-
1 badness
n. slechtheid -
2 bad
adj. (Canadese en Amerikaanse Slang) goed, buitengewoon, groots, wonderbaarlijk--------adj. schadelijk; minderwaardig; ernstig, acuut; kwaadaardig (Bv.: Roken is schadelijk voor de gezondheid); gebrekkig, niet juist werkend; bedorven, verrot (zoals bedorven vlees)--------adv. slecht, naar; vals--------n. slecht, naar; valsbad1[ bæd] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 pech♦voorbeelden:take the bad with the good • het goede met het kwade nemen————————bad21 slecht ⇒ minderwaardig, verkeerd2 kwaad ⇒ kwaadaardig, stout, ondeugend3 ziek ⇒ naar, pijnlijk4 erg ⇒ ernstig, lelijk6 vals♦voorbeelden:1 bad air/meat • bedorven lucht/vleesbad conscience • slecht gewetenin bad order • in slechte staat〈 spreekwoord〉 a bad workman always blames his tools • een kwaad werkman vindt nooit goed gereedschapgo bad • bedervenbad-mannered • ongemanierdnot half/so bad • niet zo gek/slechtI am bad at football • ik ben niet goed in voetballenbad boy • stoute jongenin bad faith • te kwader trouwbad feeling • bitterheidbad language • grove taalfrom bad to worse • van kwaad tot ergerfeel/be taken bad • zich ziek/beroerd voelenbad debt • oninbare schuld/vorderingcome to a bad end • slecht aflopenbe in a bad way • er slecht aan toe zijnmake the best of a bad bargain • er het beste van makenbe in someone's bad book(s) • bij iemand in een slecht blaadje staanmake someone appear in a bad light • iemand in een kwaad daglicht stellenbad luck • pechbe on bad terms with • een slechte verstandhouding hebben metthat looks bad • dat voorspelt niet veel goeds〈 informeel〉 (that's) too bad • (dat is) zonde/jammer(just) too bad (for you) • pech gehad, daar kan ik niets aan veranderenwith (a) bad grace • met tegenzinkeep bad hours • laat naar bed gaan————————bad3〈bijvoeglijk naamwoord; badder〉 〈voornamelijk Amerikaans-Engels; informeel〉1 fantastisch ⇒ geweldig, prima, fijn————————bad4〈 bijwoord〉→ badly badly/
См. также в других словарях:
Badness — Bad ness, n. The state of being bad. [1913 Webster] || … The Collaborative International Dictionary of English
badness — index delinquency (misconduct), misdoing Burton s Legal Thesaurus. William C. Burton. 2006 … Law dictionary
badness — late 14c., baddenesse; see BAD (Cf. bad) + NESS (Cf. ness) … Etymology dictionary
Badness — (Roget s Thesaurus) >Capability of producing evil. Bad qualities. < N PARAG:Badness >N GRP: N 1 Sgm: N 1 hurtfulness hurtfulness &c.???adj. Sgm: N 1 virulence virulence GRP: N 2 Sgm: N 2 evil doer evil doer &c. 913 Sgm: N 2 bane … English dictionary for students
badness — I (New American Roget s College Thesaurus) Hurtfulness Nouns 1. (quality of being bad) badness, hurtfulness, virulence, perniciousness, malignancy, malignity; insalubrity; ill or bad turn, evil star, ill wind; bane, pest, plague spot, scourge;… … English dictionary for students
badness — bad ► ADJECTIVE (worse, worst) 1) of poor quality or a low standard. 2) unwelcome; unpleasant. 3) severe; serious. 4) offending moral standards or accepted conventions. 5) (bad for) harmful to. 6) … English terms dictionary
Badness (album) — Infobox Album | Name = Badness Type = Studio album Artist = Morrissey Mullen Released = (1981) Recorded = Genre = Jazz fusion Length = Label = Beggars Banquet Producer = Reviews = * Allmusic Rating|3|5 [http://www.allmusic.com/cg/amg.dll?p=amg… … Wikipedia
badness — noun see bad I … New Collegiate Dictionary
badness — See bad1. * * * … Universalium
badness — noun The quality of being bad … Wiktionary
badness — Rasta Dictionary hooligan behavior, violence for its own sake … English dialects glossary