. Ach, dass ich meine armen Kinder so geschlagen, klagte der Bauer, und sie waren des Pfaffen. – Eiselein, 375. 2. Alle Kinder werden mit Weinen geboren. Lat.: Clamabunt E et A quotquot nascuntur ab Eva. (Binder I, 193; II, 497; Seybold, 77.) 3 … Deutsches Sprichwörter-Lexikon
Stendaler — De Stendalischen trinket gern Wyn, de Gardelever dat wilt Junkers syn, de Tangermündschen hebbet den Moth, de Soltwedelschen hebbet dat Goth, de Seehüser det sint Ebentür (Abenteurer), de Osterborger wolden sick reken un deden den Bullen vör n… … Deutsches Sprichwörter-Lexikon