-
1 accumulated surplus
aangroeiend overschot -
2 accumulation of liquid
aangroeiend vloeistof -
3 cumulative deficit
aangroeiend tekort -
4 cumulative
adj. (ac)cumulatief, aangroeiend[ kjoe:mjoelətiv]1 (ac)cumulatief ⇒ op(een)hopend, aangroeiend♦voorbeelden: -
5 accumulative
adj. opgestapeld[ əkjoe:mjoelətiv] -
6 accretive
adj. aanhechtings-; groei-; aangroeiend; samengroeiings-; aanslibbend -
7 accumulatively
adv. opstapelend, aangroeiend -
8 cumulatively
adv. opeenhopend, aangroeiend -
9 noncumulative
adj. Is niet op(een)hopend, is niet aangroeiend -
10 grossissant
grossissant [groosiesã]2 vergrotend ⇒ groter makend, vergroot-
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский