-
1 aangaan
1 [gaan in de richting van] go (towards) ⇒ head (for/towards)2 [een bezoek brengen] call in4 [horen] 〈zie voorbeelden 4〉♦voorbeelden:1 achter iemand/iets aangaan • 〈 letterlijk〉 chase someone/something (up); 〈 figuurlijk〉 go after someone, go for somethingop huis aangaan • head for home2 bij een vriend aangaan • call in at a friend's (house), drop in on a friend4 het gaat niet aan dat … • it won't do to …II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 [betreffen] concern♦voorbeelden:een lening aangaan • contract a loanvoor allen die het aangaat • to whom it may concernwat mij aangaat • as far as I'm concerned3 wat gaat mij dat aan? • what has that got to do with me? -
2 aangaan
v. concern; contract; light up -
3 een verbond sluiten/aangaan met
een verbond sluiten/aangaan metform/strike an alliance with, ally oneself to————————een verbond sluiten/aangaan metmake/enter into a treaty/pact withVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verbond sluiten/aangaan met
-
4 achter iemand/iets aangaan
achter iemand/iets aangaan〈 letterlijk〉 chase someone/something (up); 〈 figuurlijk〉 go after someone, go for somethingVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > achter iemand/iets aangaan
-
5 bij een vriend aangaan
bij een vriend aangaancall in at a friend's (house), drop in on a friendVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > bij een vriend aangaan
-
6 een akkoord aangaan/sluiten
een akkoord aangaan/sluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een akkoord aangaan/sluiten
-
7 een bondgenootschap aangaan/sluiten
een bondgenootschap aangaan/sluitenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een bondgenootschap aangaan/sluiten
-
8 een coalitie aangaan met …
een coalitie aangaan met …enter into a coalition with …Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een coalitie aangaan met …
-
9 een compromis aangaan/sluiten
een compromis aangaan/sluitencome to/reach a compromiseVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een compromis aangaan/sluiten
-
10 een contract aangaan(af)sluiten
een contract aangaan/(af)sluitenenter into/make a contractVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een contract aangaan(af)sluiten
-
11 een dienstverband aangaan voor de duur van één jaar
een dienstverband aangaan voor de duur van één jaarVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een dienstverband aangaan voor de duur van één jaar
-
12 een duel aangaan
een duel aangaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een duel aangaan
-
13 een engagement aangaan
een engagement aangaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een engagement aangaan
-
14 een fusie aangaan (met)
een fusie aangaan (met)Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een fusie aangaan (met)
-
15 een gemengd huwelijk aangaan
een gemengd huwelijk aangaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een gemengd huwelijk aangaan
-
16 een huurcontract aangaan
een huurcontract aangaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huurcontract aangaan
-
17 een huwelijk sluiten/aangaan met
een huwelijk sluiten/aangaan metVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een huwelijk sluiten/aangaan met
-
18 een lening aangaan
een lening aangaanVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een lening aangaan
-
19 een vennootschap aangaan met iemand
een vennootschap aangaan met iemandVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een vennootschap aangaan met iemand
-
20 een verbintenis aangaan
een verbintenis aangaanenter into/make an agreement/a contractVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een verbintenis aangaan
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Немецкий
- Пенджабский
- Русский
- Турецкий
- Французский
- Шведский
aangaan
Страницы