-
1 baste
v. (aaneen)rijgen (bij naaien); bedruipen (met vet of boter)[ beest] -
2 tailor
n. kleermaker--------v. maken (kleren); aanpassentailor1[ teelə] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————tailor2〈 werkwoord〉2 aanpassen ⇒ op maat knippen, afstemmen♦voorbeelden:
Перевод: с английского на нидерландский
с нидерландского на английский- С нидерландского на:
- Английский
- С английского на:
- Нидерландский