-
61 sortering
♦voorbeelden: -
62 uitzoeken
1 [uitkiezen] choisir2 [sorteren] trier3 [uitpuzzelen] tirer au clair♦voorbeelden:dat moeten zij zelf maar uitzoeken! • qu'ils se débrouillent!ze zoeken het maar uit! • je m'en moque éperdument! -
63 machinaal
1 [met machines werkend/gemaakt] 〈 bijvoeglijk naamwoord〉 mechanized ⇒ 〈 attributief ook〉 machine, 〈 bijwoord〉 mechanically, 〈 bijwoord〉 by machine2 [zonder erbij na te denken] mechanical♦voorbeelden:machinaal aangedreven • power-drivenhet sorteren gaat machinaal • the sorting is done mechanically/by machinemachinaal gemaakt/vervaardigd • machine-mademachinaal produceren • manufacture by machine, machine-manufacture -
64 schiften
2 [afzonderen] separate ⇒ sift/weed out♦voorbeelden:1 inzendingen/bewijsmateriaal schiften • sort entries, sift (through) evidencede sollicitanten schiften naar hun capaciteiten • sort applicants according to their abilities1 [met betrekking tot melk] curdle, turn -
65 sortering
1 [het sorteren, gesorteerd worden] sorting2 [verzameling goederen] selection, range ⇒ assortment♦voorbeelden:1 sortering op grootte • sorting/grading according to size2 een ruime sortering stoffen • a wide selection/range of fabrics -
66 uitzoeken
2 [sorteren] sort (out)♦voorbeelden:3 dat moeten zij zelf maar uitzoeken • they have to sort/work that out for themselvesze zoeken het maar uit • that is their problem -
67 voorsorteren
1 [vooraf sorteren] presort2 [verkeer] get in lane♦voorbeelden:2 links/rechts voorsorteren • get in the left-/right-hand lane -
68 Effekt
Effekt〈m.; Effekt(e)s, Effekte〉1 effect, uitwerking♦voorbeelden:im Effekt war alles dasselbe • het kwam op hetzelfde neer -
69 Effekt erzielen
-
70 Erbsen aussuchen
erwten lezen, sorteren -
71 Wirkung
-
72 Wirkung erzielen
-
73 auslesen
auslesenI 〈onovergankelijk werkwoord; haben〉♦voorbeelden:1 hast du schon ausgelesen? • ben je al klaar met lezen?II 〈 overgankelijk werkwoord〉2 schiften, sorteren♦voorbeelden: -
74 aussondern
aussondern1 (uit)sorteren, schiften ⇒ selecteren -
75 aussuchen
-
76 erzielen
-
77 greifen
greifen♦voorbeelden:die Bremsen greifen nicht • de remmen pakken nietGreifen spielen • vangertje, krijgertje spelendas ist zu hoch gegriffen • (a) dat is te hoog geschat, geraamd; 〈 (b) figuurlijk〉 dat is te hoog gemiktich griff mir an den Hals • ik greep naar mijn keel, halsan seinen Hut greifen • naar zijn hoed grijpeneins greift ins andere • het een houdt verband met het andernach seinem Mantel greifen • zijn jas pakken, grijpenim Dunkeln um sich greifen • in het duister rondtastendas Feuer griff um sich • het vuur greep om zich heenzu einer List greifen • zijn toevlucht nemen tot een listzu den Waffen greifen • naar de wapens grijpen -
78 sichten
-
79 sondern
-
80 sortieren
См. также в других словарях:
Ole Lund Kirkegaard — (29 July 1940, Aarhus 24 March 1979) was a Danish writer of children s literature and youth literature. He mainly wrote about the interaction between adult and child. The main character in his books is usually an anti hero. On a cold winter s… … Wikipedia