-
1 доносить
v1) gener. aanbrengen, klikken, overbrengen, overdragen, (iem.) erbij lappen, aangifte doen, berichten, verklikken2) liter. aandragen, aansjouwen3) milit. rapporteren4) law. aangeven (на кого-л.) -
2 подносить
vgener. bijhalen, presenteren, toehouden, aandragen, aansjouwen -
3 приносить
vgener. aanbrengen, afwerpen, bijbrengen, halen, inbrengen, opbrengen (плоды, урожай, доход), opleveren, aandragen, aansjouwen, berokkenen (неприятность, вред), brengen, medebrengen, meebrengen, opbrengen, terugbezorgen, terughalen
Перевод: с русского на нидерландский
с нидерландского на русский- С нидерландского на:
- Русский
- С русского на:
- Нидерландский