-
1 aandragen
1 carry, bring (up/along/to)♦voorbeelden: -
2 aandragen
v. bring; fetch -
3 met iets komen aandragen/aangedragen
met iets komen aandragen/aangedragenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > met iets komen aandragen/aangedragen
-
4 wilde ideeën aandragen
wilde ideeën aandragenVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > wilde ideeën aandragen
-
5 aanslepen
1 [erbij halen] drag in2 [in grote hoeveelheden aandragen] get in (a lot of), stock up with/on♦voorbeelden: -
6 wild
wild1〈 het〉1 [dieren] game2 [wilde staat] wild(ness)♦voorbeelden:1 wild, vis en gevogelte • fish, flesh and fowlop groot wild jagen • hunt big gameklein wild • small gamewild eten • eat gameplanten in het wild • wild plantsin het wild leven/groeien • live/grow (in the) wild————————wild2♦voorbeelden:een wilde bos haar • a shock of hairwilde dieren • wild animalswilde ideeën aandragen • come up with hare-brained ideasmet wilde vaart • at a furious ratewilde verhalen/geruchten verspreiden • spread wild stories/rumourswild enthousiast zijn over iets • go overboard about somethingwild om zich heenkijken • stare wildly (around)zich wild lachen • laugh oneself sillyzich wild schrikken • be startled out of one's witsin het wilde (weg) • at randomwild van iets zijn • be wild/crazy about something
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Пенджабский
- Русский
- Французский
- Шведский