-
1 gone
adj. vergane; dode, overleden; geruïneerdgone1[ gon] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉♦voorbeelden:1 a gone cause • een verloren/hopeloze zaakbe a gone man • een mislukkeling zijnfar gone • ver heenbe gone on • (smoor)verliefd zijn op————————gone2〈 voorzetsel〉1 over♦voorbeelden:1 he is gone fifty • hij is over de vijftig, hij is de vijftig voorbijit's gone three • het is over drieën -
2 be gone on
be gone on -
3 infatuated
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский