-
1 aanspoelen
♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 [op het strand werpen] wash/drift ashore♦voorbeelden: -
2 aanspoelen
v. wash ashore, drift ashore -
3 stranden
1 [aanspoelen] be cast/washed ashore2 [mislukken] fail3 [de reis niet kunnen voortzetten] be stranded4 [met betrekking tot een schip] run aground/ashore ⇒ be stranded♦voorbeelden:een onderneming zien stranden • 〈ook; als toeschouwer〉 be in at the death; 〈 als slachtoffer〉 be defeated in an undertakingal mijn pogingen strandden op zijn onverzettelijkheid • all my attempts foundered on his obstinacy4 laten stranden • cast/drive/run ashore/aground
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Русский
- Французский