-
1 aanspraak
1 [gelegenheid om met iemand te spreken] contacts2 [claim] claim♦voorbeelden:aanspraak hebben op iets • have a claim to/on somethingaanspraak maken op iets • lay claim to somethinggeen aanspraak maken op • make no claim to -
2 aanspraak maken op iets
aanspraak maken op ietsVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > aanspraak maken op iets
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Нидерландский
- Русский
- Французский