-
1 koers
I 〈 de (mannelijk)〉1 [richting] course2 [route] route5 [geldwezen] circulation♦voorbeelden:de koers bepalen • fix/determine the coursekoers houden naar het vasteland • head for the mainlandvan koers veranderen • change course/tackkoers zetten naar het noorden • head northuit de koers raken • 〈 figuurlijk〉 drift/be off coursede nieuwe koers op politiek gebied • the new political linede koersen dalen • prices are fallingde koersen noteren • quote the pricesII 〈de〉1 [sport] race -
2 tekst
2 [bijbelpassage] text4 [toelichting bij een afbeelding] caption♦voorbeelden:zijn tekst kwijt zijn • have forgotten what one was going to say; 〈 op het toneel〉 have forgotten one's lines5 bij de tekst blijven • 〈 niet afdwalen〉 stick to one's point; 〈 niet toegeven〉 stick to one's guns
Перевод: со всех языков на английский
с английского на все языки- С английского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Русский
- Французский